Na ons bezoek aan mijn
fietsende schoonbroer en de Plitvice-watervallen in Kroatië kozen we voor de camping van Fürstenfeld als uitvalbasis voor onze Oostenrijkse Hundertwassertoer. Fürstenfeld ligt op zo'n 60 km van Graz (Unesco-werelderfgoed) en op 160 km van Wenen. Alle gebouwen van Hundertwasser liggen prima binnen bereik. En fijn meegenomen voor de kinderen is dat vlakbij de camping het grootste openlucht-zwembad van Oostenrijk blijkt te liggen. Kampeergasten kunnen er gratis in. Het fascinerende
Bad Blumau ligt slechts op een boogscheut, net als de Hongaarse grens.
Een dagje Wenen ligt voor de hand: het HundertwasserHaus, het KunstHaus Wien en het winkelcentrum Kalke Village bevinden zich alle drie in Wenen. De warmtecentrale Spittelau ook maar die gaan we links laten liggen. Daarnaast is Wenen gekend van haar Jugendstil-gebouwen (Wiener Secession) en daar wil ik toch ook graag een eerste indruk van op doen.
Een eerste stop in Bad Fischau
Een eerste stop voorzagen we in Bad Fischau (nabij Wiener Neustadt). Hundertwasser heeft hier een
ordinair wegrestaurant omgetoverd in een aantrekkelijke stopplaats. Omdat het restaurant aan de zijde van Wenen richting Graz ligt, moeten we via de afrit even van de snelweg af om er langs de andere zijde weer op te rijden. We drinken er iets (eerste verdieping), gaan er naar het toilet (Hundertwasser laat in de toiletten meestal alle remmen los!) en bekijken het gebouw langs alle hoeken en kanten. De directe omgeving ligt er wat vuil bij en het aantal gasten is er aan de lage kant. Het winkeltje op het gelijkvloers, waar je tevens je rekening voor spijs en drank dient te betalen, geeft een sombere indruk. De vitaliteit is ver te zoeken. Jammer, hier is duidelijk meer van te maken.
De Gloriette van Schloss Schönbrunn te Wenen
Het overkomt me niet vaak maar nabij de Oostenrijkse hoofdstad liet ik die van ons de verkeerde afrit nemen. Hierdoor begaven we ons niet naar het HundertwasserHaus maar wel naar
Schloss Schönbrunn, een toeristische trekpleister waar je over de koppen kunt lopen. Omdat dit paleis en de bijhorende tuinen al geruime tijd tot ons Werelderfgoed behoren, had ik een wandeling rondom het Schloss als extra toetje voorzien, moest er nog tijd over zijn. Plannen kunnen tijdens de vakantie altijd gewijzigd worden en dus parkeerden we onze wagen op een peperdure betaalparking vlakbij (ongeveer 35 euro/dag) om vervolgens in de reuzegrote tuin naar de 'Gloriette' te klimmen. Van hieruit heb je een hemels uitzicht op het paleis en de hoofdstad. Ongetwijfeld de moeite waard. De tuinen zijn gratis toegankelijk. Voor de liefhebbers is er ook nog de oudste Tiergarten van Europa.
Jugendstil, het Huis van de Verzekering van de Oostenrijkse Spoorwegen
We beslisten -uit vrees voor parkeerproblemen in de stadskern- om onze wagen op de parking te laten staan om van daaruit onze uitstap naar Wenen te voet verder te zetten. Achteraf gezien niet zo'n schitterend idee. Het HundertwasserHaus bleek 7,5 km/enkel verwijderd te zijn van de parking. Een hele wandeling die me wat onrustig en grimmig stemde. De metro was een alternatief maar onder de grond zie je dan weer niks van de stad. Achteraf bleek er overigens plaats zat te zijn rond het Hundertwasserhaus. Shit. De verkeersdrukte valt in Wenen best wel mee. Moeten we onthouden.
Ik troost me met de gedachte dat we onderweg richting het Wiener Secession-gebouw (arch. Olbrich) en het HundertwasserHaus een aantal prachtige gebouwen hebben kunnen bewonderen. Zo stootten we onverwachts op het huis van de Verzekering van de Oostenrijkse Spoorwegen , op twee sierlijke gebouwen van Otto Wagner waaronder het gekende Majolikahuis en struinden we over de gezellige Naschmarkt. Ook de Karlsplatz en de barokke Stephansdom konden me bekoren. Het is duidelijk dat Wenen vele troeven heeft. Een bijkomend, meerdaags bezoek staat me niet tegen. Een nieuwe 'rode draad' Jugendstil (zie blog hieronder) is in de maak.
Twee huizen van Otto Wagner, links het Majolikahaus
Het gebouw van de Wiener Secession (Wagner, Klimt, Moser,...) met de koepel van gouden laurierbladeren.
