Pagina's

30 september 2013

De Balatkas

 De Balatkas in de Nationale Plantentuin te Meise

Gecombineerd met de opendeurdagen van Kwekerij Bruckeveld in Merchtem was de dag met ons bezoek aan de Nationale Plantentuin van België prima gevuld. De goesting om er echt alles gaan te bezichtigen was er niet. 92 hectaren en 18.000 soorten planten dat is een beetje van 't goede te veel. We maakten dus een selectie: het Plantenpaleis met de overbekende Victoriakas, het kasteel van Boechout, het Pachthof met Tuinwinkel, de oranjerie van het verdwenen kasteel van Meise (taart en koffie) en de Balatkas. Balat? Dat is de man die ook tekende voor de Koninklijke Serres te Laken, die we in mei van dit jaar bezochten.


Ik ben vroeger, voor de communitaire poespas, al een paar keren in Meise terechtgekomen. Telkens moest het snelsnel gaan waardoor ik die Balatserre altijd gemist heb. Zonde natuurlijk want het is m.i. hét gebouw dat niemand mag missen. Een kleintje maar een fijntje, zoals ze zeggen.

In 1854 ontwierp Alphonse Balat, op dat ogenblik de hofarchitect van Leopold II, deze kleine kunstzinnige kas om er de Victoria amazonica, een grote waterlelie uit tropisch Amerika, in onder te brengen. Oorspronkelijk werd ze gebouwd in het Leopoldpark te Brussel, als ik me niet vergis destijds dé dierentuin van Brussel. Een eerste keer verhuisde ze naar de Kruidtuin te Brussel (De Botanique) om rond 1941 een vaste standplaats te vinden in de Plantentuin te Meise.


Haar bestemming en architectuur verleenden haar respectievelijk de naam 'Victoriakas' en 'Kroonserre'. Het kroontje bovenop laat geen twijfel bestaan over Balats broodheer. Voor de architect was deze serre een vingeroefening voor het bouwen van de monumentale Koninklijke serres te Laken waarvan de Wintertuin in 1874 werd gerealiseerd.  Het mooie aan deze serre en die van Laken is dat ze overduidelijk de vormentaal van de Art Nouveau bevatten alhoewel deze kunststroming officieel pas in 1890 aanvang neemt.


In de Balatserre vind je nog steeds de (niet met water gevulde) bassin die voor de reuzenwaterlelies bedoeld was. Momenteel hebben vorstgevoelige planten de plek ingenomen. Rondom de Balatkas kan je door het 'Herbetum' struinen, voor liefhebbers van vaste planten vast en zeker de moeite waard. Heel wat bomen en struiken van de Nationale Plantentuin zijn Kampioenen van België wat ouderdom of stamdikte betreft. Alleen hiervoor al zou je naar Meise kunnen afzakken. Ik was ferm onder de indruk van een tulpenboom aan de westzijde van de oranjerievijver. Zo'n kastaar heb ik nog nooit gezien, jammer dat hij uitgebloemd was.


Interessant om weten is dat het domein van de Nationale Plantentuin toebehoorde aan de zus van koning Leopold II. De koning kocht het aan voor zijn zuster Charlotte, ook gekend als 'Keizerin van Mexico'. In 1938 kocht de Belgische staat het landgoed over van de Koninklijke familie en in 1958 werd het opengesteld.

Alphone Balat overleed in 1895 en is begraven op het kerkhof van Laken. Eén van de bekendste leerlingen van Balat is Victor Horta.

Lovely Flying Object

 
Dit beestje, op afstandbediening, oh .... dat zou me plezier opleveren.


