Pagina's

30 augustus 2011

nieuw tuinprogramma op TV

Bartel Van Riet

Op zondag 4 september - en dat zal rap zijn- start op Eén een nieuw tuinprogramma. Groenland zal het programma heten en de presentatie is in handen van Bartel Van Riet. Productiehuis Hotel Hungaria van 'dagelijkse kost' blikt de wekelijkse afleveringen in. In dit gloednieuwe programma staat het genieten van het buitenleven centraal.

Veel is er nog niet geweten over Groenland maar de website van Hotel Hungaria verwoordt het opzet als volgt: "Bartel toont je met aanstekelijk enthousiasme hoe je het beste kan halen uit tuin of terras en laat je het groen in je omgeving herontdekken. ... Groenland wakkert de groene goesting aan, zet aan tot creativiteit en laat zich inspireren door prachtige plekjes en mensen die houden van de natuur". Als dat niet aanlokkelijk klinkt!

In de eerste aflevering (start om 18.10 uur) trekt Bartel de stad in. Onder het motto 'vergroen je buurt' legt hij uit hoe je je eigen stoep- en geveltuin aanlegt. Om inspiratie op te doen worden er drie uiteenlopende stadstuinen bezocht. Om af te sluiten wordt er van op een dakterras genoten van de skyline bij zonsondergang.

Mogelijks, maar dat is nog niet zeker, wordt er ook een aflevering ingeblikt in onze ecologische tuin. Het thema zou draaien rond het dierenleven in de tuin. Vandaag kwam alvast iemand van het productiehuis een kijkje nemen en filmde hij enkele "mooie" hoeken en constructies van mijn hand. Als het niet doorgaat, niet getreurd, ik ben al blij dat er eindelijk nog eens een tuinprogramma op de VRT wordt uitgezonden. Ook al zijn het maar afleveringen van zo'n 17 minuten (maar wel een jaar lang), ik ben er zeker van dat Hotel Hungaria iets heel moois gaat brengen.




29 augustus 2011

dagelijks gezelschap

Vroeger nooit gezien maar tegenwoordig dagelijks gezelschap: een tweetal jonge boomklevers die in mijn naaldbomen al hakkend en pulkend op zoek zijn naar insecten. Hun spechtachtig gedrag trekt de aandacht. Alhoewel ze nog erg klein zijn en hun vederkleed tegen de schors van de grove den nauwelijks afsteekt, is het dankzij hun typisch geluid niet erg moeilijk om ze in het bos te vinden.

Dit moeten er twee zijn uit het succesvolle nest bij mijn vader, enkele huizen terug richting Tessenderlo-centrum. Hij had het geluk dat er een koppeltje hield in één van zijn nestkastjes. Zij metselden mooi het vlieggat op maat, wij hebben er uren naar het aandragen van beestjes gekeken en op een dag waren de jongen uitgevlogen. Mooi. En vandaar dat ik, gezeten bij de waterleliepoel, dagdagelijks een mooi schouwspel krijg voorgeschoteld. Wanneer dan ook nog de goudhaantjes tevoorschijn komen, eveneens om op insectenjacht te gaan in de dennen en de sparren, dan begrijp je wel dat ik als tuinier een gelukzalig gevoel ken.

een jonge boomklever tegen de stam van een den
(niet al te scherp maar van ver getrokken met een pocketcamera)



28 augustus 2011

leuke mannetjes

Al bij de allereerste stadsverkenning van Dresden viel ons iets koddigs op: op sommige oversteekplaatsen had je ordinaire voetgangerslichten zoals wij die kennen maar hier en daar werd je begeleid door een sierlijk en leuk mannetje. Het rode mannetje draagt een 'safarihoed' en staat met de armen gespreid, het groene mannetje, eveneens met hoed, wandelt met een arm in de lucht. Gek maar waar, het mannetje heeft zelfs een naam, Ampelmännchen, en blijkt een icoon te zijn van de Ostalgie-beweging in Duitsland.

het Ampelmännchen, in 't rood en in 't groen

Ostalgie is een samentrekking van Ost en nostalgie. Heimwee, zeg maar,  naar het dagdagelijkse leven in het voormalig Oost-Duitsland. Dit gevoel zit dieper geworteld in de samenleving dan gedacht wordt. Heel wat Duitsers van achter het Ijzeren Gordijn zien met lede ogen aan hoe hun stukje Duitsland verwesterd en veramerikaniseerd wordt. Zelf spraken we in een protestante kerk in Neustadt-Dresden met een fiere Oost-Duitser die zich behoorlijk opwond over deze kwestie. Hij was er niet over te spreken dat werd neergekeken op de Ossi's, hun cultuur en hun verwezenlijkingen. Toen hij ook het nachtelijk bombardement op Dresden aansneed werden we er ongemakkelijk van. Blijkbaar had hij toch liever dat Duitsland de oorlog gewonnen had.

