30 april 2013

tip voor een uitstap

Het nieuwe gemeentelijk infoblad heeft ons een mooi duwtje in de rug gegeven om van het opentuinen-weekend een succes te maken. In de UIT-bijlage werd een schoon stukje gewijd aan onze ecologische tuin. De foto werd, denk ik, van de blog geplukt en de tekst is van de hand van iemand van de Dienst Cultuur. De woordjes 'wegdromen ' en 'maar liefst' zou ik zelf nooit gebruiken. Ik zou het bescheidener formuleren. Toch bedankt voor de deugddoende geste.



29 april 2013

naar Hombeek

kerk van Hombeek
 De kerk van Hombeek

Voor de eerste maal in mijn tuinierdersbestaan bracht ik gisteren een bezoek aan de nationale plantenbeurs van België. Deze plantenmarkt rondom de sjieke kerk van Hombeek, nabij Mechelen, werd al voor de 23 ste maal georganiseerd en dat is te merken want het is uitgegroeid tot een puike organisatie. Ooit begon deze bloemenmarkt als een initiatief van de plaatselijke Sint-Maartenschool, die de overschot van het plantgoed uit de eigen schooltuin verkocht aan ouders en sympathisanten. Nog steeds is er een standje van deze school en de bloemen worden er verkocht aan extreem lage, sympathieke prijzen. Ik kocht er een damastbloem, een mooie bloem uit de kruisbloemfamilie en tevens waardplant voor de rupsen van het oranjetipje en het koolwitje.

Om de drukte te vermijden vertrokken we thuis reeds om 7.00 uur 's morgens en rond de middag waren we al terug. We parkeerden onze auto in het industriepark vlakbij Hombeek en - niettegenstaande er gratis pendelbussen ingezet waren - wandelden van hieruit naar de plantenmarkt. Op zo'n 10 minuutjes ben je er.

Behalve een bijzondere blauwe regen hadden we geen aankoopplannen, we zagen het eerder als een uitstap, een kennismaking met deze plantenbeurs. De gezochte Wisteria vonden we niet maar we gingen toch niet met lege handen naar huis. Naast de damastbloem kocht ik een Thalictrum 'Elin', een Zweedse kruising tussen de mooie T. Rochebrunianum en de T. flavum ssp. glaucum. Deze blauwgroen gestengelde ruit kan wel 3 meter hoog worden en is dus een ideale blikvanger voor in de tuin.

Mijn vrouw kocht 3 clematissen aan 10 euro (een koopje) waarvan 2 Clematis texensis 'Princess Diane'. Met deze sierlijke rode clematis hebben we goede ervaringen. Hij doet het prima in pot zolang hij niet te nat de winter in gaat. Ook 3 Gaura's (witte) nam ze mee naar huis. Gaura's zijn prachtige borderplanten maar ze overleven zelden de winter. Als je ze graag ziet, zit er niks anders op dan ze telkens opnieuw te kopen of ze binnen te laten overwinteren maar zelfs dan blijkt de fut er na 2, 3 jaar uit te geraken.

Behalve voor de plantenbeurs had ik ook oog voor de Sint Martinus-kerk van Hombeek, het kleine maar fijne parkje voor deze kerk en de Zenne die langs Hombeek stroomt. Op de markt sloeg ik nog een babbel met Jan Loos van de nog jonge natuurvereniging Landschap vzw, Vera van VELT-Mechelen (Facebookvriend) en -het kon niet missen- mijn neef Geert (met toebehoren) die geen enkele plantenbeurs zonder een hele rits bijzondere planten verlaat.

Op 1 mei staat Bokrijk nog op het programma. Het mag daar wel wat warmer zijn dan in Hombeek. 6, 7 graden is allesbehalve aangenaam.


27 april 2013

het oranjetipje

Zopas had ik het nog over de judaspenning en het oranjetipje. En ziedaar, als je van de duivel spreekt, zie je zijn staart. Vandaag het eerste oranjetipje gespot, een mannetje, vlakbij de judaspenning maar zittend op Spirea.

oranjetipje

(klikken op de foto voor een groter beeld)

Met zijn vleugels dicht was hij nauwelijks op te merken. Perfect gecamoufleerd met de gemarmerde onderkant van zijn vleugels. Als de zon erdoor kwam, opende hij zijn vleugels en dan verraadde hij uiteraard zijn zitplek. Let ook op zijn punkkapsel en de schone antennes. Een prachtvlindertje.

oranjetipje

(klikken op de foto voor een groter beeld)

Het vrouwtje van het oranjetipje heeft dezelfde onderkant maar de oranje tippen ontbreken. Oppervlakkig gekeken lijkt de bovenkant eerder op dat van een koolwitje. Ik ben blij met deze foto's want met mijn compactcamera ben ik tot zo'n 15 centimeter van dat beest moeten naderen om dit resultaat te krijgen. Het mag al eens meevallen.

Nog een laatste foto uit de reeks, om de goede camouflage te tonen:

oranjetipje

(klikken op de foto voor een groter beeld)



transitionele tuintafel

Het summum van zelfontplooiing en bevrijding is tegenwoordig wonen in een yurt, kakken op een humustoilet, zelfvoorzienend permaculturen en al je mentale besoignes oplossen via soundhealing. Neurie mee met de walvis en je depressies verdwijnen als sneeuw voor de zon. En als je een boompje plant, zorg dan dat je de bodem geen pijn doet. Al die beestjes in de bovenste laag mag je niet verstoren. Dat is slecht. En zaaien doen we vooral als het volle maan is en spiraalvormiggewijs. Een gerecht zonder eetbare bloemen is niet af en in je kleerkast hangen zeker enkele herstikte tafellakens. En hebt ge een hardnekkige ziekte, pluk dan wat herderstasje, hondsdraf en kleine weegbree. Rond de dag af met een gezamenlijke, innige knuffel.

Als doorwinterde alternativo, ecologist in hart en nieren, barrikadenman sinds dag en dauw en uitgesproken progressieveling met anarchistische trekken krijg ik hartritmestoornissen van wat ik de laatste tijd allemaal lees en hoor. De kwakzalverij en de nieuwe Religie -met geboden, verboden en dé enige echte waarheid - loeren om de hoek. Niks voor mij. Maar dit terzijde,  ik heb dus een tafel gemaakt en ze ziet er zo uit:


Het groene, geroeste onderstel lag al zo'n 20 jaar in onze tuin. We hebben het ooit meegenomen vanuit Hulst, de vroegere woonstee van die van ons. Wellicht is het  enkele decennia geleden gelast geweest in de technische school van Geel waar mijn schoonvader les gaf. Omdat er nogal wat ongelijkheden (lasbramen) op voorkwamen, werden deze met een ijzerschijf weggeslepen. De roest mag blijven.

