31 maart 2014

vuurgoudwesp en boomblauwtje

vuurgoudwesp
De voorbije dagen merk ik dat de vuurgoudwespen weer bijzonder actief zijn. Deze minuscule wespjes - ze zijn amper 1 cm groot - leggen hun eitjes in de nesten van bijen en wespen waar de vuurgoudwespenlarven vervolgens parasiteren op hun larven. Wie een insectenhotel bouwt, legt als het ware een rode loper voor ze uit en krijgt ze gegarandeerd op bezoek. Op de foto zie je een vuurgoudwesp op inspectie op de bovenkant van een kastanjehouten paal welke intussen vol kieren en spleten zit. Zonder zijn prachtige kleuren zou het beestje aan ieders aandacht ontsnappen.

boomblauwtje
Vandaag merkte ik ook meermaals het gefladder van het kleine boomblauwtje op. Het landde vaak op een van onze Rhododendrons. Dit blauwtje heeft niet meteen een 'zittend gat', zoals we hier zeggen, waardoor het fotograferen ervan wat geduld van je vraagt. Dat geldt des te meer als je aan de slag dient te gaan met een compact met beperkt zoombereik. Verscholen tussen de groenblijvende Rhododendron met enkel mijn zwarte compact die voorzichtig richting vlindertje bewoog, kon het boomblauwtje toch ingeblikt worden. Voorlopig moet ik het stellen met de onderkant van de vleugels. In onze tuin staan heel wat waardplanten voor het boomblauwtje zoals hulst, klimop, vlinderstruik, kattenstaart en sporkehout.

Update: zonet stootte ik op een koppeltje dat van jetje aan 't geven was. In de appelboom dan nog.

Neen, deze vliegen dragen geen pothelm. Het zijn hun ogen.




26 maart 2014

oranjetipje fladdert al rond


Het was toch een verrassing dat hier gisteren bij het slenteren door het kleinfruit ineens een oranjetipje opvloog. Het mannetje dat door zijn oranje tippen op de voorvleugels niet te verwarren is met welke inheemse vlinder dan ook, is er dit jaar wel vroeg bij. Deze soort overwintert in onze streken als pop en blijkbaar heeft de warme winter de metamorfose naar imago enkele weken versneld.

Al jaren is hij hier in april en mei vaste klant, wellicht omdat het look-zonder-look en de judaspenning - samen met de pinksterbloem waardplanten voor het oranjetipje - hier gemakkelijk te vinden zijn. Zoals in voorgaande jaren zag ik hem wat later nectar drinken bij de bloemen van een witte Spirea. Daar vertoeft hij heel graag. Deze Spirea moet hem ook een veilig gevoel geven want bij volledig gesloten vleugels (onderste foto) gaat het oranjetipje met zijn gemarmerde onderkant volledig op in de struik. 

de gemarmerde onderkant van het oranjetipje kan model
staan voor de tekening van een camouflagenet


24 maart 2014

de tjiftjaf


Tjiftjaf tussen berkenbloesem

Ik heb hem dan toch te pakken gekregen. Hoog in de bloeiende berken zat hij zijn monotone zang ten berde te geven, mooi opgelicht door de laatste krachtige stralen van de avondzon. Ideaal om mijn 42x zoom er op los te laten om deze kleine zangvogel in te blikken. Met 6 beelden per seconde lukte het snel om hem op de foto te krijgen terwijl hij met geopende snavel zijn lied ten gehore bracht. Het is deze "onomatopoëtische zang" - dixit de vogelgids van Lars Jonsson - die je duidelijk maakt dat je te doen hebt met de tjiftjaf en niet met de fitis. De poten zijn ook wat donkerder en de gele wenkbrauwen ietwat minder uitgesproken. In onze tuin zit hij bijna steeds in de toppen van de bomen tenzij hij aan 't jagen is op insecten. Toch maakt hij net als de fitis zijn nest op de grond. Dit jaar was hij hier op 11 maart terug van zijn reis naar het zuiden (cfr. mijn ingave op waarnemingen.be). 