Station Karlsplatz (Otto Wagner)
Het valt ons beiden op dat Wenen een overzichtelijke en relatief rustige stad is. Storende hoogbouw is afwezig en dat zint ons wel. Slechts éénmaal raakte ik mijn oriëntatie wat kwijt maar dit had veel te maken met de ontbering van een goed stadsplan, de stand van de zon (waar is het Noorden nu eigenlijk?), mijn vrees om straks in de donkerte kilometersver terug naar de wagen te moeten stappen en mijn staat van opwinding om voor het eerst in mijn leven oog in oog te staan met het HundertwasserHaus, dàt kleurrijke bizarre gebouw vol bomen dat ik al jaaaren met grote ogen aanstaar in de boekskes.
Kunsthaus Wien, gekleurde flessen op het buitenterras
Eerst bezochten we nog het zwart-witte KunstHaus Wien waar er een permanente tentoonstelling is van Hundertwasser, de schilder. Verder dan een drankje op het groene terras (3 euro voor een colaatje), een obligaat bezoek aan het kunstzinnig toilet en wat aankopen in de Shop (o.m. een hoogwaardige replica van "Grüne Stadt") kwam het niet. Heel warm loop ik niet van Hundertwassers schilderijen, een aantal ervan vind ik ronduit lelijk. Hier en daar zit er evenwel een echt kunstwerk tussen waaronder
Grüne Stadt. KunstHaus Wien als gebouw is zonder twijfel wel de moeite waard. Ook hier is het niet echt druk te noemen al is het terras erg gezellig.
Het wordt al vrij snel duidelijk dat alle toeristen samengetroept zijn rond het HundertwasserHaus in de Löwengasse/Kegelgasse, niet zo ver van het KunstHaus. Bordjes wijzen je er de weg. Taxi's wachten er op klanten. Kladden Japanners lopen in en uit het tegenovergelegen winkelcentrum Kalke Village. Het gebouw wordt vanuit alle standjes gefotografeerd. Er heerst een gezellige drukte. Hundertwassers eerste schepping ( de eerste steen werd gelegd in augustus 1983, oplevering in februari 1986) is een attractie. In zowat alle toeristische gidsen staat er een foto van. "Architectuur in Wenen", dat is Jugendstil en Hundertwasser.
Het huis is veel groter dan ik verwacht had. De kleuren fletser. De binnenkoer is erg donker, de aangeplante bomen zijn al flink uit de kluiten gewassen en ontnemen al het licht. Behalve het café op de hoek is het gebouw niet toegankelijk. We moeten het stellen met de frivole buitenkant. Ik bestudeer de kleurenkeuze, de kozijnen van de ramen, de 'sluitstenen' van keramiek boven de ramen. Ik lach om de boomhuurders en het stukje klassieke Weense bouwstijl dat gereconstrueerd werd. Ik probeer te achterhalen welke struiken en bomen het voorrecht hadden om op de daken aangeplant te worden. Ik stel me vragen over de waterhuishouding van het gebouw; waar blijft alle regen en het sanitaire afvalwater? Ik leun tegen de kleurrijke zuilen. Ik dank de stad Wenen dat zo'n plan mocht gerealiseerd worden en bedenk dat we hier in Vlaanderen achter een bouwvergunning konden fluiten. Ik prijs me gelukkig dat ik, samen met de kroost, naar Wenen ben afgezakt. Ik ontwikkel gekke ideeën om mijn huis en tuin, die nochtans al in verre staat van gangbaarheidsafwijking verkeren, onder handen te nemen. Om het bezoek te vereeuwigen laat ik die van ons een aantal grote posters kopen. Hiermee kan ik thuis afkicken en de roes wat laten overwaaien. Sloop de lelijkheid en begin van nul af aan opnieuw. Het komt in me op en niet zomaar.
Bij de terugrit naar de camping stoppen we voor de tweede maal in het wegrestaurant. We nuttigen er ons avondmaal en geraken aan de praat met de vriendelijke opdienster. Mijn Duits is van behoorlijk niveau en al mijn zinnen klinken erg opwindend. Ze merkt op dat we er heel moe uitzien. Dat zal wel, na zo'n wandeling. Ook nu is er heel weinig volk. Af en toe stopt er een bus Chinezen, zegt de opdienster. In de toiletten zit nog steeds dezelfde 'madam' als deze morgen. Ze herkent ons nog van daarstraks. In het winkeltje krijgen we enkele staaltjes Cola Zero. Vriendelijke mensen. Maar veel enthousiasme of bewondering valt er niet te bespeuren. Het lot van alles wat niet in de boekskes staat. Miskend of ongekend.
Om half elf kruip ik onder mijn kapotte slaapzak op mijn luchtmatras. Wenen was een enorme meevaller. Ik heb ongetwijfeld mooi gedroomd maar helaas vergeet ik ze altijd. Voor zover ik me herinner kwam de opdienster er niet in voor. En dat pleit voor de schoonheid van Hundertwasser.