Het houten tafelblad werd samengesteld uit planken van een afgedankte, openklapbare zandbak. Alle vijzen en scharnieren werden verwijderd, de planken werden met de wipzaag korter gemaakt en tot een blad samen geschroefd op 2 sterke latten die tegelijk netjes over het ijzeren kader passen. Het hout werd verder gelaten zoals het is, mooi vergroend en met de sporen van  de vroegere functie nog duidelijk zichtbaar. Snobs zouden het karakter en identiteit noemen.


Het tafelblad werd vervolgens, zo goed als mogelijk, op het ijzeren frame geschroefd. Dit recyclagetafeltje plaatsten we in de achtertuin nabij het nieuwe prieel. De drie stoelen werden van een aanhangwagen afgeladen. Deze stond klaar om naar het containerpark te rijden, dus kan gesteld worden dat de stoelen van de verbrandingsoven werden gered. Dat vond ik zo'n zonde.

Het geheel is een sober ensemble. Kostprijs: wat elektriciteit en vijzen. Mits een voormiddagje arbeid hebben we er nu een gezellig zithoekje bij. Neen, deze uithoek van de tuin werd niet getest op aardstralen. Wichelroeders zijn er niet aan te pas gekomen. Of het niet mooier zou zijn als er ook nog een overkapping van wilgentakken zou gebouwd worden? Ach, wat ooit alternatief, origineel en speels was, is al lang algemeen voorkomend. Voorgeschreven kost, één van de copy-pasteproducten uit de ecobijbel. Hoe langer hoe meer zie je overal hetzelfde. Gekloonde ecotuinen. Het zou niet mogen zijn.

Maar we kunnen er ook nog mee lachen. Als we tijdens een wandeling in een bos plots een takkenwal tegenkomen, weten we het zeker: Natuurpunt! Als lid van, mag ik dat zeggen. :)


26 april 2013

wat er van geworden is

Voor diegenen die zich afvroegen wat er van die onbekende stotende bloembol (17 maart jl.) of de lookalike van die gekke Londense toren geworden is, hier de plant in volle glorie:


Fritillaria persica naast de veldkapel

De Perzische keizerskroon overtreft mijn verwachting. Hij heeft de winter- en schoonheidstest met glans doorstaan dus kan ik er enkelen bij poten. Alleen is ook maar alleen. Ik schat dat de plant bijna 70 of 80 centimeter hoog is. De paarse klokjes hebben mooie en opvallende gele helmknoppen.

Wat mijn openluchtzaaisels betreft: het komkommerkruid (uitstekende bijenplant) staat er mooi op. Ieder zaadje lijkt wel gekiemd. Van de tientallen Oost-Indische kers is nog niks te zien en hetzelfde geldt voor de zonnebloemen. Hopelijk komt het nog goed.



25 april 2013

bloesem

Kerselaar in bloei

Vorig jaar was het hier een verschrikkelijk slecht fruitjaar. Geen pruimen, geen peren en geen kersen. Nul kersen op de drie kerselaars tesamen. Het jaar voordien konden de opentuinbezoekers de donkere en sappige kersen zo van de takken plukken. Wat een verschil!

Wat het dit jaar gaat worden is nog koffiedik kijken maar de bloesems hangen rijkelijk en beloftevol aan de bomen. Niet alleen bij de kerselaars maar ook bij de krentenboompjes en mijn perelaar aan de straat. Dit weekend komen daar gegarandeerd ook nog de appelbomen bij en de inheemse, welruikende vogelkersen. Wat een witte weelde in de tuin. Een deugddoend moment voor de tuiniers. Ik geraak er maar niet op uitgekeken.

Niet verwonderlijk dat dit weekend ook het startschot gegeven wordt van de Haspengouwse bloesemtochten. Hoe schoon de tuin er ook bijligt, fruitbomen in bloei zijn nog zoveel mooier als ze zich in groten getale en in vol ornaat op een glooiend landschap van hun mooiste kant laten zien. Dat geldt voor plantages maar in het bijzonder voor de hoogstammen, mijn favorieten.

 't  Is het moment om er van te genieten maar denk eraan dat het  tijdens de weekenden druk kan zijn. Door de week of op een zelf uitgestippelde, niet voor de hand liggende route is het doorgaans rustiger. Te veel mensen is niks voor mij dus dat wordt uitzoeken hoe ik de massa kan ontwijken. Ook de hollewegenwandeling in Loksbergen staat nog op het programma. De bloesemsensatie van fruitbomen is ook hier te ervaren, zij het wat bescheidener, maar het is een degelijk alternatief voor wie niet over de koppen wil lopen.

Bestuivers, nu is 't aan jullie!
(momenteel: veel hommels, geen bijen)



24 april 2013

de Europese hondstand

Erythronium dens-canis. Wie Latijn heeft gestudeerd herinnert zich wellicht wel dat dens en canis vertaald worden als tand en hond. Wie het niet gelooft, probeer maar eens. Hondstand is dan ook de Nederlandse naam van deze prachtige bloem. Het zijn evenwel de knollen die gelijken op de tand van de hond. De bloem, die heeft flink wat weg van de Turkse lelie. Hondstand behoort dan ook tot de leliefamilie.

hondstand in de tuin

Hondstand in de tuin

Vaak worden de knollen van de hondstand bollen genoemd. Dat is om het gemakkelijk te houden maar eigenlijk is het niet juist. Ik onthoud het zo: een bol is opgebouwd gelijk een ui en een knol als een aardappel. De Europese hondstand is een prima plant om te laten verwilderen. Je hebt er geen omziens naar zoals bij dahlia's en canna's. Je kan de knollen in de winter rustig in de grond laten zitten. Zo hebben we dat graag.

Ook volledig tot bloei gekomen zijn de witte en paarse tweejarige judaspenningen (Lunaria annua). Dit is ook zo'n gemakkelijke, zichzelf uitzaaiende plant. Wie niet hakt als ik, vindt elk jaar tientallen zaailingen in zijn tuin. Kan het nog gemakkelijker?

judaspenning

De judaspenning

Wie de bloemen bekijkt, herkent er een sierlijk kruis in of een plusteken. Dit is het typische kenmerk van de kruisbloemenfamilie. De pinksterbloem, die je vooral in nattere weilanden aantreft, en look-zonder-look, dat bosrandplantje dat bij het wrijven naar look ruikt, behoren ook tot de kruisbloemenfamilie. So what? Is dar ergens goed voor?