Van camouflage kent hij alles, zonder zang is hij onvindbaar


22 maart 2014

vogelbezoek

mevrouw en mijnheer de huismus

Een close-upopname van de tjiftjaf die hier begin vorige week neergestreken is, kan ik voorlopig nog niet tonen. Al heb ik daartoe verscheidene pogingen ondernomen. Als hij me ziet naderen vliegt hij telkens een andere boom in en enig leedvermaak is hem ook niet vreemd. Luidkeels begint hij meteen zijn 'tjiftjaf' te kelen alsof hij me plagend wil zeggen 'hela, hier zit ik nu' of  'pak me als je kan'. Och, als hij zich maar amuseert in de tuin. Ik zie hem regelmatig insecten plukken uit de bloesems van mijn gele pruimenboom en als er jongen zijn - al verscheidene jaren broedt hij hier met succes - zit hij uren aan een stuk te jagen in de buurt van de zwemvijver. Daar ga ik hem dit jaar proberen te verschalken met mijn kodak. Een uitdaging, geloof me.

pimpelmees tussen de bloesem van de gele kornoelje

Momenteel lukt het vogels fotograferen nog steeds het beste vanuit de keuken richting voedersilo. Het is daar nog steeds een gezellige drukte. Zolang er voer in de aangekochte zakken zit, blijf ik de koker met 4 eetgaten vullen. De huismussen zijn tegenwoordig de beste klanten. Zij huizen hier in de dikke hulstenhagen en onder de dakpannen. De huismus smost veel eten de grond op en hiervan profiteren dan weer het koppeltje Turkse tortels en de merels die voor het opruimingswerk zorgen. De belangstelling van de mezen is fel verminderd, zo nu en dan zie ik nog een pimpelmees een graantje meepikken om het in de gele kornoeljes smakelijk op te peuzelen. Zoals gewoonlijk nestelt een pimpelmees in het kastje tussen de blauwe regen.

mannetje van groenling

De groenling, één van onze mooiste inheemse vogels, laat zich ook meermaals per dag zien. Zaden zijn zijn lievelingskost en zo'n gratis buffet laat hij dan ook niet links liggen. Ik heb wat medelijden met de groenlingen van de buurt. Er zijn hier in de geburen de afgelopen weken heel wat coniferen (volwassen sparren) afgezaagd waardoor nestgelegenheid en kegelzaden definitief verdwenen zijn. Ook van de goudhaantjes, ons allerkleinste vogeltje,  weet ik dat ze graag in dichte naaldbomen jagen op allerlei 'ongedierte'. Zij zullen er ook wel niet kunnen mee lachen, net als de kuifmezen die graag in dennen- en sparrenkegels keuteren.

boomklever
Op 1 keep na zijn de wintervogels dit jaar volledig weggebleven. Geen sijzen en dus bijna geen kepen. Daardoor dat ik nog bijlange niet door mijn voorraad heen zit. Vorig jaar hebben zij hier wat opgevreten maar ik kreeg in ruil wel heel wat acrobatieën voorgeschoteld. Nog een mooie verschijning aan de voedersilo is een duo boomklevers. Sinds mijn vader (enkel huizen verder) gestopt is met voeren, verschenen ze hier terug op het toneel.  Als ik zacht geklop/getik hoor in de tuin zijn het bijna altijd deze boomklevers die achter de schors van de grove dennen beestjes zoeken. De boomklever is allesbehalve een schuwe vogel. Hij laat, net als het roodborstje, mensen dichtbij naderen. Mits wat gewenning zie ik hem nog uit de hand eten.

Voor de eerste borelingen van onze zangvogels vrees ik het ergste. Kraaien, eksters, Vlaamse gaaien, kauwen en eekhoorns volgen met grote aandacht de nestbouw in onze tuin. Zij weten al wat er binnenkort op de menukaart staat.