25 september 2013

zoiets

Legumen zie ik me nog niet direct telen. Ik vind het veel te veel gedoe maar wie weet steek ik hier binnenkort grote pleidooien af voor een eigen moestuin. Hier kan echt alles. Ik zie de voordelen wel maar ontwaar thans toch vooral de nadelen. Gieten tijdens langere afwezigheden, schimmel- en verwelkingsziektes, geconcentreerde opbrengsten waardoor je met overschotten zit, mijn (gevleugelde) dierenvrienden die plots concurrenten worden, tomatenfoto's die opduiken op mijn blog, een stuk siertuin dat ik moet opofferen en fallusachtige dingen die me met gemak uit de markt spelen. Maar een schoon serre, die is meteen welkom. Zoiets bijvoorbeeld:

 prachtige serre uit De Tuinen van Hoegaarden

Gewoon voor 't zicht alleen al zou ik me zo'n glazen kathedraal durven aanschaffen. Moest mijn geldbiljettendupliceermachine al op punt staan, stond zo'n ding al in mijn hof te pronken. Want goedkoop zal zoiets wel niet zijn zeker? Ik zou er een zithoek in installeren, leidraden vol sappige druiven spannen die ik zonder opstaan vanuit mijn ligstoel in mijn gulzig mondje kan steken, potten vol met HTC-vrije hennepplanten zetten om de klap in 't dorp wat aan te wakkeren, experimenteren met vorstgevoelige bloemen en kruiden in het bijzonder die met giftige bestanddelen en dit met het oog op zelfeuthanisering en het geniepig uit de weg ruimen van overtollige smeerlappen en er een frigo in installeren, aangedreven door vrijwillige en liefst ook sportieve VELT-moestuiniersters, met daarin de lekkerste bieren die ik ken. Maar tomaten en komkommers komen er niet in. Een ander model dat me wel aanstaat is dit:

... maar dan zonder dat houten timmerwerk
(foto genomen in De Tuinen van Hoegaarden)

Hier zie ik al meteen een oplossing voor onze proppensvolle garage in de wintermaanden. De meeste planten in pot overleven daar wel maar telkens is er toch ook een uitval wegens een gebrek aan licht. Dat rot dan, ijzeren potten roesten en dat maakt kringen op de vloer. Ik moet het je niet vertellen want de kans is groot dat het daar bij jou nog erger is dan hier. En ja, de auto slaapt dan buiten, net wanneer het vriest en ijzelt. De logica op zijn kop. 

Esthetisch is zo'n muurserre zeker ook en warm zal dat ook wel zijn want goedgeplaatst kan de koude wind er niet in spelen terwijl de zonnewarmte maximaal binnenvalt. Als de draagmuur dan aan de buitenkant nog zo gracieus wordt aangekleed als in Hoegaarden (zie foto) dan heb je een flinke meerwaarde aan je geleeg toegevoegd. Ik zou dan enkele kleine gaten in de muur laten zodat de muisjes altijd binnen kunnen (en buiten als ze hun gevoeg moeten doen) net als ander 'ongedierte' dat ons leven toch altijd weer weet op te vrolijken. Voor de grote muizen voorzie ik een deur. En een zorgvuldig geselecteerde kalebasplant. Neen, geen wortelrot in mijn serre! Zoiets vind ik echt vies.


20 september 2013

microwezentjes

Een mini-mini-huisjesslak op de bloemkornoelje.
 (Op de foto klikken voor een groter formaat)

Uit de slakkeneitjes zijn hier intussen de eerste minislakjes gegroeid. Zo klein dat ik ze met mijn bescheiden kodak bijna niet scherpgesteld krijg. Hun lijf is nog doorzichtig maar het huisje en de tentakels (met bovenaan de ogen) zijn al duidelijk aanwezig. Zelfs vergeleken met mijn vingertoppen zijn het microwezentjes. Wonderbaarlijk als je 't mij vraagt.


18 september 2013

Een bloem met bezoek


Helianthus 'Lemon Queen' met actief hommeltje in een donzig jasje.


de muts van de kardinaal

de valklare zaadjes van de Euonymous planipes

Kardinaalsmutsen zijn om twee redenen bijzonder geliefd: de herfstverkleuring en de mooie vruchten die wat op de mutsen van een kardinaal gelijken vandaar ook hun naam. 