Het oranjetipje, dat koddig vlindertje waarvan het mannetje een oranje vlek op de voorste vleugeltippen heeft, gebruikt al deze drie planten als waardplant. De rupsen zijn heel kieskeurig en ze eten enkel van de bladeren en vruchten van kruisbloemigen. Dankzij de judaspenning en de look-zonder-look hebben we jaarlijks deze oranjetipjes op bezoek, al blijven de aantallen relatief schaars. Reden genoeg om de zaailingen tot bloei te laten komen en de verdorde stengels - met eventueel een oranjetipjepop eraan -  niet te snel te verwijderen. 



23 april 2013

opwaaiend rokje


Elfenbloem


Ik zie er een opwaaiend rokje in maar de naamgevers doopten dit plantje 'elfenbloem'. Ook niet zonder fantasie maar dan binnen een ander deel van de hersenen, een bravere kwab. Naast een bijzonder mooie voorjaarsbloem en aantrekkelijke bladeren vind ik vooral de droogteresistentie indrukwekkend. 

Op plaatsen waar niks anders wil groeien - ik heb van die kurkdroge stukken, daar waar grote bomen al het vocht wegzuigen - doet de elfenbloem (Epimedium) het toch bijzonder goed. Zelfs in die mate dat de pol alsmaar groter wordt. Behalve de schoenlappersplant zie ik daar niet meteen een andere vaste plant overleven. 

De elfenbloemen staan op dit moment op hun mooist. Het moment om je keuze te maken. De soort waar ik in onze tuin het meest plezier aan beleef is de Epimedium x warleyense 'Orange Queen'. Toevallig ingedaan door een van de kwekerijen waar ik regelmatig binnen spring. Deze soort bloeit rijkelijk en vormt op korte tijd een gesloten tapijt. In 2010 noemde ik dit plantje op mijn blog "één van de allermooiste vaste planten". Een stelling waar ik nog steeds volledig achter sta.


Magnolia


Kevers bevruchten de magnolia

Bijen en hommels komen er bij de bevruchting van de beverboom (Magnolia's) niet aan te pas. Dit werk wordt gedaan door kevers. De verklaring van dit fenomeen is dat de Magnolia's al op aarde vertoefden vooraleer er bijen en hommels bestonden. Denk hierbij aan zo'n 80 miljoen jaren geleden. Het zijn dan ook één van de oudste plantensoorten van onze planeet en één van de allereerste loofbomen op aarde. De schubbige en kegelvormige vrucht van de Magnolia's zou een kenmerk zijn uit de overgangsperiode van coniferen naar loofbomen. 

Geen enkel ander houtig gewas in de gematigde zone heeft zo'n grote bloemen als de Magnolia. De voorbije jaren zie ik behalve de gekende witte, roze en paarse Magnolia's ook meer en meer gele beverbomen opduiken. Ik vind het allemaal prachtige verschijningen. Alle Magnolia's in onze tuin overleven tot op heden onze grillige winters en zomers goed. Op al die jaren ben ik wel 2 roze Magnolia stellata kwijtgeraakt terwijl de witte vorm elk jaar mooier en mooier wordt. Mijn laatste aankoop is een Magnolia kobus. Deze heeft kleinere bloemen en kan uitgroeien tot een boom.

aankleding prieel

stand van zaken deze ochtend

Na de opbouw van het prieel helemaal achteraan in de tuin ben ik intussen begonnen met de aankleding en inkleding ervan. In het midden vloerde ik een cirkel met stenen en kasseien. Op deze plek stond eerder een struikkastanje (Aesculus parviflora) die nu naar de voortuin is verhuisd. Aan elke pilaar werd een klimplant gezet. Ik koos voor 3 variëteiten van Clematis montana, 3 wilde kamperfoelies en een Clematis vitalba. Een reeds aanwezige boomwurger (Celastrus) werd in de achtste pilaar geweven.

Het plantgat, telkens zo'n volle kruiwagen grond aan volume, werd hervuld met het beste uit onze composthoop en de bovenste, meest zwarte laag aarde die eruit geschopt werd. De kamperfoelies kwamen aan de schaduwzijde en de Clematissen aan de meest zonnige kant. Aan de voet van de drie clematissen zette ik nog enkele vaste planten zoals muskuskaasjeskruid, lupine en kogeldistel.

Met de laatste overschot aan natuurkasseien stapelde ik een muurtje waarvan de holtes opgevuld werden met de minder goede uitgegraven zand. Een mooie rode vlier kreeg zijn plekje voor deze muur. Vlier is zo'n dankbare en gemakkelijke plant dat ik hem vaak gebruik in onze tuin. Zeker de donkere variëteiten zoals de Sambucus nigra 'Black Lace' zijn ware juweeltjes.

Aan de achterzijde, voor de Spaanse akenhaag aan de perceelsgrens, wil ik tenslotte nog een zevental struiken aanplanten om de wind wat meer te breken en het privacygevoel iets te verhogen. In het najaar wordt het geheel afgewerkt met bodembedekkers die ik grotendeels in de eigen tuin kan scheuren. Aan de voorzijde komt nog mijn Aralia Californica die al jaren wegkwijnt elders in de tuin. Hier kan hij aan zijn tweede - en hopelijk uitbundiger - leven beginnen. Zodra zijn loof boven de grond komt piepen (deze Aralia verwijnt volledig in de winter), start de verhuis. Deze plant is té mooi om hem niet de kans te bieden al zijn botanische kwaliteiten te kunnen tonen.

21 april 2013

zwartkop

zwartkopmannetje in een krentenboompje (ochtendfoto)

Schoner kan een mens niet wakker gemaakt worden dan met de zang van een zwartkop vlakbij het open slaapkamerraam. Het mannetje, dat goed herkend kan worden door zijn zwarte kruin, zit hier in het krentenboompje niet alleen te zingen maar ook de openkomende bloemknoppen op te peuzelen. Ook onze mussen doen dat. Voor zover ik kan achterhalen, doen ze dat om variatie te brengen in hun dieet en/of omdat er nog niet genoeg insecten te vinden zijn.

De zwartkoppen overwinteren in Spanje, Algerije en Marokko. Al verscheidene jaren vindt een koppeltje in het voorjaar de weg naar onze tuin. Ze vertoeven graag in de dichte struiken waarin ze ook hun komvormig nest bouwen. Een ecologische, wat rommelige, wilde tuin met bramen en meidoorn heeft een grote aantrekkingskracht op deze zangvogel. 