21 maart 2014

orgie met vliezen

"Een vijftal koppeltjes", tot de nacht van 19 maart op 20 maart. Wat er toen gebeurde is me een raadsel maar de dag daarop zaten er plots 50, misschien 60 bruine kikkers en enkele padden in onze zwemvijver. Een nachtelijke invasie, allemaal tegelijk. Het moet zijn dat ons water in één of andere toeristische kikkerbrochure werd opgenomen want hoe weten al die amfibieën ineens dat er hier een geschikte paarplek is. Doordat de zon gisteren de ganse dag scheen kon ik alle bewegingen onder water prima volgen. Wat ik zag heb ik de vorige halve eeuw nooit eerder gezien. Leerrijk, spannend met de ene ei-afzetting na de andere.




Het gekke was (vandaag gaat het zelfde tafereel door, de afterparty zeg maar) dat alle paartjes de eitjes in één specifieke waterleliemand afzetten. Er staan 5 zulke manden in de zwemvijver en toch was blijkbaar 1 daarvan uitverkoren. Bij momenten lagen er meer dan 10 eierklompen in deze mand (middenste foto). Wat me ook fascineert in deze gebeurtenis is dat de 'bevalling' zo gelijktijdig verloopt. De biologische klok van deze grote groep bruine kikkers loopt bijna perfect synchroon. Prachtig om zien was dat bij momenten die kikkers een echt kluwen vormden, een wriemelende brij gladde lichamen alsof ze zichzelf in knopen hadden gewrongen. Wat de voorste poten en wat de achterste waren, was niet meer te achterhalen.

Deze morgen zag ik dat er nog een tiental koppeltjes met een dik wijfje onderaan in en rond deze vijvermand vertoeft. Een pad was bezig met een eisnoer af te zetten, de 'paternoster' hing nog in het lichaam van madam pad. De goudwindes vreten zo te zien de eitjes niet op. Van paddeneitjes weet ik dat ze dat niet lusten maar kikkereitjes?


Als deze week voorbij is zullen er zo'n 60 kikkerdrillen in de zwemvijver zweven. De hieruit voortkomende larven en kikkervisjes zullen zich nestelen in de draadalgen (het groen op de foto) en hier ook van eten. Het zijn ook deze algen die de kikkerparen precies naar deze vijver lokken. In de 2 andere - algenloze -poelen in onze tuin is geen enkele eierklomp afgezet. Ze moeten dat rieken, denk ik.

Bruine kikkers zijn honkvast. Ze keren steeds terug naar hetzelfde voortplantingswater. Ik ga me niet aan een berekening wagen maar als deze karrenvracht kikkers en een deel van hun nakomelingen komende jaren blijft terugkeren en dit in toenemende getale, gaat er een moment zijn dat het 'kot te klein wordt'. Dat zijn zorgen voor later. Jammer blijft wel dat de salamanders wegblijven.

het paddenkoppeltje en de reflectie van bovenwaterfotografie :)



20 maart 2014

ecotuinen 2014

de affiche van de VELT-ecotuindagen

In de Seizoenen, het tijdschrift van VELT, zat deze week de nieuwe affiche van de komende ecotuindagen. Dit weekend gaat door op 31 mei en 1 juni. Het is een ideale gelegenheid om eens een kijkje te gaan nemen in een aantal ecologisch beheerde tuinen en kennis te maken met de man/vrouw achter deze tuinen. Dit jaar doen we hier niet mee - al ben je steeds welkom - wat ons de gelegenheid biedt zelf op pad te trekken. De volledige deelnemerslijst is me nog niet bekend maar ik weet wel dat er mogelijks een aantal collega-bloggers tussen staan.

