Verkiezingen zijn in aantocht. Lelijke smoelen worden met behangpap tegen gevels en borden geklad. Voor mijn part mogen ze de populisten onder hen er met keepernagels bovenop hameren en ze er een streng wintertje laten hangen. Wat mij interesseert, zijn concrete levenskwaliteit-verbeterende ideeën. Met goedkope slogans of gekunstelde poses van leiderschap kan niemand mijn stem voor zich winnen. Ik weet ondertussen wat ik veranderd wil zien, met welke mensen en partijen dit het best kan lukken en wie deze thema's op een betrouwbare manier op de agenda plaatst. Ook zonder campagne. Wie hier met geld gooit, zal achteraf ook vooral aan zichzelf denken.
Eén van de thema's die me bij gemeenteraadsverkiezingen nauw aan het hart ligt, is de inrichting van je dorp of stad. Enkele mogelijke vragen: Hoeveel ruimte krijgt het gemotoriseerd verkeer, waar situeren we de bedrijventerreinen en welke bedrijven willen we aantrekken, hoeveel
publieke ruimte beogen we, willen we een betonnen stad of
eentje vol bomen en struiken, laten onze bouwvoorschriften creativiteit en kleuren toe of wordt dit net in de kiem gesmoord, welke investeringen en initiatieven ondersteunen we en welke remmen we af, laten we de ambtenarij beslissen of is er reële inspraak van geëngageerde, niet egoïstische burgers, ...?
Een prachtvoorbeeld van hoe het ook kan,
Hundertwasserarchitectuur in Bad Soden am Taunus in Duitsland.
Al een aantal jaren ga ik tijdens onze vakanties bewust op zoek naar gebouwen en steden die inspirerend werken. Die tonen hoe het ook kan. Niet zelden verneem ik dat bij de beginfase van de (omvormings-) werken negatieve kritiek en hoongelach met bakken uit de lucht vielen maar dat bij het eindresultaat toch bewondering de overhand haalt.
Zeg nu zelf, wie kan nu het
Hunderwasserhaus in Wenen niet geslaagd vinden? Deze groene oase in de Oostenrijkse hoofdstad is een belevenis die je niet meer loslaat. Dichter bij huis, in Bad Soden am Taunus, vonden we
een nog mooiere realisatie, naar onze mening
het allermooiste gebouw van Hundertwasser (zie foto). Het moet toch zalig zijn voor de mensen die daar kunnen wonen? Zelfs voor de buren moet het prettig zijn. Deze nieuwbouw toont aan dat kunstenaars en ecologisten de architectuur zeer zinvol kunnen bevruchten.
een geslaagde omvorming van een treinstation met
groene daken, kleurrijke zuilen en speelse betegeling.
(Uelzen, Hundertwasserarchitectuur)
Maar ook bestaande gebouwen kunnen een groene face-lift krijgen. In Uelzen vonden we het beroemde treinstation van Hundertwasser. De mooie gele facadesteen liet hij onaangeroerd maar door toevoeging van groendaken, kleurrijke mozaïeken rondom de steunpilaren, vele tinten verf op de ramen, een lichtkoepel in het dak en speelse betegeling van de perrons creëerde hij 'het mooiste treinstation van Duitsland'. Hundertwasser is een man -hij noemde zichzelf ook wel eens architectuurdokter- waar onze politici veel van kunnen opsteken. Zou een Dewever daar enige notie van hebben? Of een Annemans, zou die het verschil kennen tussen een eik en een lantaarnpaal?
Meer groen in de stad is een kwestie van willen en van durven. Parken en natuurgebieden zijn bijzonder interessant maar mogen geen alibi zijn om van onze huizen, kantoorgebouwen, pleinen en industrieterreinen ziekmakende, steriele en lelijke gedrochten te maken. Als er op het marktplein meer parkeerplaatsen zijn dan banken en bomen, dan is er werk aan de winkel. Ik zou het bijna zo durven te stellen: de graad van beschaving kan je afmeten aan het aantal vierkante meters gras, bloemen en struiken rondom de kerkentoren.
Bij de meeste partijen moet je met zo'n gedachtegang niet aankloppen. Zij hebben andere prioriteiten, zoals mensen tegen mekaar opzetten, mosselfeesten bijwonen, meer van hetzelfde als verandering presenteren of het inrichten van nieuwe, ondoordachte bedrijventerreinen. Maar zonder hen kan het ook. Als wij, onze vrienden, onze buren, onze familie en onze collega's zelf tonen hoe het ook kan, zijn we al een eind opgeschoten. Wat niet weg neemt dat je op
14 oktober best op de 'goei' stemt.