Als je het geluk hebt om een zwartkop in je tuin te hebben, gecombineerd met wat merels, heggenmussen en huismussen, dan loont het de moeite om met open vensters je bed in te kruipen. Deze getalenteerde zangers maken een wekkerradio volledig overbodig en hun schone liedjes worden zelden of nooit overtroffen door hetgeen op ochtendprogramma's uitgezonden wordt. Of het moest zijn dat 'Titties and Beer' van Frank Zappa gespeeld wordt maar die kans is ongeveer 1 op een biljoen. 


18 april 2013

BOEM! Men leert nooit.

In de Amerikaanse staat Texas is vandaag de kunstmestfabriek West Fertilizer ontploft. Over het aantal doden is het nog gissen maar men spreekt over een "verwoestende kracht" en men vergelijkt de site met een "oorlogssituatie". Op de website van De Redactie bekeek ik de foto van de inplantingsplaats van de fabriek. Zo vlakbij woningen en een ziekenhuis. Dom. Preventief denken: absoluut zero.

ontploffing texas
foto: website De Redactie. De rode A toont de inplanting van de ontplofte fabriek.

Vergelijk deze foto van Google Maps met de foto van mijn eigen gemeente (Tessenderlo). Identiek! Alleen is de fabriek bij ons nog wat groter en wonen en studeren er veel meer mensen. Bufferzone? Op papier bestaat ze maar zeg me waar je ze ziet. Veilige afstand? Bijlange niet!

Seveso-bedrijven in Tessenderlo
Google Maps van Tessenderlo-centrum: Sevesobedrijven plakken tegen de dorpskern

Je kan er echt niet naast kijken. De enorme grote grijze vlek op de rechterzijde van de foto is overduidelijk. Hier liggen de Seveso-bedrijven - 3 nog wel! - vlakbij woningen en scholen. Je vindt deze bedrijven trouwens allemaal op de website van Seveso.be. Denk dus niet dat ik dit uit mijn duim zuig. Hier een printscreen van deze site:

Seveso rondom Tessenderlo
3 Seveso-bedrijven liggen in het centrum van Tessenderlo (Schoonhees)

Goed om weten: in Tessenderlo ontplofte reeds een hoop meststoffen (ammoniumnitraat) op 29 april 1942 met 189 doden. Deze dramatische gebeurtenis is alom gekend als De Ramp van Tessenderlo. Ondanks de vele doden en gewonden, waarvan veel jongeren uit de 'vakschool', werd zelfs hieruit geen les getrokken! De fabriek werd op dezelfde plek heropgebouwd en de gevaarlijke chloornijverheid (thans INEOS), werd de voorbije decennia zelfs nog gevoelig uitgebreid ondanks bezwaarschriften en beroepen vanuit de milieubeweging, inclusief mezelf. De toenmalige minister van leefmilieu, de heer Ludo Sannen, presteerde het zelfs om nog een nieuw chloorfabriek op deze locatie te vergunnen. Ook hier preventief denken: nul, zero!


Ramp van Tessenderlo

De krater van de Ramp van Tessenderlo

Men leert nooit. Droevig. En na de BOEM.... "stelt men zich vragen". Met name over .... de inplantingsplaats. Steeds achteraf, nooit van tevoren.


lente in de vijver

de stermagnolia (Magnolia stellata)

Elke tuin met iet of wat biodiversiteit heeft intussen zijn kleurrijke hoekjes en kantjes. Er zijn al zoveel planten in bloei dat liefhebbers zich blij in de handen wrijven en bij fotografen het schuim in de bek komt. Terwijl de sleedoorn hier al bijna uitgebloeid is, gaat het krentenboompje, met glans, de rol van floraal vuurwerkleverancier op zich nemen. De typische lente-aankondigers, de Ribes sanguineum en het Chinees klokje (Forsythia), trekken de aandacht maar moeten het helaas afleggen tegen de uitbundig roze-bloemende perzikboom en de Magnolia stellata.

Op voethoogte is het eveneeens al een waar kleurfestijn. De smeerwortel, het longkruid, de blauwe druifjes, de sneeuwroem, de narcissen, gele en oranje elfenbloempjes, het muskuskruid, het klein hoefblad en allerlei viooltjes tonen dat klein ook verfijnd kan zijn. De meiklokjes hebben al heel wat bloemstengels gevormd maar de overheerlijk geurende klokjes zijn nog gesloten. Wie clematissen in zijn tuin heeft aangeplant, heeft ongetwijfeld al opgemerkt dat de nieuwe scheuten al aardig aan 't klimmen zijn. Alleen in het water en in de bijhorende moeraszones ontbreekt nog elke kleur.

de dotterbloem

Slechts één uitzondering: de dankbare dotterbloem. Dé spitsafbuiter van de natte zone. Zonder dotterbloem, geen lente in de vijver. Niet dat er compleet niets gebeurt in onze waterpartijen - de lissen staan al fier in 't water, de imposante bladeren van de waterlelies reiken bijna aan de lucht, er zijn de kikkers en padden, poelslakken en torren, de nieuwe stengels van de moerasandoorn en de zwanebloem, drijvende knollen van het pijlkruid, en zoveel meer - maar veel kleur komt daar niet bij kijken.

Alleen is daar dus de dotterbloem. Een erg gemakkelijke plant die maanden aan een stuk kan bloeien. In de modder geplant, wordt je plant alsmaar groter en groter waardoor je via scheuren gemakkelijk aan 't vermeerderen kunt slaan. Ook in kuipen gedijt hij uitstekend. Vliegen, kevers en bijen bezoeken de bloemen voor hun stuifmeel en nectar. De enkelvoudige dotterbloem (foto) is m.i. mooier en sterker dan de gevulde variëteit ('Plena'). Deze verdween op korte tijd uit mijn poel en ik heb er geen spijt van. De witte variëteit (Alba) heeft ook mooie, natuurlijk ogende bloemen maar zelf heb ik er geen praktijkervaring mee.

Met blijdschap kan ik nog meedelen dat de zwartkop en tjiftjaf ook de grauwe vliegenvanger uit het Zuiden hebben meegebracht. Ik zag hem de voorbije dagen al aardig jagen op insecten, zowat de enigste manier om de vogel te herkennen want qua kleur en zang is het een heel bescheiden en onopvallende soort. Vorig jaar was hij er ook dus mag ik al hardop hopen dat hij een vaste zomergast van onze tuin geworden is. Ik voel me vereerd.