Fruitberg is er zeker bij, Natuurlijk-rijk werd 'gevraagd om mee te doen', Annetanne doet ook mee heb ik ooit gelezen en wellicht zijn er nog maar dat lees je dan wel op hun blogs of in de volgende extra-katern van Seizoenen waarin alle tuinen zullen worden voorgesteld. Zodra deze katern in mijn brievenbus belandt, stippel ik onze ronde uit. Wie weet, tot dan.

Doe je ook mee? Laat het zeker weten.

19 maart 2014

verse kikkerdril


Nog 5 koppeltjes bruine kikker liggen op de bodem van de zwemvijver te wachten op de eierlegging. Sinds enkele dagen komen ze regelmatig naar boven om adem te happen. Zien ze ergens een verdachte beweging dan zwemmen ze meteen terug naar de bodem waar ze tussen de draadalgen dekking zoeken. Elke dag ga ik meermaals kijken of er nog ergens een klomp eitjes werd afgezet. Zonet was het zover, een kwartier geleden lag er in een waterleliemand een verse hoop eitjes. Nadat het mannetje deze eitjes met zijn sperma bevrucht heeft, zal hij het vrouwtje loslaten en kan de metamorfose naar dikkopjes en jonge kikkertjes beginnen.


Update:  tussen half drie en kwart na drie hebben nog 2 wijfjes hun eitjes afgezet. Het lijkt wel een synchrone bevalling hier. Een drukte van jewelste op de bodem van de vijver. De eiklomp in de waterleliemand werd door een andere koppeltje uit de mand gekieperd om er wat later zelf een hoopje in achter te laten. Een ander koppeltje kreeg nog een tweede mannetje op de rug. Zo'n ongevraagd triootje was duidelijk niet naar de zin van het mannetje dat zich al weken aan dit vrouwtje vast knelt. 


11 maart 2014

overbodige vraag


"Is 't oké als we nog wat langer blijven?"



10 maart 2014

het plaatje klopt

zonnebadende gehakkelde aurelia
Volgens de kalendermatige indeling van de seizoenen vertoeven we nog steeds in de staart van de winter maar daar is buiten niks van te merken. Echt lenteweer is het, om niet te zeggen zomerweer. Je merkt het aan de vlinders, zonnebadend en hier en daar al een baltsend paartje in de lucht.

Zoals elk jaar zien we ook nu weer het te verwachten trio: heel veel citroenvlinders (met geel-groene mannetjes en witte vrouwtjes), gehakkelde aurelia's (foto) en heel af en toe een dagpauwoog. Logisch dat je deze 3 als eerste opmerkt want samen met de kleine vos, die hier - op ééntje na - al jaren niet meer waargenomen wordt, overwinteren deze vier dagvlinders in onze contreien als vlinder (en niet als eitje of pop). Als het zonnetje weer schijnt en als de temperatuur oploopt, komen ze uit hun schuilplaats tevoorschijn. Op dit moment zijn ze met veel en dat doet me plezier. 

mannetje van citroenvlinder



5 maart 2014

mijn oog viel op ...


Hier werd het startschot gegeven voor de lente-opruiming bij de vaste planten. Op het gemak want forceren is nergens goed voor. Dit jaarlijks terugkerend werkje biedt tegelijk de gelegenheid om alle bollen, knollen en vaste planten die zich omhoog werken eens van dichtbij te bewonderen. Ik zag het eerste blauwe druifje in bloei, de eerste boshyacint, ijskristallen op de kamperfoelie ('t heeft licht gevroren), clematissen die vanuit de grond terug uitschieten en de adderwortel die doorgebroken is. Allemaal mooi maar mijn oog viel toch op de lupines. 

De haartjes op de bladeren zijn kostelijk maar vooral die waterdruppel in het midden intrigeert me. Hoe komt het dat die druppel niet wegvloeit? In het blad zijn nochtans spleten genoeg om langs weg te sijpelen. Zouden die haartjes het water afstoten? Ook gek is dat die druppel de kromming van het blad niet volgt maar gebogen staat. Heeft dit te maken met de cohesieve kracht? En ik vraag me af: is dat allemaal opgevangen water of is hier ook sprake van guttatie zoals je dat vaak ziet bij vrouwenmantel? Boeiend allemaal; normaal vraag ik zoiets aan mijn wederhelft, die in deze kwesties geschoold is, maar mijn madam zit in Parijs. Ook het zicht, dwars door de druppel, mag er wezen. Het heeft wat weg van een kompaskwal.





