Het zette zich neer op een verweerde denappel op mijn pad. Toen ik me vooroverboog om een poging tot determinatie te doen, vloog het weer weg om even later terug zijn zonnig stekje op de denappel op te zoeken. Een mooie kleur, metallo-groen, ... snel een foto genomen. Aan de uitpuilende ogen te zien was het alvast een klein uitgevallen pantserjuffer.
de pantserjuffer op zijn denappel
Achter de laptop gezeten leidde de foto me richting de 'tengere pantserjuffer', zeldzaam en om die reden ook op de Vlaamse Rode Lijst gezet. Drie determinatiekenmerken zijn in casu belangrijk: de ogen zijn tweekleurig (de binnenkant is gelig), het achterste van de staart is blauw en het bruine vlekje in de vleugels (pterostigma) heeft links en rechts een klein geel dwarsstreepje.
Het waren deze kleine gele streepjes die me deden besluiten het beest in te geven op Waarnemingen.be met een vraagteken erbij. Hiermede tevens benadrukkend dat ik geen kenner ben. Enkele dagen later kwam via e-mail het bericht dat het inderdaad, op basis van de foto, om de tengere waterjuffer gaat. Deze zeldzaamheid is door nog twee natuurfotografen in hetzelfde gebied opgemerkt waardoor we kunnen zeggen dat Pinnekensweier blijkbaar een ideale habitat is voor deze soort, de Lestes virens.
Zo van die -op het eerste gezicht- onnozelheden geven aan natuurwandelingen extra diepgang. Het leert me alvast dat het niet alleen spectaculaire zaken zijn die 'bijzonder' zijn. Bij mensen is dat niet anders. De grootste lawaaimakers zijn niet altijd de meest getalenteerden, om maar iets te zeggen.
Dezelfde wandeling leverde nog een schone ontdekking op: de grote sponszwam (zie foto onder). Groter dan de grootste kersentaart bij onze bakker, een uit de kluiten gewassen boerenkool. Een verfijnde 'koraal' ontsproten aan een ondergrondse zwamvlok.
de grote sponszwam
Als ik nog even een tip mag meegeven? Heb je de kans om ergens een paddenstoelwandeling met een gids te doen, ga er eens een keer op in. Ik deed deze week zo een Natuurpunt-wandeling o.l.v. Wim Veraghtert en er ging een nieuwe wereld voor me open. Het aantal soorten waarvan ik het bestaan nog niet kende, was niet bij te houden en wat een poëtische namen dat die dingen kregen! Leerrijk, mede dankzij de boeiende en deskundige uitleg, maar tegelijk ook wat frustrerend: denk niet te snel dat je iets van paddenstoelen afweet. Ik weet intussen mét zekerheid dat ik er zo goed als niks van ken. Een mycologische analfabeet. Maar wat niet is, kan nog komen. En ... de overvliegende kruisbekken kregen we er als toetje bovenop.
Schoon waarnemingen! Tengere pantserjuffer - heb ik zelf nog niet mogen aanschouwen!
BeantwoordenVerwijderenEn wat zwammen en aanverwanten betreft ... een mycoloog vertelde me ooit dat je het aantal zwamsoorten in een streek kan inschatten door het bekende aantal hogere planten te vermenigvuldigen door 10 tot 12 ... Dus voor Vlaanderen komt dat op zo een 15.000 soorten zwammen. Vermoedelijk de reden waarom ik me er nog nooit in verdiepte ;-)
De natuurpuntgids sprak van zo'n 4000 paddenstoelen en dat de beste paddenstoelgids (boekje) er zo'n 1000 beschrijft. Met zekerheid ken ik er zo'n 20. ;)
BeantwoordenVerwijderenIk hoorde gisteren nog tijdens het nieuws een melding over Oost-Europese bendes die talloze natuurgebieden plunderen en hun oogst verkopen aan (de betere?) restaurants waar ze graag op de menukaart belanden.
BeantwoordenVerwijderen