16 april 2013

roestig prieeltje

Enkele dagen geleden ben ik met onze aanhangwagen een smeedijzeren tuinprieeltje gaan ophalen, na betaling weliswaar. Die van ons had een schoontje gevonden op Kapaza aan de helft van de gangbare winkelprijs. Alles tesamen gaat het over zo'n 350 kg gelast onbehandeld ijzer. Op termijn gaat het prieeltje oxideren waardoor het ouder gaat lijken dan het werkelijk is. Meteen ken je ook de invulling van mijn komende dagen.

de 4 dakkwartieren

Bij een tuinprieel denkt die van ons vooral aan gefilterd licht, een ligzetel en zalig niets doen. Bij mij ligt dat anders. Ik zie vooral mogelijkheden om klimplanten te geleiden, blauwe regens en kamperfoelies met name. Het definitieve plekje om de stukken in mekaar te monteren (zonder plan!) is intussen gekozen. Dat hoekje van gisteren werd geschrapt. Eerst dient er een Aesculus parviflora te worden uitgegraven en herplant. Hij staat net op de plaats waar we het nieuwe prieeltje gaan plaatsen. Zo meteen begin ik hieraan.

het sluitstuk van het dak, op de draadstang komt nog een gouden bol.

Voor de montage moet ik nog wat foto's bestuderen. Er is geen handleiding meegeleverd. De verkoper heeft wel verteld dat je op 't laatst het dak erop moet schroeven en dat je hiervoor toch 3, 4 man nodig hebt. Ik vind er wel iets op. Ook de bodem moet ik eens bekijken. Leg ik een vloertje of behoud ik het gras? Sowieso moet ik ervoor zorgen dat het tuinprieeltje waterpas staat en goed verankerd wordt. Beton? Chappe? We zien wel als 't zover is.

Of het gaat klaar zijn tegen de opentuindagen kan ik niet verzekeren. Het zal zijn zoals het is.

UPDATE 16.00 uur:


Omstreeks 15.30 uur stond het prieeltje in mekaar gemonteerd (zonder vloer of andere afwerking). Met dank aan de helpende handen van mijn vader. Alleen was dat niet te doen. 

15 april 2013

hartjespatat


Wat een dag!

Na zoveel ellendige en barkoude dagen hebben we eindelijk een overheerlijke dag achter de rug. Het familiefeestje voor onze 18-jaar wordende dochter ging grotendeels buiten op het terras door. Deugd dat dat deed. In de omringende natuur gebeurde zoveel dat ik er meteen een ganse week zou kunnen over bloggen. Alsof er een flink door mekaar geschudde fles champagne werd opengetrokken, zo bruisde het van 't leven.

ei-afzetting gewone pad
 paddenkoppeltje met ei-afzetting (met extra mannetje)

Eén van de paddenkoppeltjes zette een snoer eitjes af op de bodem van de zwemvijver. Hierbij op de hielen gezeten door een eenzaam, partnerloos mannetje. Deze padden zitten al van de eerste paddentrek onder water zonder lucht te komen happen. Straffe toeren zijn dat. De kikkerdril van de bruine kikkers, 4 hopen eitjes tel ik, is intussen deels geëvolueerd tot microwezens met een duidelijke staart. Er komt leven in de gelei. De kikkers zelf zijn evenwel niet meer te bespeuren in de zwemvijver. Zij zitten tussen het eendenkroos van de poel te genieten van de zon. Net als wij dat doen maar dan op het droge.

bruine kikker
bruine kikker tussen het eendenkroos

Ik hoorde de eerste tjftjaf en vlakbij zat een zwartkop. Twee vogels die de winter in warmere oorden doorbrachten. Op een berkentak zat een exotische vogel, eentje die niet in mijn vogelboeken staat. Een enorme kuif op zijn kop, een rode vlek achter zijn ogen en een bijzonder lange staart. Voor de rest een nagenoeg kleurloos geval en dus zeker geen groene halsbandparkiet. Een valkparkiet, suggereerde iemand op mijn facebookpagina. Te vrezen valt dat hij ergens losgelaten of ontsnapt is want op eigen houtje van Australië naar Tessenderlo vliegen is onmogelijk. 

valkparkiet in het wild
rare kwibus in de tuin, een papegaai-achtige met heel veel lawaai

Wat zijn de overlevingskansen van deze sukkelaar? Geen idee maar ik denk dat een sperwer zo'n vliegende biefstuk wel ziet zitten. Tegen de avond, vlak voor zonsondergang, cirkelden de eerste vleermuizen boven ons hoofd. De zwemvijver is al jaren het jachtterein van deze bijzondere beestjes. Met duikvluchten proberen ze insecten te verschalken. Mooi om ze bezig te zien. Wat eerder vloog ook een groepje van zes zwaluwen over de tuin. De eersten die ik dit jaar zag. 

Dankzij het heerlijk weer smaakten het ijsje, de wijn en de koffie beter dan ooit. Er werden stoelen bij gesleurd zolang er plaats vrij was rond onze grote tuintafel. Tegen het einde van het feest waren de bloemknoppen van de perzik en de krentenboompjes aardig opgezwollen en sommige hoofden flink beneveld. Een dag zoals er nog veel mogen komen.

de laatste krokus in bloei




12 april 2013

VELT-ecotuindagen 2013


Tijdens het eerste weekend van juni gaat onze tuin voor de 3de maal open in het kader van de VELT-ecotuindagen. Meer dan 100 ecologische tuiniers nodigen je dat weekend uit om hun moestuin, siertuin of boomgaard te ontdekken. Het loont echt de moeite om op pad te trekken en wij zorgen ervoor dat je in Tessenderlo hartelijk ontvangen wordt.

Onze ecologische siertuin is zowel op zaterdag als op zondag vrij toegankelijk. Inkom vragen doen we principieel niet. Kom je iets vroeger dan 10.00 uur of wil je wat langer blijven dan 18.00 uur dan is dat geen enkel probleem. Als 't moet, leggen we je zelfs te slapen. Wij zorgen ervoor dat er drank is, wil je iets eten dan neem je best je 'picknickmand' mee en zoek je een gezellig plekje uit in onze tuin. Doe alsof je thuis bent. Ook een toilet is aanwezig. Wie enkel op een composttoilet zijn gevoeg wil doen, moeten we helaas ontgoochelen.

Als je met de wagen komt, parkeer dan niet op het fietspad. Aan de overkant van de straat is normaal gezien plaats genoeg om je vierwieler veilig achter te laten. Ga zeker niet naar huis zonder langs het terras te passeren (drankje, babbeltje,...) of zonder kennis te maken. De meeste mensen van 't internet ken ik enkel van naam, dus kom even zeggen wie je bent. Ik loop meestal ergens rond in de tuin. De lelijkste van de hoop, dat ben ik.

