Pagina's

26 september 2010

leve de herfst

De herfst is mijn favoriete seizoen. In tegenstelling tot wat je vaak hoort beweren, als zou de natuurpracht dan over zijn hoogtepunt heen zijn, zorgen de milde temperatuur en de vele regen voor een nieuwe boost in de tuin en onze landschappen: de bladeren ontwikkelen nu de mooiste kleurschakeringen, vanuit de ondergrondse zwamvlokken ontstaan de prachtigste paddenstoelen, de zaden die voor het nageslacht moeten zorgen, rijpen zienderogen en een heel nieuw arsenaal aan herfstbloemen komt tot bloei. Een streling voor het oog en ook de vlinders zijn er zichtbaar verlekkerd op.

Helianthus 'Lemon Queen'

De vele soorten herfstasters lokken heel wat dagpauwogen en atalanta's. Ook de sedums, waarvan ik de donkerrode variant van de Sedum 'Matrona' het mooiste vind, krijgen veel bezoek. Niet alleen van vlinders maar ook van de bijen. De talrijke eekhoorns knabbelen alle hazelnoten en beukennoten op. Aan de nieuwe waterleliepoel krijg ik dagelijks het gezelschap van een duo kuifmezen en een kooitje staartmezen. Op de diepgegroefde schors van de zwarte den tippelt een boomkruipertje naar de top. Het koppeltje tortelduiven kakt altijd op dezelfde plek, net naast de composthoop.

Eén van de mooiste blikvangers van het moment zijn de groepjes Helianthus Lemon Queen (zie foto). Ik vind ze prima passen in een wildere tuin en met het zachtere geel van de bloemen functioneren ze perfect als weefplanten. Zelf bied ik ze geen steun en ze staan nog steeds fier rechtop. Woekeren doen ze niet maar een jaarlijkse scheurbeurt is geen probleem.

het klimmende gebroken hartje, Dicentra Macrocapnos

Vlakbij deze 'Lemon Queen'-groepjes staat een Cornus florida 'Rubra', een mooie bloemkornoelje. In tegenstelling tot de Cornus kousa's heeft deze struik geen verdorde bladeren. De hevige zon en de langdurige droogte van de voorbije zomer hebben hier geen sporen nagelaten. De takken van deze bloemkornoelje worden momenteel naarstig beklommen door een bijzonder klimplantje, het geel klimmend gebroken hartje (Dicentra Macrocapnos). De kleur ervan past als gedroomd bij de Helianthus.

Reeds voor het vierde jaar komt dit "gebroken hartje" massaal tot bloei. Zelfs de strengste winters krijgen dit vast klimplantje niet klein. Oorspronkelijk zou deze Dicentra uit Nepal komen. Maar hij doet het in mijn tuin ook prima. Echt een geslaagde aankoop, op de kop kunnen tikken bij een tuinliefhebber die zich amuseert met aparte zaden op het internet aan te kopen. In ieder geval doet dit klimmertje het stukken beter dan de vele clematissen die ik al uitgeprobeerd heb. Het behoeft geen enkele bijbemesting en extra bewateren hoeft ook al niet. Net wat ik nodig heb.

Ondertussen is ook de aanplanting rondom de nieuwe waterleliepoel aangebracht. Rond de witte 'Servische keien' heb ik tijm en wilde marjolein geplant (gescheurd van andere planten). In de bodem werd een hondertal knolletjes van sterhyacinthen en anemonen gestopt. De rode duizendknoop, een blauwe geranium (onder voorbehoud: Ann Folkard) en de 'Lady in Black'-aster zorgen hier voor de herfsttinten. Als verticale blikvangers koos ik voor een pimpernoot, een Aesculus parviflora en de rood-getinte Miscanthus sinensis malepartus. Dit prachtriet is op zijn mooist als de sierlijke aren beschenen worden door de laatste lichtstralen van een rode zonsondergang.

Voor al mijn noeste arbeid heeft de natuur me een prima geschenk geboden: na 19 jaar wachten heeft de eerste salamander zijn intrede in mijn tuin gedaan. Straf als je weet dat rondom onze tuin nergens gezonde beken of poelen te vinden zijn. Droge dennenbossen en intensieve landbouw des te meer. Een wonder, zoals er zoveel zijn. Alleen... ik heb het volledig zwart beestje nog maar éénmaal waargenomen -om 7 uur 's morgens- en als niet snel een nieuwe ontmoeting volgt, moet ik me toch eens afvragen of ik me niet vergist heb. Maar ik garandeer u, het zat in het water, het had vier poten en een staart.