De wilde kardinaalsmuts (E. europaeus) heb ik in onze tuin het meeste staan. Niet allemaal zelf aangeplant want de vogels zorgen voor de verspreiding van de gemakkelijk kiemende zaden. Een aantal van hen krijgt jaarlijks bezoek van de stippelmot waardoor ze volledig ingepakt zijn met spinsels en kaalgevreten worden. Ik laat dit verschijnsel ongemoeid want de struiken krijgen wat later nieuwe bladeren. In de herfst verkleuren de groene bladeren mooi oranje-rood en ook de rozige vruchten splijten dan open waardoor de oranje zaden tevoorschijn komen. De witte bloempjes stellen niets voor maar bevatten wel vrij veel nectar. Van de wilde kardinaalsmuts staat in onze tuin ook de cultivar 'Red Cascade' waarvan de takken overhangend zijn.

Nog mooier dan de wilde kardinaalsmuts - en goed verkrijgbaar - is de Euonymous planipes (zie foto). Een absolute aanrader. Ook hier is er de mooie rode herfstverkleuring (zeker als hij voldoende zonlicht heeft) maar het zijn vooral de vruchten die een extra troef zijn. In plaats van het eerder fletse roze van de wilde kardinaalsmuts zijn hier de vruchten mooi rood. Heel sierlijk, zeker wanneer na het openbarsten de oranje zaadjes hangen te bengelen.  Wel stel ik vast dat er nog geen enkele jonge zaailing van deze struik is opgedoken. In de winter is deze kardinaalsmuts nog steeds sierlijk want ook de puntige winterknoppen zijn roodgekleurd. In onze tuin is de E. planipes nog nooit kaalgevreten door de stippelmot. Blijkbaar richt deze mot zich enkel tot de wilde soort. Ook dat is meegenomen.

Van de bladverliezende kardinaalsmutsen heb ik enkele jaren geleden ook de E. alatus aangeplant. Deze verkleurt in de herfst echt knalrood - de Engelsen noemen hem niet voor niets 'Burning Bush' - en de takken vormen kurklijsten over gans de lengte, vandaar 'Winged Euonymous' of de 'gevleugelde kardinaalsmuts'. Het groepje E. alatus staat hier aan de rand van het bos, in behoorlijke droge grond, en doet het vooralsnog uitstekend.

Wie van opvallende herfstkleuren houdt, kan de kardinaalsmutsen niet over het hoofd zien. Wel opletten dat eventuele kinderen de zaden niet in de mond steken (geef ze bijvoorbeeld regelmatig een boterham) want de kardinaalsmutsen zijn giftig. In plaats van deze sierlijke en gemakkelijke struiken hierom weg te laten uit je tuin, kan je de kinderen beter van kleins af aan leren om niets uit de tuin in de mond te steken. Om het wat stout af te ronden: met de kardinaalsmutsen ga je om zoals je dat best met echte kardinalen doet. Voorzichtig.




14 september 2013

de tuin in 2 foto's

Middentuin met zicht op de veldkapel. 

In de herfst en zeker met dit winderig regenweer wordt het met al die planten hoe langer hoe meer een echte wildernis -volgens sommigen een rommelig zootje. Laat dat net datgene zijn wat ik graag zie. Orde en netheid, 2 dingen die in een ecologische tuin perfect kunnen ontbreken.

Onze zithoek vooraan in de achtertuin.

In deze laatzomerperiode krijgen onze opvallende rode en oranje stoelen aan alle kanten compagnie van natuurlijke herfstkleuren: rode wilde appels, geel-oranje sierappeltjes, de oranje verkleuring van het krentenboompje, een knalrode Acer palmatum en de roodverkleurende bloemen van sedums. Meer en meer valt het tuinset minder en minder op. In de natuur is geen kleur te gek.


(Twee winterbeelden vind je hier, sneeuw inbegrepen)


13 september 2013

sappige welkom


eindelijk een goede reden om eens langs te komen
de eigenaar(s) neem je er maar bij


11 september 2013

Met de L naar Lummen

 De duizendjarige eik van Lummen

Met de verplichte 'L' op de achterruit liet ik mijn dochter tot aan de duizendjarige eik in Lummen rijden. Deze weg heeft niet al te veel moeilijke manoeuvres en het is toch altijd interessant als je halverwege eens kunt uitstappen om iets schoons te bezichtigen. 't Was immers van november 2008 geleden dat ik deze monumentale eik een bezoek bracht. Intussen is de nabije omgeving van deze kolossale zomereik heringericht met paden, infoborden, een uitkijktoren en inheemse aanplantingen zodat ik er wel benieuwd naar was.