Wie in 2010 of 2011 reeds langs is geweest, kan ik zeggen dat er ondertussen heel veel veranderd is. Zo werd er een ecoduct gebouwd, metste ik een replica-veldkapel en werd er nabij de zwemvijver een nieuw zitterras geklinkerd. De natuur heeft al die tijd ook niet stil gezeten. Heb je vragen over struiken, bloemen, bomen of mijn manier van tuinieren dan help ik je graag verder. Ik kijk al uit naar je komst. Tot dan.

Weldra kan je op de website van VELT terecht voor een overzicht en beschrijving van alle deelnemende tuinen. Heb je nog vragen, stel ze gerust via 'reacties'.


11 april 2013

groeiruimte

de gecreëerde zaaiplek

Zo'n 60 zaden van allerlei Oost-Indische kersen - klimmende en bodembedekkende - in je hand hebben, maar geen plaats vinden om ze in de grond te steken. Dat betekent groeiruimte scheppen en dus werd de klimop voor de golvende houten wal grondig verwijderd waardoor er zo'n 15 m² grond vrijkwam voor nieuwe ideeën. Tegelijk werd de pad langs één kant afgeboord met overschot van de kleiklinkers.

Vlakbij het gestapelde hout werd klimmende Tropaeolum gezaaid en tussen het klein fruit de laagblijvende soort. Langs de boordstenen stak ik bollen van een soort klaverzuring (Oxalis) dat mijn wederhelft in de Lidl kocht. Er zou een mooie rode bloem in komen en de klavers hebben een gevlekt blad. Mooi, zo te zien op de foto, maar niet winterhard. Voor een keertje wil ik het wel eens uitproberen maar normaal gebruik ik alleen blijvende bollen en knollen. 

Alle 60 zaden ben ik er niet kwijtgeraakt. Dus heb ik er her en der in de tuin wat rondgestrooid en onder bestaande klimrekken in de compost geduwd. De verrassing mag volop spelen. Ook in de voortuin werd er gezaaid, reuzezonnebloemen met name. Hier hetzelfde probleem: geen plaats. 'Gelukkig' stonden er enkele manke, grotendeels kapot gevrozen Escallonia's die verwijderd konden worden. Vlakbij de brievenbus, nabij de perenboom , kan nu een veldje zonnebloemen richting hemel groeien. Een mooier visitekaartje voor een ecologische tuin is haast niet denkbaar. 

Ook de kracht van de natuur kan niet duidelijker worden gemaakt dan met een simpele zonnepit. Zo klein ... en weken later zit je met een stengel van 2 meter hoog en een prachtbloem van 30 cm doorsnede! En wat ook wel eens vergeten wordt: de eenjarige, gewone zonnebloem is een feestmaaltijd voor de bijen. Nectar en stuifmeel van de bovenste plank.

sterhyacint in bloei


10 april 2013

Biobeurs Valeriaan - duotickets te winnen


150 exposanten op de Biobeurs Valeriaan !

Tijdens het weekend van 19, 20 en 21 april e.k. vindt in Tour&Taxis voor de derde maal de biobeurs Valeriaan plaats. De organisaties VELT, Nature & Progrès en hun partners verwelkomen er al wie meer wil weten over ecologisch leven in huis, keuken en tuin. Een speciaal event dit jaar is de ruilbeurs van Velt-Brussel op zondagnamiddag. Iedere tuinier heeft wel wat zaden of stekken op overschot. Wie ze op zondag meebrengt, kan ze ruilen tegen ander interessant plantmateriaal. Ook zonder zaad kan je op de ruilbeurs terecht, want de zadenamateurs mogen hun waar voor max. 1 € aan de man brengen. 

Voor extra informatie kan je terecht op de website: www.valeriaan-brussel.be

Dankzij VELT, de organisator van het opentuinenweekend waaraan ik deelneem, kan ik 10 duotickets weggeven (normaal 8 euro het stuk voor niet-leden). Wat moet je daarvoor doen? Mail je naam en volledig adres naar muggenbeet@gmail.com (de kaarten worden door VELT tijdig opgestuurd maar zonder adres gaat dat niet) en antwoord op de vraag:  "Van welk werkwoord is de T in VELT de afkorting?". 

Gemakkelijk, ik weet het. De tien eerste juiste antwoorden die in mijn mailbox vallen, kunnen gratis binnen op de beurs. Voor alle duidelijkheid: antwoorden via 'reacties' worden niet goed gerekend. Op maandag 15 april om 13.00 uur is deze wedstrijd afgelopen. Succes ermee!


8 april 2013

plezant voor elk

Zondag of niet, de heerlijk zonnige dag deed me gisteren spontaan naar de schup (spade) grijpen om enkele planten, die al geruime tijd in de garage beschermd stonden, een definitieve plek in onze tuin te geven. Alhoewel het behoorlijk vermoeiend werk was, genoot ik er met volle teugen van. Temeer omdat er rondom mij weer zoveel te zien en te horen was. Vooral de zang van een roodborstje dat schuin boven mij op een tak zonnebaadde, maakte van het graven, planten en aanvoeren van pierenrijke compost een deugddoende arbeid. Je zag zo dat ook het roodborstje vrolijk was omdat er aan die lange gure en ijskoude periode een eind is gekomen. Het zonnetje maakt van de dieren, mens inclusief, andere wezens.

Het roodborstje boven mijn hoofd

Gisteren heb ik in wat ooit de zandbak naast het terras was, een Magnolia kobus geplant. Met 4 kruiwagens goede grond en zelfgemaakte compost zou dat een succes moeten worden. Samen met een valse christusdoorn moet deze beverboom (Magnolia) voor gefilterd zonlicht zorgen op het terras. Een te felle of brandende zon is niet aan mij besteed. Met toegeknepen ogen een boekje lezen is bovendien allesbehalve comfortabel of ontspannend.

Vooraan in de tuin, aan de achterzijde van de poel, plantte ik een blauwe regen die zich vanaf nu tegenop een boom omhoog kan ranken. Ik koos voor de Wisteria 'Black Dragon', een floribundavariëteit die ik nog niet had. In feite ben ik op zoek naar een Wisteria floribunda 'Macrobotrys' maar in geen enkele plantenzaak bij ons in de verre buurt wordt deze soort aangeboden. Overal vind je krak dezelfde blauwe regens, de Wisteria formosa 'Issai', de W. floribunda 'Longissima Alba' en de Wisteria sinensis in 't blauw, wit en roze. Hopelijk tref ik hem aan op één van de bekende plantendagen. Hombeek of Bokrijk misschien?