12 september 2010

Nine/Eleven/2010

een nieuwe waterleliepoel

De voorbije 2 weken heb ik een eerder donker en triestig hoekje van onze tuin flink onder handen genomen. Een forse stronk van wat ooit een beuk was, werd met het kapbijl uit de grond gewroet. Een viertal breedgroeiende taxussen werd gerooid en een deel van de beukenhaag rondom het zitterras werd verwijderd. Het plan: een nieuwe waterleliepoel waarvan het water tot tegen het terras komt, met aanpalend een bostuin.

de graafwerken zijn achter de rug

De graafwerken werden met spade en 'troefel' uitgevoerd. Eén steel gaf de geest toen ik met volle kracht een kluwen van wortels trachtte los te wrikken. De zwarte bovenlaag werd apart gegooid, met de grijze Kempische bosgrond werd een heuveltje gebouwd en de gele zand doet nu dienst als onderlaag voor het nieuwe bospad.

De poel werd niet te groot opgevat en oogt organisch. De bovenrand is waterpas afgewerkt met chappe (4 wit zand/ 1 cement). De glooiingen in de zand en de chappe zijn zodanig bewerkt dat de EPDM-folie een minimum aan plooien zal bevatten.

de beschermlaag onder de folie

Achter de bovenrand werd de grond een 15-tal centimeter weggegraven zodat in dit grachtje de beschermdoek en de folie kunnen weg geplooid worden. Als de bodem geen scherpe steentjes en worteltjes bevat, is zo'n beschermdoek niet echt nodig. Maar ik had toch nog een ganse rol als overschot van de zwemvijver in het tuinhok liggen. Dus, beter gebruiken dan in de let laten staan. Blijkbaar vonden ook de muizen de viltlaag lekker warm want er hingen heel wat keutels aan.

vullen met water uit de regenput

Bovenop de beschermdoek komt dan de EPDM-folie. Deze folie voelt aan als de binnenband van een fiets. Hij is erg stevig en rekt tot 300%. Gezien de beperkte grootte van deze nieuwe poel kon ik de folie zelf, op mijn eentje, hanteren. Bedenk wel dat je extra hulp best kunt gebruiken als je een grotere vijver wilt aanleggen.

De kunst bestaat er nu in om de folie (in dit geval 4m x 6,10m ) met zo weinig mogelijk plooien in de vijver te plaatsen. Ik vul de folie eerst met zo'n 20 cm. water en begin dan aan het aanspanwerk. Tuinaannemers en vijverbouwers zullen over de plooien een nieuwe smalle strook EPDM lijmen. Omwille van de giftigheid van deze lijm en het voorbehandelingsproduct (primer) laat ik deze potjes mooi in de winkel staan. Ik kan best leven met wat plooitjes. Heel veel zie je er trouwens toch niet van. Het water en de beplanting rondom zorgen voor de nodige camouflage.

bijna volledig gevuld, even wachten op verse regen

Omdat deze kunstmatig aangelegde poel toch zo natuurlijk mogelijk moet ogen, werk ik niet met vijvermandjes. De waterlelies plant ik rechtstreeks in de modder. Het grootste gedeelte van de poel is volgestort met zo'n 50 cm zwarte grond. Gemengd met water wordt dit mooie smurrie waar waterlelies gek van zijn. Het linkergedeelte wordt 'aangekleed' met lavasteentjes, ook nog overschot van de zwemvijver. Hierin komt een flinke lading gedoornd hoornblad en wat pijlkruid en watermunt.

De poelrand kan je op verschillende manieren afwerken. Met graszoden, boordstenen of kasseien. Ik heb deze keer eens 'Servische keien' gebruikt. Dit zijn witte keien die je in bulk kunt kopen (zo'n 50 euro voor een half ton). Nu, net na de aanleg, doet het resultaat nog wat pijn aan de ogen. Maar eens de aanplanting achter de rug zal zijn en heel wat van die keien ook begroeid zullen zijn, zal hier snel verandering in komen.

Vandaag probeer ik de waterlelies, witte en rode, uit een andere vijver te sleuren. Hier komen ze niet meer tot bloei wegens overwoekering door andere waterplanten. Zonder zonlicht moet je het stellen met de bladeren alleen en dat is écht zonde. De volgende dagen zal ik dan de waterrand aanpakken. Met wat varens en geraniums zal het wel lukken. Ook koninginnenkruid, bronzen venkel en rode zonnehoed staan al enkele weken klaar om aangeplant te worden.

Tijd om er aan te beginnen.