Het Ampelmännchen in sleutelhangervorm

Maar het mannetje dus. Na de val van de muur werd al snel het plan gesmeed om alle verkeerslichten op Westerse leest te schoeien. Het Ampelmännchen moest na '30 jaar trouwe dienst' uit het straatbeeld verdwijnen, net zoals ondertussen ook de Trabant en de Wartburg de facto in heel Dresden niet meer te bespeuren vallen. Maar hiertegen kwam, vooral in Berlijn, al vrij snel protest op gang. Voor 'Das Komitee zur Rettung der Ampelmännchen' was het verwijderen van hun manneke een symbool voor de onredelijke post-Wende-mentaliteit. Het Westen heeft al zoveel bekende dingen vervangen en doen verdwijnen, dat wilden de actievoerders niet opnieuw laten gebeuren met hun voetgangersmannetje. Dankzij hun acties mocht het mannetje blijven en groeide hij uit tot een echt cult-symbool. Zelfs in die mate dat er tegenwoordig nieuwe Ampelmännchen-lichten worden bijgeplaatst.

zelfs Ampelmännchen-koekjes kan je bakken

Ook voor de toeristische sector heeft het komisch mannetje geen windeieren gelegd. Je vindt het rode en groen mannetje in alle vormen en maten in de souvenirswinkels. Uit sympathie voor het Ampelmännchen, maar ook omdat we het porselein dat je in Dresden zogezegd 'moet' kopen maar niks vonden, schaften we ons enkele mannetjes aan. Jo kocht een T-shirt, Heleen werd verliefd op de sleutelhangers en voor in de keuken  kozen we 2 bakvormpjes. Maar er zijn ook gommen, binnenhuis-lampen, handdoeken, stickers en zo meer. Zelfs de verkeerslichten zelf kan je op de kop tikken. Ook voor de feministische strekking in blogland is er goed nieuws. Sinds 2004 bestaat er ook een ampelmädchen, met rokje en vlechtjes en al.

In feite is heel deze historie een overwinning op de opgelegde uniformiteit die alle originaliteit, het grappige en kleurrijke uit onze samenleving wegwerkt. Ik zou maar al te graag hebben dat er meer van die dingen in ons leven zouden worden toegevoegd. Het kan in het groot, zie bvb. het Hundertwasserhaus in Wenen of het kan in het klein: de vele gevelstrips die in de grootsteden opduiken, de stoeptegel die wordt weggehaald voor een blauwe regen, een kindertekening die een Ikeaposter vervangt, het kleurrijke T-shirt dat het grijze hemd in de kast laat hangen, een boeketje bloemen dat een grauwe inkomhal opfleurt of een wilde hop die het levenloze plein overwoekert. Het Ampelmännchen zet een mens aan het denken. I love it, iets wat ik nooit voelde toen ik hier het voetgangerslicht aankeek. 


21 augustus 2011

het nieuwe avondterras

Na het rooien van onze zieke mispel viel het me op dat de locatie een bijzonder mooi uitzicht gaf over de zwemvijver en dat onze tuin plots veel groter leek. Meteen werd de beslissing genomen om op die stek geen nieuwe boom aan te planten maar een bijkomend terras aan te leggen. Een plek waar kan genoten worden van de avondzon, inclusief jagende vleermuizen, en waar een lange feesttafel genodigden (of onszelf) een gezellige plaats biedt tussen borders van kleurrijke bloemen.

de plaats van het terras is afgebakend

Zo'n terras kan je zelf aanleggen. Ik zal proberen uit te leggen hoe ik het aanpakte. Je start met het kiezen van de juiste locatie voor het terras. Want het heeft geen zin voorbereidende werken uit te voeren in de voortuin als je het terras in de achtertuin wenst. Wil je je terras in de stikkende middagzon of kies je eerder voor de milde avondzon? Als die keuze gemaakt is, bepaal je de grootte en de hoogte van het pleintje. Hiertoe klop je een aantal stevige palen aan de buitenrand van de voorziene ruimte. Met behulp van een pasdarm (een flexibele plastieken darm volledig gevuld met water) zet je op alle palen een streep, in mijn geval op de hoogte van het afgewerkte terras + 70 cm).

de profiels liggen klaar, de zand/cementmengeling kan aangevoerd worden.