3 maart 2014

onze nieuwe huisdieren

Veel moeite kostte het niet om ze uit het hoofd te praten dat een nieuwe goudvis in die bokaal geen optie was. Veel interactie hebt ge niet met zo'n vis en het verversen van het water gebeurde hoe langer hoe meer met een pruillip. Laat ons eerlijk zijn:  bij het uitkuisen van de bokaal stonk het huis ook naar de uitwerpselen en als we op vakantie waren, moesten we telkens een goudvis-sit vinden om het beest te voeren en wekelijks zuurstofrijk water te geven. Eén keer is er te lang getalmd met het geven van nieuw kraantjeswater en het onfortuinlijk beest vertoefde in de goudvishemel. Geen nieuwe goudvis dus. We proberen het nu met een 6-tal slakken, poelslakken om precies te zijn.

éen van onze poelslakken in actie

In onze achterste waterleliepoel krioelde het van de poelslakken. Een slakkenorgie. Honderden. Zo veel dat ik vorig jaar geen waterlelie te zien kreeg, alles werd opgevreten. Als ze met weinige zijn doen ze zich vooral te goed aan rottend materiaal, wat geen kwaad kan maar met te veel vreters in het 'all-in-restaurant' moest ook het groen, vers loof er aan geloven.

Met een schepnet heb ik intussen de meeste kunnen vangen. Ze werden met een emmer verhuisd naar onze voorste poel waar ze - denk ik - minder kwaad kunnen. 6 willekeurige poelslakken kregen een nieuw onderkomen in onze ronde visbokaal in de keuken. De siersteentjes en de plastieken attributen van Spongebob bleven erin en ik voegde er wat hoornblad, beekpunge en een rot waterlelieblad aan toe. De slakken zijn heel actief, ze knabbelen en doen hun gevoeg wat toch de basiskenmerken zijn van een goede gezondheid.

Deze nieuwe bewoners laten me toe hun fysiologie beter te bestuderen: hun ademwijze, hun tweeslachtigheid, hun eetwijze, hun goede reputatie dat ze behoorlijk proper op hun eigen zijn. Moest ik ze beu worden of als er tekenen van slakkendepressie opduiken, zijn ze in 30 seconden bij in de poel gekapt. Het is eens iets anders. Het uitproberen waard.


1 maart 2014

Iris reticulata in de schemer

Iris reticulata tussen Helleborus

De Iris reticulata is intussen al door menig tuinier ontdekt als een prachtige smaakmaker in het voorjaar. Deze kleinblijvende iris combineert goed met heel wat andere lentebloeiers zoals het speenkruid, kleine maagdenpalm, Helleborus, krokussen of het loof van de Italiaanse aronskelk. Bij het vallen van de avond heb ik er los uit de pols enkele foto's van genomen zodat er wat David Hamilton-sluier in de prenten sluipt. Gecombineerd met een roze Helleborus geeft dat een kleurenpalet dat me wel bevalt. Het is zo één van die planten die in elke tuin wel zijn plaatsje verdient. Bovendien zijn de bollen ervan spotgoedkoop zodat je met weinig geld toch een hele oppervlakte kleur kan geven. De bollenkweker van mijn planten raadde me aan om ze veel licht te geven maar ze wel uit de volle zon te houden. De bodem mag niet uitdrogen.

Iris reticulata bij valavond ingeblikt waardoor het (zonder nabewerking) wat op een aquarel gelijkt.
Een truc gelijk zovele. Toegegeven,  je moet er voor zijn.