 een stamomtrek van 6,20 meter

Op één van de fraaie infoborden lees ik dat er ooit brand is geweest in de holle stam van de eik. Zelfs de brandweer is er aan te pas gekomen om het vuur te blussen. De zwaar gehavende boom werd in 1984 ook door een boomchirurg onder handen genomen om hem terug wat vitaler te maken. Aan het bladerdek te zien lukt het de eik nog redelijk om voldoende sap aan de bodem te onttrekken ook al is de oostzijde van de schors en de cambiumlaag volledig verdwenen (zie foto hierboven). Vanaf 3,5 meter hoogte gaapt er aan die kant een mansgroot gat. Wat hoger groeien zwammen, iets wat ik liever niet zie in bomen die niet mogen wegteren.

zicht vanop het pad vanuit de autoparking

De gemeente Lummen heeft in 1994 haar openbaar groen geinventariseerd. Hierbij werd de duizendjarige eik geschat op 67.500 euro, een 'combinatie van zijn ecologische en economische waarde'. Maar ik denk dat er op natuurschoon, leefmilieu en gezondheid geen geldbedragen te plakken vallen. Toch is het een trend, ook vanuit wetenschappelijke hoek, om op die levensbelangrijke zaken een waarde te plakken. Allicht omdat geld iets is wat beleidsmakers begrijpen, wat met immateriële zaken wel anders ligt.

We beklommen ook de nieuwe uitkijktoren maar door de geringe hoogte ervan valt er niet veel te bewonderen. De bekleding (facade) van deze toren is best origineel. Hiervoor gebruikte men betonijzermatten die opgevuld werden met houtsnippers. Aan de herininrichting van het terrein is wel duidelijk te zien dat men de duizendjarige eik een warm hart toedraagt. Vandaag komt zijn monumentaal karater veel beter tot zijn recht dan vroeger. 

Vlakbij deze boom bevinden zich ook nog 'de zoon' - die voor de herinrichting door bezoekers vaak verkeerdelijk voor dé duizendjarige gehouden werd omdat het de eerste dikke boom was die ze tegenkwamen - en 'de kleinzoon' maar  de kans dat dit biologisch ook klopt, is even groot dan dat ze niet klopt. Ook de leeftijd van 1000 jaar is ongetwijfeld flink naar boven afgerond. Dat doet evenwel geen afbreuk aan de pracht van de boom en de mooie site errond.

10 september 2013

Roxy & Elsewhere

In het enorme oeuvre van Frank Zappa zitten enkele opnames die er naar mijn smaak echt bovenuit springen: Live in New York, Sheik Yerbouti, The Grand Wazoo, Shut Up 'N Play Yer Guitar, Overnite Sensation en het ronduit sublieme Roxy & Elsewhere.

de achterkant van de dubbelaar Roxy & Elsewhere (L.P.)

Roxy & Elsewhere werd op een 'dubbele L.P.' uitgebracht in 1974. De meeste opnames gebeurden in de Roxy in Hollywood (dec. 1973). In die tijd werd Frank Zappa omringd door schitterende muzikanten zoals de pas overleden George Duke, de 3 gebroeders Fowler, Chester Thompson en percussioniste Ruth Underwood. Dit leverde muzikaal vuurwerk en virtuoze hoogstandjes op die van de dubbelaar een icoon hebben gemaakt. Ik sta er nog steeds van versteld dat Zappa, toen slechts 33 jaar, dit voor mekaar kreeg.

Momenteel toert Zappa plays Zappa 'in honor of the 40th anniversary of Roxy & Elsewhere' de wereld rond om deze opnames opnieuw integraal live uit te voeren. Op 8 november stopt Dweezil Zappa (zoon van) en zijn band in de Gentse Vooruit. Dit is voor mij een niet te missen kans om deze schitterende muziek eindelijk eens live mee te maken. De tickets zijn daarom al besteld en gecombineerd met een nachtje Gent kan dat niet tegenvallen.

