Wat een verhaal! Nog niet zo lang geleden publiceerde ik op mijn blog
mijn plantenverlanglijst 2015. Vanuit Nederland kreeg ik daarop een verrassend antwoord van een nog verrassendere lezer, Joost van Heijningen. Bij de meeste mensen doet dat niet meteen een belletje rinkelen maar voor wie zich wat verdiept heeft in
toverhazelaars klinkt deze naam als een klok. Jan van Heijningen zaliger, de vader van Joost, selecteerde namelijk uit zijn zaailingen de intussen overbekende 'Aphrodite' en 'Aurora'.
Ook de door mij gezochte roodbloeiende 'Arnhem' is een van Heijningen-Hamamelis. Joost wilde uit zijn tuin graag een 6-jarige 'Arnhem' aan mij verkopen en daar bovenop ging hij me nog een 'Ajan' cadeau doen. Ik wreef even goed in mijn ogen - gebeurt dit echt? - maar intussen staan de 'Arnhem' en 'Ajan' in onze tuin. Dankzij Joost ben ik de allereerste Belg die de heerlijk ruikende 'Ajan' aangeplant heeft. Maar nog belangrijker dan dat is dat de ontmoeting met de-zoon-van (en zijn vrouw Lilian) voor mij als dendrofiel een heuglijke gebeurtenis was.
|
Joost van Heijningen tussen een rijtje Hamamelis x intermedia 'Ajan' |
In 2006 overleed Jan van Heijningen op een gezegende leeftijd van 83 jaar. Op zijn zaaibedden in Breda wist hij 10 nieuwe toverhazelaar-variëteiten groot te trekken (zie kader onder). 9 daarvan kregen van Jan een eigen geregistreerde naam. Joost en een broer wisten na Jans dood de Amanon, Amanda en de door mij gezochte Arnhem aan kwekers te slijten - zij enten soortechte takken op een onderstam - waardoor deze planten nu enigszins verkrijgbaar zijn en vooral ... waarmee vermeden werd dat deze soorten uiteindelijk zouden verdwijnen. De 10de soort, 'nummer 48', werd samen met de drie bovenvermelde cultivars als interessante nieuwe cultivar door Jan opgepikt (2001) en op een extern testveld gezet maar om onduidelijke reden ging hij met de plant niet verder. Deze toverhazelaar werd nooit benaamd, geregistreerd of verder gekweekt. Nummer 48 belandde uiteindelijk terug op Jans eigen terrein.
|
de toverhazelaars van van Heijningen op een rijtje
met het registratiejaar ernaast |
Tot Joost als hobbyist zich begon te verdiepen in het werk van zijn vader en de wens kreeg om nummer 48 naar zijn vader te noemen. Hij doopte de oranjebloeiende hamamelis 'Ajan', volledig in de traditie van zijn vader om al zijn creaties te laten beginnen met de letter 'A' en zorgde voor de registratie. "Mijn vader wist dat zijn struiken met de letter a vooraan in de catalogi zouden staan, zo pienter was hij wel".
De grote hoop van Joost is nu om de Ajan bekend te kunnen laten worden en om kwekers te vinden die deze soort willen gaan vermeerderen. Op deze manier komt de Ajan ook beschikbaar voor liefhebbers en is het verderbestaan ervan verzekerd. Rijk worden doet Joost er niet van, want in tegenstelling tot wat je misschien zou denken, levert de verkoop van een van Heijningen-toverhazelaar geen geld op voor de familie.
De Ajan werd in 2013 nog gekeurd en bekroond met een bronzen medaille. In Dendroflora lees ik bij de motivatie "een zeer rijkbloeiende struik met een zeer regelmatige vaasvormige habitus en een goede vertakking. De bloemen zijn fraai oranje en het donker purperrode kelkje kleurt prima bij de kroonbladen waardoor de bloemen een warme uitstraling krijgen". De Ajan heeft alles in huis om het te maken, ik vind hem zelfs mooier dan de Aphrodite.
|
Hamamelis x intermedia 'Ajan', genoemd naar vader Jan van Heijningen
foto van de struik in onze tuin ("primeur voor België") |
Bij een warme tas koffie en een koffiekoek, voorafgaand aan de tuinwerkzaamheden, kon ik met Joost en zijn vrouw praten over zijn vader, zijn 'eigenwijs' karakter, de manier van zaad verzamelen en stratificeren, Jans veld in Breda, de trots om eigen planten ingang doen te vinden, de prijszetting en zijn relaties met het Arboretum van Kalmthout en andere Hamamelis-kenners. Omdat ik op het internet nergens een foto vond van zijn vader, kreeg ik een ingekaderde collage te zien waarmee ik nu een duidelijk beeld heb van de persoon achter de vele naambordjes bij zoveel schitterende toverhazelaars. Zijn wilde grijze haren deden me wat aan Jan Wolkers denken.
Na deze gezellige en leerzame babbel schoot Joost zijn laarzen aan en trokken we naar zijn tuin, grenzend aan een sierlijk slalommende rivier die wat verder uitmondt in de Maas. Ja, we bevinden ons nu tussen Venlo en Nijmegen, niet ver van de landsgrens met Duitsland. Ik mocht uit een ganse rij zelf een Ajan uitkiezen maar ik liet Joost er eentje selecteren. Ik kreeg een prachtexemplaar, vol met geurende bloemen. Ook de Arnhem die hij voor me met de riek uit de grond tilde, is een mooi vertakte struik, sierlijk bekleed met korstmossen en vol met pas ontluikende rode bloemen. Wat een aanwinst voor onze tuin. Dat is de 130 km enkel meer dan waard. Wat een fijne mensen ook. Gaandeweg bleken we niet alleen onze liefde voor de Hamamelis gemeen te hebben, de vrouw des huizes bleek actief bij de interne leerlingenbegeleiding (mijn huidig beroep) en Joost blijkt een maatschappelijk werker te zijn (mijn opleiding). Vandaar allicht die warme reactie op mijn blog. Het moet zijn dat ze mijn oprechte fascinatie voor Jans planten hebben gevoeld in de vele blogstukjes en foto's.
Nogmaals dank aan Joost & Lilian voor het prachtig aanbod en de fijne ontmoeting. De 'Arnhem' kan ik dankzij hen van mijn verlangslijstje schrappen. Dat ik hem uit handen kreeg, meer zelfs, dat hij uit de tuin komt van de zoon van de man die hem creëerde, is iets wat ik nog vele malen aan tuinbezoekers zal vertellen. Het maakt van een struik meteen een heel bijzonder verhaal. Dat wat bloggen tot zoiets kan leiden is toch prachtig, niet?
Moest je ooit ergens een 'Ajan' tegenkomen, ken je intussen het verhaal erachter. Wie hem aanschaft, zal er zeker blij van worden. Kwekers, groenjournalisten, e.a. die met Joost van Heijningen in contact willen komen, kunnen via mij (en met zijn toestemming) zijn e-mailadres verkrijgen.