Wat ik zoal nog gezien heb? Vlinders. Ze zijn terug. Verscheidene gele mannetjes-citroentjes en gehakkelde aurelia's fladderden door de tuin. Een staartmees met nestmaterial in de bek. Een broedende duif in de Juniperus. Het paddenkoppeltje dat in slow-motion over de bodem van de zwemvijver kroop. Badende merels en lawaaierige mussen en sijzen. Kepen blijven naar de voedersilo komen, allicht tot mijn bijkochte zak volledig op is. Ook de zanglijster liet van zich horen. In de lucht zag ik een roofvogel waarvan het slanke silhouet me onbekend is.

Ook vandaag heb ik nog plantwerk. Zo'n 40 vaste planten gaan rond de appelboom de grond in. Voornamelijk Geraniums -wat zijn dat toch dankbare bloemen!- maar ook lupinen, Ligularia, stokrozen, een daglelie en 5 ossentongen ('Dropmore'), ook zo'n langbloeiende en gemakkelijke plant. Aan het kastanjehek komt tenslotte nog een rabarber die ik elders in de tuin ga uitgraven. Mijn  vrouw zit ook nog met 2 kisten viooltjes, gekocht voor 5 euro voor een kistje met de tweede kist er gratis bovenop. De aanhoudende winter zorgde voor te weinig afzet waardoor er thans een overaanbod viooltjes op de markt is. Wie uitkijkt, kan deze dagen een slag slaan.

(Even herhalen dat Facebookers ook terechtkunnen op mijn pagina. Hier verschijnen extra foto's en interessante links.)

7 april 2013

Darwin met kolibrie

Geen gedoe meer met dat omwisselen en niet meer moeten omrekenen naar Belgische franken, de invoering van de euro heeft inderdaad zo zijn voordelen gehad. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat sinds 2002 de kostprijs van het dagelijks leven flink de hoogte is gegaan. Wat ik ook betreur is dat de eurobiljetten zo verschrikkelijk saai zijn. Architectuur vind ik nochtans een heel boeiend onderwerp maar qua kleurgebruik en thematiek zijn onze huidige biljetten een stap achteruit. Er is heel wat boeiende diversiteit verloren gegaan. Hoe langer hoe meer begin ik dat te betreuren.

10 Engelse pond met een afbeelding van Charles Darwin

De Belgische briefjes van de laatste generatie mochten gezien worden. Met Adolphe Sax, James Ensor en Art Nouveau-pionier Victor Horta sla je als land geen mal figuur. De libel aan de achterkant van de Guido Gezelle (5000 frank) is naar mijn smaak de allermooiste prent die we gekend hebben, al heb ik als jonge man zelden met zo'n briefje op zak rondgelopen. 5000 frank, dat was in die tijd onwaarschijnlijk veel geld. Bijna verdacht.

Ik vind dat spijtig, dat zo'n schoon papieren uit het leven verdwenen zijn. Dat geldt zeker ook voor de Hollandse gulden (die van voor de abstracte serie), mijn  favoriete briefjes. Dat heeft allicht ook te maken met het feit dat deze guldens me terugvoeren naar mijn fijne vakantie-jeugdjaren, de Efteling en Amsterdam. Op één briefje stond een vogel met een lange bek, een watersnip zo blijkt, en dan had je ook nog dat fel geel briefje met de zonnebloem. Zoiets moois gaf je niet graag af in de winkel, een gevoel dat ik met de euro nooit heb gehad. 

onze schitterende libel

Deze nostalgische terugblik kwam in me op omdat mijn tweede dochter volgende week met Natuur en Wetenschap vzw naar Engeland reist. Ze bezoeken er ondermeer de Kew Gardens en allerlei musea waaronder het Natural History Museum met het Darwin Centre. Voor deze trip haalden we op de bank wat Engels zakgeld, pounds zoals je weet. Bij het bekijken van de briefjes ontdekte ik dat Charles Darwin op de 10 pounds staat afgebeeld. Sinds 2000 is dit het geval maar mijn eigen Londenreisjes dateren allemaal van voor deze datum. Vandaar dat het me nu pas opgevallen is.

Ook dit geldbriefje vind ik mooi. Het vertelt een heel boeiend verhaal (wetenschappelijk onderzoek, de natuurlijke variaties bij kolibries, de reis met de Beagle) en het is tegelijk een statement van erkenning en waardering. Voor biologen en natuurliefhebbers is Darwin een icoon. Eén van dé wetenschappelijke referenties om al het natuurschoon of de onmetelijke biodiversiteit op onze planeet op een zinnige manier uit te leggen. Een wetenschapper van wereldbelang. Een man die zijn beeltenis op een geldbriefje echt wel verdiend heeft. 

Wat een geluk dat Engeland een opt-out heeft voor de invoering van de euro, denk ik dan zo. Zo'n biljet als dit van Darwin verdient het om te blijven bestaan. Al was het maar om religieuze fanatici - de dwalende Adam en Eva-aanhang -  van antwoord te dienen en zo af en toe te treiteren. 


4 april 2013

bouwen met afval en modder

insectenhotel

Stond de ganse voormiddag in het teken van de toekomstige bewoonster van onze veldkapel, dan bekroop me in de namiddag de goesting om nog eens een hoop afvalstenen en overschotklinkers weg te werken in wat eufemistisch als "iets creatiefs" wordt bestempeld. Oei, die zinsconstructie is nogal bouwvallig, maar soit, je weet wat ik bedoel.

Uit mijn afvalmateriaal sleurde ik enkele kruiwagens cementtegels, betonklinkers, kleiklinkers en natuurkasseien. Ik stapelde er een alsmaar smaller wordende toren mee die ik gaandeweg opvulde met zwarte grond en hier en daar bamboe- en andere holle stengels. Vanaf de natuurkasseien is de toren volledig met bouwmaterialen gevuld (massief dus) en werd elke nieuwe laag met modder bestreken en aangegoten. Het doet nu niet echt terzake maar het was plezant om met mijn blote handen die modder te bewerken. Dat zal het zwijn in mij zijn.

Jaarlijks ga ik een tweetal emmers verse modder over de toren kieperen. Net zoals een auto af en toe nieuwe olie nodig heeft, verwacht ik dat deze gestapelde toren ook een modder-onderhoud kan gebruiken. 

Wat is daar nu weeral de bedoeling van? De belangrijkste drijfveer is mijn bouwafval wegwerken en, als ik geluk heb, komen er secundaire consequenties van voort. Als de klimhortensia, die ik er tegenaan ga planten, mee wil en als ook de mossen aanslaan zou het op termijn wel eens gewoon mooi kunnen zijn. Ook jonge varens zijn vrij eenvoudig in de toren te pluggen. Het onderaan wegnemen van een betonklinker volstaat om aan de vruchtbare grond te zitten. De spleten en holle stengels nodigen tenslotte insecten en wilde bijtjes uit om er hun intrek te nemen. 

