de paddenvisjes worden op de voet gevolgd.
De dikkopjes zoeken zichtbaar de zonnestralen op. Ze klitten samen nabij de waterrand en nog het liefst van al vertoeven ze op de opgewarmde keien in het water. Sommigen klauteren daarbij te hoog want hier en daar vinden we de uitgedroogde restanten van een dikkopje.
Niettegenstaande het in het plasje ideaal vertoeven moet zijn, zoeken heel wat dikkoppen -als ware het zalmen- de weg naar de aanpalende zwemvijver. Hier duiken ze de diepte in. Ik weet nog steeds niet of de goudwinden ze als lekkere maaltijd binnenspelen, want ik las dat vissen de paddeneitjes en -larven niet lusten. Dit zou me verbazen (maar het kan) want de goudwinden vreten alles op: als echte piranha's verscheuren ze alle lieveheersbeestjes, bijen, muggen, motten,... die het wagen om op de waterspiegel te landen.
Een tiental van de honderden dikkopjes
De evolutie van de dikkopjes wordt nauwlettend opgevolgd. De pootjes moeten er nog aangroeien en de staart moet nog afvallen. Erg interessant allemaal, evenals de vraag hoeveel volwassen padden er uiteindelijk zullen tevoorschijn komen. Ze zijn allemaal erg welkom want de amfibieën zijn in onze nabije omgeving niet dik gezaaid. Padden, dat gaat nog, maar de groene kikkers worden hier stilaan een zeldzaamheid. En de salamanders, die zijn allemaal verdwenen. Triestig.