Dweezil Zappa  (Foto: Zappa plays Zappa)

Ik heb Frank Zappa een aantal keren aan het werk gezien, ook zijn laatste concert in België -in het Gentse Kuipke in 1988- heb ik bijgewoond. Het waren onvergetelijke momenten. Net zoals alle Zappa-fans was ik de kluts wat kwijt toen Zappa op 52 jaar zijn strijd tegen kanker verloor. Op 4 december van dit jaar is dit al 20 jaar geleden maar ik vind nog steeds dat Zappa - en zeker zijn gitaarspel - ongeëvenaard is. Luister naar Shut up 'n Play Yer Guitar en je weet wat ik bedoel.

Zappa plays Zappa is niet zomaar een covergroep. Wie wil horen hoe Zappa's band klonk, kan zichzelf geen beter cadeau doen dan af te zakken naar de Gentse vooruit. Dweezil oefent zich al enkele jaren suf om het gitaarwerk van zijn vader onder de knie te krijgen en dat begint héél aardig te lukken. Tesamen met zijn uitstekende groep, waaronder Scheila Gonzalez, zal hij voor een topavond zorgen. Neem het van mij aan.



9 september 2013

postkaart


Deze mooie Hundertwasser-postkaart kreeg ik cadeau van Tim Degelin, waarvoor dank.
Het originele werk heet 'Das Auge und der Bart Gottes' of  'Het Oog en de Baard van God' en 
dateert van 1965.

Dit doet me eraan denken dat ik nog wat foto's te bloggen heb van ons bezoek aan de
Hundertwassertoren in brouwerij Kuchlbauer in Abensberg. Ze komen eraan. Binnenkort.
Goed om weten: ook de header van mijn blog werd geschilderd door Hundertwasser.



8 september 2013

lasagne zonder lasagnevellen

Lasagne alla muggenbeet. Het zoveelste recept voor een lasagne? Neen. Deze lasagne verschilt fundamenteel van andere lasagnes omdat het hoofdbestanddeel van gewone lasagnes, de lasagnebladen, ontbreekt. Zoals een bos zonder bomen en een zee zonder water. Koken in een zodanig andere dimensie dat ik het zelf ook allemaal niet snap maar als het resultaat lekker is, maakt het allemaal niet uit of het eigenlijk nog wel een lasagne is of niet. Ik noem het Lasagne zonder Lasagnevellen en als het kind eenmaal een naam heeft, zal het zo door 't leven gaan. Fijngesneden frit steppegras noemen, dat is pas psychedelisch.

het eindresultaat voordat de schotel in de oven gaat

In tegenstelling tot steppegras mag iedereen deze vegetarische lasagne maken, opeten en op de kaart zetten. Ik ben Monsanto niet. Hoe meer er vegetarisch gekookt wordt, hoe gelukkiger de dieren. Dierenvrienden eten nu eenmaal (minstens) vegetarisch. Met graagte geef ik hier het recept. 

Deze ovenschotel boordevol smaken en energie bestaat uit 4 lagen. Als kok denk je daarom ook in deze 4 lagen die je één voor één klaarmaakt en in de schotels schept. Op onderstaande foto kan je deze stappen volgen. 't Is eenvoudig maar neem er je tijd voor. Niets zo zielig als klaar geraken binnen 1000 seconden.

boven: laag 1 t/m 3
onder: voorbereiding afwerkingslaag, de smeuïge saus, de afgewerkte schotel

Laag 1: Kook in gezouten water tricolere spirelli net voorbij al dente. Ik neem meestal de witte, groene en oranje versie maar andere kleuren zijn ook mogelijk. Denk eraan dat zwarte spirelli gemaakt kan zijn van inktvis. 1/3 van de schotel vul je met deze spirelli die je vervolgens met enkele scheuten olijfolie overgiet.