Het kan best zijn dat deze "recuperatie-building" binnen enkele maanden in mekaar gestuikt is. Van zoiets gaan we nu niet wakker liggen tenzij een crashend vliegtuig er de oorzaak van zou zijn. Moest het zo zijn dat alles in puin ligt, herdopen we het ding in "ruïne-evocatie" en klaar is kees. Ruïnes zijn in. Net als grote woorden voor wat in wezen nauwelijks iets voorstelt.


veldkapel bewoond



3 april 2013

al goed gewerkt

Tegen de middag was onze tuin voldoende opgewarmd om er op aangename wijze de eerste lenteklussen van het jaar uit te voeren. De koude wind speelt nauwelijks in onze omsloten tuin terwijl de zon vrijwel vrij spel krijgt.

Op enkele uren tijd werden de meeste borders ontdaan van de vele verdorde stengels van vorig bloemseizoen. Het eerste stukje deed ik zelf maar de kleinste dochter en mijn wederhelft hebben prima geholpen. Dit 'proper' leggen van de borders gebeurt hier met de snoeitang (voor de dikke japen) en voorts volledig manueel. De meeste takken breken gemakkelijk af. Enige voorzichtigheid is wel geboden want hier en daar staan ook jonge struiken die niet gekortwiekt mogen worden.

Deze haan staat sinds gisteren op het dak van de veldkapel

Benevens het borderwerk heb ik nog een aantal specifieke klussen geklaard. Op de veldkapel staat sinds gisteren een mooie metalen haan. Opdat hij niet bij elk zuchtje wind zou omwaaien, heb ik hem met 2 vijzen vastgeschroefd op een zware natuurkassei. Van de 4 gaten in de kapel heb ik er 3 dichtgestoken met takjes van siergrassen. De ene spleet die nog opengebleven is, geeft toegang tot een perfecte holte voor een nestelende kwikstaart of zwarte roodstaart. Twee prachtige vogels die nog in onze tuin ontbreken. Het is het proberen waard.

Ook een natuurlijke, prismavormige klimrek van hazelaarhout werd volledig afgebroken en vernieuwd. Deze keer gebruikte ik rechte gedoornde takken van de Robinia (valse acacia) uit de voortuin. De aanwezige rankende kamperfoelie en de blauwe Clematis viticella heb ik zo goed mogelijk terug in de nieuwe klimrek geweven. Acaciahout is duurzaam, dus die kunnen er weer enkele jaren tegen.

Tenslotte heb ik ook de boord van onze amfibiepoel/waterleliepoel hersteld. Deze boord is gemaakt van gestapelde witte kasseien die met de tijd met wilde bloemen en grassen vast komen te zitten. Zware houtduiven en eekhoorns gebruiken deze poel ook als drinkplaats waardoor een aantal kasseien in het water werden geduwd. Deze kasseien werden opgevist, terug op hun plaats gelegd en (als experiment) aangegoten met een vloeibaar, zelf gebrouwen klei-zandmengsel. Bij dit werkje viel het me op dat de vele waterlelies al heel wat nieuwe bladeren hebben gevormd en dat het water door de zon al flink opgewarmd werd.

Vandaag wil ik mijn Oost-indische kers gezaaid krijgen. Probleem is evenwel dat ik geen serre heb, zelfs geen vrijstaande tafel, zelfs geen door de zon beschenen binnenruimte waar plaats is om alle potjes te zetten. Dit wordt improviseren. Het salon zou ideaal zijn maar daar krijg ik geen toestemming voor, vermoed ik. (Normaliter worden deze bloemen terplekke gezaaid maar gezien de vorstgevoeligheid en gezien mijn wens om toch al ietwat uit de kluiten gewassen planten te hebben op de opentuinendagen, wordt er hier binnen voorgezaaid.)

2 april 2013

aandacht voor de bij

Cover van de Open-tuinengids
Het openingsweekend van de maand juni komt dichtbij. Bij heel wat VELT-leden ben je dan welkom om kennis te maken met hun ecologisch beheerde siertuinen en moestuinen. Ook in onze tuin kan je terecht maar daarover later meer.

4 weken later, in het weekend van 29/30 juni, organiseert de Landelijke Gilde haar Open-Tuinen-weekend. Zo'n 235 eigenaars doen opnieuw mee. Alhoewel de meeste van de opengestelde tuinen grondig verschillen met mijn eigen smaak, verdient ook deze organisatie de nodige aandacht. Ook hier voel je veel tuinliefde en niet zelden tref je mooie verzamelingen vaste planten en heesters aan.

Je merkt er vaak wel dat de planten 'opgedreven' zijn met meststoffen en dat netheid hoog op de prioriteitenlijst staat. Wat ik nog het liefst zou veranderd zien - alhoewel ik ieders smaak tenvolle respecteer - is het ontbreken van verbinding met de natuur. Wilde zoogdieren, amfibieën, vogels, vlinders en bijen... ik vraag me af of ze er echt welkom zijn. Precies daarom dat ik aangenaam verrast ben door editie 2013.

binnenblad van de Open-tuinengids
Zoals ook uit de cover van de mooi opgemaakte gids af te leiden valt, wordt er dit jaar bijzondere aandacht geschonken aan het thema bijen.  Er wordt uitdrukkelijk gevraagd om mee te helpen aan de toekomst van de honingbij, ondermeer door meer drachtplanten aan te planten en minder (beter nog: geen) bestrijdingsmiddelen te gebruiken.

In de gids, die je voor 4 euro kan kopen in de Avevewinkels, vind je, naast een beschrijving van de 235 tuinen + foto,  een bijlage van 12 blz. over de bijen en bijvriendelijke planten. Zo werd een aantal interessante lijstjes opgenomen met nectar- en stuifmeeltoppers en de beste bijenplanten voor het voorjaar, de zomer en het najaar.

Naast een uitgewerkt voorbeeld van een onderhouds-vriendelijke bijenborder, een leerrijke opsomming van weetjes over de bij en een uitvoerige verschillenlijst (bijen vs. hommels vs. wespen) wordt er dieper ingegaan op de vele soorten honing en hun typische geur, smaak en kleur. Ik lees hier dat er ook meeldauwhoning bestaat, met een duidelijke harsige smaak. Dat wist ik niet.

In de bijlage lees ik ook een oproep tot meer tolerantie ten opzichte van wilde planten en om het beeld van het gazon bij te stellen: "een altijd groen monotoon tapijt is een troosteloze woestijn voor de bijen. Vervang uw traditioneel gazon geheel of gedeeltelijk door een bloemenweide." Dat klinkt als muziek in de oren.