Tegen de palen leg je rechte profiels of planken eraan nagelen kan ook. Deze worden waterpas gelegd met behulp van de streepjes op de palen. Zij worden even hoog gelegd als de stabilisé (5 delen zand op 1 deel cement) moet komen. Deze hoogte is gelijk aan de hoogte van je uiteindelijk terras min de hoogte van je klinkers of kasseien. Als de bovenkant van je profiels aan de beide palen even ver verwijderd is van de getrokken streepjes liggen ze waterpas. Als de profiels geplaatst zijn, kan je beginnen met het storten van de zand/cementmengeling. Meng in de kruiwagen (zo deed ik het) of op een plaat of in een mortelmolen. Loop de mengeling goed aan om verzakking te voorkomen.

Met een plank kan je het terrein perfect egaliseren

Als er enkele kruiwagens mengeling aangevoerd zijn kan je starten met de afwerking van de onderlaag. Met een stevige en kaarsrechte plank trek je de overtollige mengeling naar je toe, hiertoe schuif je de plank veelvuldig horizontaal en langzaam verticaal over de profiels. Zorg ervoor dat er geen gaten achterblijven. Belangrijk hierbij is dat je altijd meer stabilisé kapt dan nodig is, het teveel wegtrekken is beter dan tekorten bijwerken.

als de ondergrond klaar ligt, kan het leggen beginnen

Ben je klaar met het nivelleren van de ondergrond, kan je starten met het leggen van de klinkers. In dit concreet geval koos ik voor erg donkere, bijna zwarte gebakken kleiklinkers. Zij hebben bijna de kleur van de grond en trekken de aandacht niet weg van de bloemen. Bovendien geven ze de mogelijkheid om talrijke verbanden toe te passen. Ik koos voor het dubbel elleboogverband wat gemakkelijk te leggen is, een stevige structuur biedt en weinig slijpwerk verreist. De buitenrand van ons terras is niet perfect rechthoekig maar werd aangepast aan de reeds aanwezige aanplanting. De buitenrand zal immers toch vrij snel overgroeid worden door de planten, dus heeft het weinig zin om daar een perfecte rechte lijn te creëren, al staat het je vrij om dat wel te doen.

Bij het leggen van de klinkers loop je over stevige platen zodat je de klinkers niet scheef loopt.

Als alles klaar is strooi je voldoende witte zand over de klinkers

Als je het pleintje vol hebt gelegd met de klinkers werk je de randen bij. In de overblijvende gaten leg je een halve klinker die je met een hamer goed aanklopt. Tegen de buitenrand smeer je nu stevige mortel (3 delen zand op 1 deel cement, goed gemengd met toevoeging van water). Je terras ligt nu volledig gesloten. Op de pas gelegde klinkers gooi je voldoende witte zand die de spleten tussen de klinkers zal vullen. Keer dit zand met een borstel of aftrekker tussen de klinkers.

De verbinding tussen het bestaande tuinpad en het nieuwe terras kan je op diverse manieren aanpakken. De grond of de klinkers gewoon schuin afwerken, of probeer eens een uitdaging aan te gaan: mets je eigen trapje.  Met behulp van een truweel en een waterpas kan je je familieleden hiermee eens verrassen. Bij een trap is het belangrijk dat de eerste trede het laagst is en dat iedere volgende trede wat hoger is. Zo niet, ben je gegarandeerd het onderwerp van spot op de volgende familiebijeenkomst.