Laag 2: Maak een pittige tomatensaus. Stoof fijngesneden ajuin en witte preistelen in wat boter. Als deze mengeling gaar is, voeg je goed gerijpte tomaten toe. Kap er passata bij om de saus goed lopend te maken. Voeg prinsessenbonen toe en kruid het geheel. Ik neem hiervoor 1 blokje groentenbouillon, zout, peper, bruschetta en de typische spaghettikruiden. Bij een familiefeest maakt ik mijn sauzen nooit te pikant omdat kinderen, maar ook andere gasten, dat niet altijd aangenaam vinden.

Laag 3: Bak Quorn gehakt in de pan. Ik gebruik half Soya-bakboter, half olijfolie. Zout en peper de quorn. Let op: bakken is bakken! Het volstaat niet om diepgevroren Quorn in de pan te ontdooien.

Laag 4: de afwerkingslaag. Net zoals bij lasagne mét lasagnebladen bestaat ook deze schotel uit een rode saus en een witte saus. De witte saus begin je met boter, bloem (roux) en melk. Als deze saus goed gebonden is, kruid je bij met peper en muskaatnoot. Voeg er mosterdkaas en mozzarella aan toe om een heel smeuïge saus te verkrijgen. Een ei erbij kan maar zelf doe ik het niet. In deze saus kap je tenslotte pijpajuintjes en vooraf gekookte (fijngesneden) worteltjes en gele paprika. Meng alles goed en overgiet de schotel.

Zet de schotels in de oven en bak af op 200°C, zo'n 20 tot 25 minuten. Zorg ervoor dat de witte saus bovenaan een beetje bruin gegrild is. Laat het smaken. Een rood wijntje erbij smaakt prima. 

Volgende keer: groentesoep zonder groenten.


7 september 2013

oranje gloed

Binnen 2 weken begint de herfst (al). Veel tuinliefhebbers vinden de herfst het mooiste seizoen van het jaar. Anderen worden er vooral melancholisch van. Ook nu al zie je struiken in vol herfstornaat, al heeft dat vooral met de aanhoudende droogte te maken. In onze tuin is de gele pavia (Aesculus flava) opnieuw de blikvanger. Jaar op jaar is het onze 'mooiste' droogte-indicator. Zijn bladeren verkleuren prachtig naar het oranje zoals weinigen dat kunnen.

de gele pavia komt in Noord-Amerika in het wild voor

Behalve deze Pavia zie je op bovenstaande foto nog wat kleur in onze tuin, ook al hebben de meesten flink een klop van de hete hamer gekregen: linksboven zie je de knalrode wilde appeltjes van een spontane zaailing, in het midden bovenaan zie je de rode verkleuring van de Parrotia persica, aan de rechterkant hangen er geelrode sierappeltjes en beneden links kan je de vruchtjes ontwaren van de kardinaalsmuts, die - zoals je weet - in de herfst mooi rood verkleuren en hiermee deze struik zijn voornaamste sierwaarde geven.

Een groot voordeel van deze gele pavia is dat hij niet aangetast wordt door de mineermot die bij de wilde paardenkastanjes lelijk huishoudt. De gele bloemen scheiden ook een nectar af waar vooral de mieren van profiteren. Zo'n tiental bloemen geraakt elk jaar bevrucht waardoor er  kleine 'kastanjes' in de boom groeien. Helaas zijn deze vruchten, net als die van onze rode pavia even verderop, niet in staat om te kiemen en voor nakomelingen te zorgen. Er zit dus niks anders op dan te enten.

update 20.20 uur:

Dan blog je een stukje met als titel 'oranje gloed' en diezelfde avond wordt ineens gans je huis en tuin in een warm oranje licht gestoken. Blijkt dat de combinatie van zonsondergang en een of andere wolk boven je geleeg voor een fantastisch natuurfenomeen zorgt. Knap! Het effect hield zo'n 5 minuten stand en toen was het weer weg.

knap natuurfenomeen alsof 100 oranje lampen tesamen werden ontstoken

maar 't had ook een bosbrand kunnen zijn:



