Halen ligt op slechts 15 km van onze deur. Voor wandelaars en natuurliefhebbers heeft de gemeente heel wat te bieden. Zelem met de magnifieke Vallei van Zwarte Beek is eerder 'Kempisch' terwijl Loksbergen met de vele holle wegen dan weer Hagelands is, inclusief appel-, peren- en druiventeelt. En het waren precies deze holle wegen die me naar Loksbergen lokten, temeer daar 'de diepste van Vlaanderen' zich door de Loksbergse Kluisberg klieft.
We vertrokken aan het buurthuis van Zelk, vlakbij de baan Diest-Hasselt. De 10 km lange route van de holle wegen wandeling is prima aangegeven en met de wandelkaart van Regionaal Landschap Lage Kempen is verloren lopen onmogelijk.
Al op de Bokkenberg (70 meter) bleek dat we het meer dan getroffen hadden: de appel- en perenbomen staan nog volop in bloei en dat geeft aan het heuvellandschap een extra dimensie. Op de Kluisberg (80 meter), halverwege de wandeling, hielden we temidden te perenbomen en de paardenbloemen een rustpauze. We zetten ons in het gras met een wijds uitzicht op Loksbergen. Jo experimenteerde er voor het eerst met een echte verrekijker.
De 'Fransman', een prachtige holle weg doorheen de ijzerzandsteen, had toen met zijn 'zwevende bomen' al een enorme indruk nagelaten. Na de pauze trokken we 100 meter verder door de 'diepste holle weg van Vlaanderen'. Je wandelt er maar liefst 12 meter diep en de steile taluds lijken uit een cowboy- en indianenfilm te komen. Blijkbaar vormen ze voor avonturiers ook een uitdaging want de voetsporen (maar ook glijsporen) van ettelijke klimpartijen zijn duidelijk zichtbaar.
Deze unieke holle weg, lees ik, werd aangekocht door Natuurpunt die op deze plek een project van landschapsherstel zal uitvoeren.
de salomonszegel steelt de show
Bij de terugweg, aan de westerzijde van de Kluisberg, belandden we ineens temidden de druivenranken. Blijkt dat de Halense druiventeelt al dateert van de 12de eeuw. De huidige, Duitse druiven werden zo'n 20 jaar geleden aangeplant en de wijn ervan zou het "erg goed" doen. Maar of het nu Hagelandse dan wel Limburgse wijn genoemd wordt, weet ik (nog) niet.
De wandeling is ook voor plantenliefhebbers meer dan de moeite. Holle wegen hebben hun eigen microklimaat en dat levert vaak een specifieke biotoop op. De salomonszegel steelt -wat mij betreft- de show maar ook de honderden varens (vooral mannetjesvaren en een beetje eikvaren), het maarts viooltje en de grote plakken bosanemoon zijn een lust voor het oog.
Door het golvend landschap kruipen de tien kilometers aardig in de kuiten maar zonder enig voorbehoud is dit een aan te raden wandeling. Gezien de rust waarvan je kan genieten is dit een volwaardig alternatief voor de Haspengouwse bloesemwandelingen (Cataract, weet je wel). Wie van ver komt en goed ter been is, kan de wandeling combineren met het Webbekoms Broek met vertrek aan de Halve Maan te Diest.