Tegen de mortel kan je nu goede tuingrond aanbrengen. Als, zoals in mijn geval, er reeds planten aanwezig zijn, kan het nodig zijn om sommigen ervan uit te graven omdat ze te diep staan. Plant ze meteen terug als de nieuwe grond op hoogte ligt.

het voorlopig tuinsetje in afwachting van een tafel met stoelen

Op anderhalve dag tijd werd het nieuwe terras aangelegd. Je kan deze fijne klus alleen afhandelen al is hulp bij het aanvoeren van de klinkers wel gemakkelijk. Het plezantste moment voor de plantenliefhebbers is natuurlijk wanneer de grond romdom het nieuwe terras kan aangeplant worden. Omdat 3/4 van het terras in de zon ligt en 1/4 in de schaduw gebruikte ik planten die in beide condities gedijen. De meeste ervan komen in bloei tijdens de zomer of de vroege herfst. 

Nu hoop ik nog lang te kunnen genieten van dit nieuwe terras al voel ik de inspanning van het kruien en kniezitten in al mijn spieren en gewrichten. Alsof het einde nu wel echt dichtbij is. Op het voorlopig tafeltje plaatste die van ons alvast een kaarsje, op het eerste zicht een mooi tuinkaarsje maar in feite gekocht in Polen als noveenkaars voor op een grafzerk. Ik heb een vooruitziende vrouw.

17 augustus 2011

Ons Pools verblijf

Allemaal samen voor het bord van Lupki (lees Woepki)

Lupki, een deelgemeente van Wlen in Neder-Silezië, dat is de plek die we dit jaar uitkozen om onze vakantie door te brengen. Het zegt je niet veel? Het verbaast me niks. Polen is sowieso nog onbekend als vakantiebestemming en dat is Silezië, het groene grensgebied met Duitsland en Tsjechië, des te meer. Toch ben ik meer dan tevreden met onze vakantiebestemming. Het was een reuze meevaller. 

met de eigenaar (Luk met kleindochter) op de trappen

Een aantal van onze kinderen dacht bij Polen aan de Noordpool of de Zuidpool, een desolaat, koud en donker hol waar je enkel komt bij een strafexpeditie wanneer Siberië vol zit. Zo erg was het bij mij niet gesteld, maar Polen? Is dat niet dagenlang rijden, moet je daar je WC-putje zelf niet graven en rijden daar niet meer paarden dan auto's? Zijn er daar überhaupt wel verharde wegen?

Dat bleek allemaal enorm mee te vallen. Wlen is precies 902 kilometer van ons verwijderd. Goed te doen op een dag. Al moet je voor de gewone wegen in Polen wel rekenen aan een gemiddelde van 50 km/uur. Hier en daar zitten er kuilen in het wegdek en het asfalt wordt regelmatig onverwachts afgewisseld met onverharde stukken. De wegen waar je 90 km/uur mag rijden zijn ook aan de smalle kant, wat op een bergachtig parcours niet onbelangrijk is want heel wat Polen rijden in het midden van de weg. Paarden met kar zijn we slechts zelden tegengekomen behalve in Krakau. In deze fantastische stad kan je, net als in Brugge, gezeten in wondermooie koetsen de schoonste hoekjes verkennen. De mensen die ik sprak, getuigen over een enorme metamorfose van Polen. Op 6, 7 jaren tijd is er enorm veel ten goede veranderd. Niet betaald met de lokale Zloty maar door een massale input van Euro's.

de gerenoveerde bijgebouwen van Palac Lenno

In Palac Lenno, waar wij verbleven, is zo'n metamorfose dankzij Vlaming Luk Vanhauwaert ook overduidelijk het geval. Toen Luk in Wlen voor 't eerst arriveerde, trof hij er een ruïne aan. Toch werd hij op slag verliefd op het uitzonderlijk uitzicht en de rust die de ongerepte natuur daar biedt. Hij kocht Lenno en startte met een groots renovatieproject, allemaal bekostigd met eigen centen. Het werd een heel avontuur met tegenwerkingen vanuit de overheid en diefstallen. Toch mag het resultaat vandaag meer dan gezien worden. Bij de eerste aanblik viel ik bijna achterover, het leek me meteen een voorrecht om daar te mogen verblijven.