4 september 2013

't blijft libellentijd

blauwe ogen als knikkers

Met dit warm en droog weer blijven de libellen rond onze waterplassen hangen. Momenteel zie ik opvallend veel heidelibellen en pantserjuffers (waarvan heel wat ei-afzettend). Vandaag was ook een bruine glazenmaker present - 't was een mannetje - en dat was de allereerste keer sinds 'mijn eigen-tuin-waarnemingen'. In tegenstelling tot de pantserjuffer die me alle tijd gaf om met mijn toestel aan de slag te gaan, kreeg ik bij de glazenmaker slechts 3 afdrukken de kans om er iets fatsoenlijk van te maken. Door het felle tegenlicht kon ik niet het resultaat boeken dat ik voor ogen had. Gelukkig is dit mijn eigen blog zodat ik onderstaande foto toch kon laten verschijnen. Als je je eigen baas bent, kan de lat al eens naar beneden.

de rechterachtervleugel is flink toegetakeld
maar aan het vliegen te zien, had hij hiervan geen last.

(goed om weten: de libellen worden tegenwoordig ingedeeld in enerzijds 'de echte libellen' en anderzijds 'de juffers')


bonsai-eiken

het pad naar zee

Bonsai-eiken, het bestaat. Een bijzonder natuurfenomeen. We zagen het achter de duinen van Domburg-Oostkapelle in Walcheren. Door de sterke Noordzeewind lukt het de eiken niet hoger te worden dan 2 meter. Ze groeien er als grillige struiken. Voor alle zekerheid ben ik het gaan opzoeken in een natuurrapport van de streek: het betreft wel degelijk zomereiken, kanjers die hier 30 tot 40 meter hoog worden. De natuur is een kunstenaar.

struweel van 'bonsai-eiken', gebeeldhouwd door de natuur



3 september 2013

de dorstigen laven zichzelf

Een half uurtje stilzitten aan de amfibiepoel leverde heel wat passanten op: een kuifmees, een boomklever, een koppeltje bonte zandoogjes, een blauwe glazenmaker en een boomkruipertje. En ja, iedereen heeft al eens dorst:




2 september 2013

op zoek naar kleur


De herfstanemonen staan of komen in bloei. Hier en daar staat er een mooi exemplaar te pronken. Toch hebben de meesten duidelijk last van de droogte in de tuin. Een goede regenbui is hier meer dan welkom. Goed weer voor de planten of de tuin is duidelijk toch wat anders dan wat de doorsnee mens onder goed weer verstaat. Het heeft er hier ooit nog erger uitgezien maar veel vitale vaste planten zijn er op ons geleeg niet meer te bespeuren... op de droogteminners na dan.


Wie je logischerwijze niet hoort klagen over de droogte, zijn de planten die met hun voeten in het water of de modder staan. De watermunt en het pijlkruid (zie foto) bijvoorbeeld. Zij hebben het perfect naar hun zin en heel wat insecten zoeken nu bij hen hun toevlucht omdat elders nog weinig nectar te rapen valt. Dat pijlkruid is overduidelijk een betere plant voor ons klimaat dan het snoekkruid. Ik zie jaar op jaar het pijlkruid in omvang toenemen terwijl het vorstgevoelige paarse snoekkruid zich juist in leven weet te houden.


De hortensia's (H. quercifolia) die er reeds in geslaagd waren om hun mooie trosvormige bloemen te vormen laten hun blad wel hangen maar de bloemen zelf laten dat niet aan hun hart komen. Vermits zij uitermate geschikt zijn om in een droogboeket verwerkt te worden, doet de natuur thans dat werk dat anders binnenshuis dient te gebeuren. In deze tijd van het jaar zouden normaal gezien ook de groepen asters en sedums kleur in de tuin brengen. De sedums zijn op de afspraak maar zowat de helft van de asters heeft grote dorst. De bloemvorming is achterwege gebleven, het is vechten om te overleven.

Als het echt moet, pomp ik wat water uit onze regenput. Eénmaal heb ik met de darm al een grote spuitronde ondernomen en dan weet ik dat de bodem in zicht is. Moest ik opnieuw bouwen zou ik 10.000, zelfs 20.000 liter opvangcapaciteit voorzien, maar momenteel moet ik het stellen met een put van 3.000 liter. Het gangbare formaat in 1990. Stom maar in die tijd al vooruitstrevend.... en zelfs gesubsidieerd.