Was ik toen blij een blogger te zijn want Wlen had ik nooit ontdekt zonder de tuinblog van Luks dochter Hilda, die op haar Pijpenla af en toe iets liet horen over het avontuur van haar vader en de prachtige Silezische natuur. Ik werd er meteen door aangesproken en hopla, Polen als vakantiebestemming was zo geregeld. Dat Dresden op de weg naar Wlen ligt, was bovendien aardig meegenomen. Twee vliegen in één klap.

met Luk op kastelentocht

Bij aankomst aan het slaapverblijf vlakbij het kasteel, dat ik met behulp van Google Maps in mijn splinternieuwe en erg bruikbare GPS had gestoken, werden we opgewacht door Frieda, de andere dochter van Luk. Wat later maakten we kennis met de 'kasteelheer' zelve. Luk bleek meteen een bijzonder vriendelijke en charmante gastheer, eentje met veel levenswijsheid en een groot gevoel voor humor. Dat klikte meteen en van dag één tot het moment dat we uit Wlen vertrokken, heeft hij ons in de watten gelegd.

Zo nam hij de tijd om ons mee op kastelenverkenning te nemen. Het werd een boeiend verhaal over misbruik van Europese gelden, verwaarlozing, plunderingen en vriendjespolitiek van de lokale 'monumentenzorg'. Triestig om het allemaal te horen en aan te zien. Dat in deze omstandigheden Luk er toch in geslaagd is om zijn Lehnhaus terug tot leven te wekken verdient dan ook mijn appreciatie. Zijn liefde voor de aanwezige natuur was, naar eigen zeggen, de grote drijvende kracht.

De kinderen voor Palac Lenno

Lenno is ook een stek om verliefd op te worden. Het kasteel is gelegen op de top van een berg van waar je een hemels uitzicht hebt op het omliggende gebergte. Als het weer wat meezit, kan je kijken tot in Tsjechië. Nergens zie je in je blikveld één gebouw of een ander storend element. Niets dan de rustgevende natuur. Dan weer opgelicht door een stralende zon, dan weer gehuld in sfeërieke nevels of als 't echt meezit, versierd met een toverachtige regenboog. Luk zegt altijd 'er zijn heel wat mooiere kastelen dan het mijne, maar geen enkel heeft zo'n prachtig uitzicht als het mijne' en dat wil ik graag geloven.

Wie er aan toe is om zijn batterijen op te laden of wie wil genieten van de aardse schoonheid kan zich geen beter verblijf toewensen. Wlen is tevens een prima uitvalbasis om een boeiende streek te verkennen. Er is zoveel te zien in Silezië dat je er wel enkele vakanties voor nodig hebt om alle burchten, kastelen, donjons, kerken, natuurparken, musea, steden en uitzichtspunten  te bezoeken die de moeite waard zijn.

Naast de opmerkelijke vriendelijke ontvangst door de eigenaar en zijn familie genoten wij ook met volle teugen van de Poolse keuken op Lenno. Zowel voor het ontbijt (uitgebreid buffet) als voor het avondeten (soep, hoofdschotel en dessert) mag je immers tafelen met de gastheer.  Alle groenten komen uit de eigen biologisch beheerde tuin. Ook onze vegetarische maaltijden waren dik in orde.

Er hangt op Lenno een zeer relaxte sfeer, niks moet, alles kan. 'Vrijheid blijheid' is dan ook één van de motto's van Luk. Niks drukdoenerij of regelneverij. Geen protserigheid of enerverende etikette. Geen luxe, alles is eerder bewust basic. Ik voelde er me bijzonder op mijn gemak en dat gebeurt niet vaak. Luk is daarenboven nog een onderhoudende verteller, kent de streek door en door, weet heel wat over de lokale geschiedenis en is altijd bereid om je originele uitstapjes te verklappen. Mensen die iets waardevols te vertellen hebben, lopen niet dik. Geef toe, dan is het toch een pluspunt om zo iemand, tijdens je vakantie, in een uithoek van Polen tegen het lijf te lopen.

Mooi gezelschap op Palac Lenno

Wlen in Polen, zowel als eindbestemming als als tussenstop is een aanrader. Een buitenkansje voor wie eens een andere vakantie wenst, ver weg van de drukte en het massatoerisme. Voor mensen die tot rust willen komen, voor sportievelingen die dromen van mooie wandelingen of fietstochten en voor lekkerbekken die wat anders willen dan spaghetti, frieten en pizza. Ge soigneert er niet alleen je eigen maar met het geld dat via de vakanties op Lenno binnenkomt, wordt Palac Lenno verder gerenoveerd. Je sponsort als het ware een ideëel cultureel doel en dat is goed om weten.

Er is nog heel wat werk te doen daar op de berg in Lupki -er zijn bijvoorbeeld nog fresco's die gerestaureerd moeten worden en achter de houtstapel liggen nog schitterende doch gehavende beelden- maar ik ben er zeker van dat alles dik in orde gaat komen, al zal het zijn op het ritme van de gastheer.

(Ben je geïnteresseerd of wil je al meteen je volgende vakantie boeken? Stuur Luk een e-mail en het is zo geregeld. Bij ons liep alles gesmeerd en we keren zeker terug.)

16 augustus 2011

Het Blauwe Wonder

Maar Muggenbeet toch, wat voor een foto hebt ge nu weeral op 't internet gezet? Wel, probeer maar eens te raden zonder naar de tweede foto te kijken.

Schaduw van 6 mensen in het gras

Het was in feite een ideetje van onze kleinste dochter die onze schaduw in de grasweide opmerkte. Helemaal rechts sta ik terwijl ik de foto neem. En de constructie die zo'n grillige schaduw werpt, wel dat is wat ze in Dresden 'Het Blauwe Wonder' noemen. Een magnifieke stalen brug over de Elbe die Blasewitz en Loshwitz, twee sjiekere buurten vlakbij Dresden, met elkaar verbindt. Wie in de stad van de Frauenkirche en de Zwinger vertoeft, zal er geen spijt van krijgen dat hij hiervoor een ommetje maakt. 

De 4 kinderen (alweer een ijsje!) voordat we over de brug wandelden

De blauwe brug, vandaar de naam, werd opengesteld in 1893 en maakt tussen de 2 betonnen pijlers een overspanning van maar liefst 146 meter. In die tijd was dat een technologisch hoogstandje. De brug hangt 12 meter boven het wateroppervlak. Tot 1985 reed zelfs de tram over deze brug maar omwille van de ouderdom werd het brugverkeer gelimiteerd. Claus Köpcke tekende de brug. De werken werden uitgevoerd onder leiding van ingenieur Hans Krüger. Köpcke en Krüger bouwden eerder al de Oschütstalbrücke in Weida en de Spoorwegbrug over de Elbe in Dresden. Wonder boven kwam de brug ongehavend uit de tweede wereldoorlog niettegenstaande het barokke Dresden op 13 februari 1945 volledig plat werd gebombardeerd.

Zoals vele Duitsers dat doen, kan je je naast de brug neervlijen op de oevers van de Elbe voor een picknick of een ijsje. De kans is groot dat je snel gezelschap krijgt van één van de vele leden van de oudste stoombootvloot ter wereld.

15 augustus 2011

dat kom je hier niet tegen

Sinds gisteren zijn we terug van 2 weekjes Dresden en Polen. Bij het bekijken van de meer dan 1000 foto's selecteerde ik twee oldtimers zoals je ze alleen achter het voormalig 'ijzeren gordijn' tegenkomt. Het groene busje stond dwars over een straat in Jelenia Gora. Het werd bestuurd door een late tachtiger, misschien wel negentiger, met één passagierster op een achterbank. Hoogstwaarschijnlijk zijn vrouw. Zij moest lijdzaam toezien hoe haar man er maar niet in slaagde om zijn charmant doch rammelend busje te laten omdraaien. Na heel wat pogingen en bijhorend luidruchtig geschakel broemde het groene busje uiteindelijk toch de andere kant op. Iedereen kan verkeerd rijden en een GPS in dat busje?

verkeerd gereden busje in Jelenia Gora

Luk, de eigenaar van het kasteel te Wlen waar wij verbleven, nam ons mee naar diverse andere Silezische kastelen en toonde ons hoe veel van die oorspronkelijk schitterende gebouwen wegkwijnen en door vandalen leeggeplunderd worden. Bij één van die haltes stond een rode (Russische?) jeep geparkeerd bij de voordeur. Naar verluidt een onverslijtbaar ding dat overal door kan rijden. Fotogeniek is hij zeker ook. Moesten er onder de lezers liefhebbers zijn van Oost-Europese wagens die de precieze merken kennen van beide oldtimers, dan zou een reactie erg gewaardeerd worden.

rode jeep voor Pools kasteeltje