30 maart 2013

zaad


Bij de Argus-tuinwedstrijd  'De Groene Verleider' hadden we een mooie prijs gekregen waaronder voor 100 euro aankoopbonnen bij Aveve. Onze konijnen en de wilde vogels zijn er al goed mee geweest. Met de laatste cheque van 25 euro heb ik deze week met en voor mijn moeder Primula's gekocht. Om onze eigen tuin op te fleuren, schafte ik me 5 pakjes zaad aan alhoewel ik geen zaaiman ben omdat ik dat te omslachtig en te traag-vooruitgaand vind. Doorgaans laat ik dat over aan de stielmannen - die moeten hun brood ook verdienen - en koop ik plantjes in bloei. Ook de wind mag hier zijn werk doen.

Kenners zullen van de foto wel kunnen afleiden dat ik toch het verstand heb om 'gemakkelijk zaad' te kopen. Normaal kan er met Oost-Indische kers, komkommerkruid, zonnebloem en bloemenweide niet veel mislopen. Het zou zo uit een pakket voor beginners kunnen komen.

Oost-Indische kers heb ik leren kennen in het openluchtmuseum van Bokrijk en de tuin van Claude Monet in Giverny. Ik zag daar met mijn eigen ogen dat deze kleurrijke bloemen prima bodembedekkers zijn en bijzonder charmante klimplanten. De rankende variëteit moet ik me nog aanschaffen (uitverkocht) maar ik heb alvast 2 laagblijvende soorten meegenomen. De bloemen en bladeren zijn eetbaar, ik weet dat, maar de kans dat ze in mijn spijsverteringsstelsel terechtkomen lijken me op dit moment verwaarloosbaar klein. Ik heb op dat vlak nog een drempel te overwinnen.

Het komkommerkruid kocht ik voor de bijen. Deze eenjarige Borago officinalis levert prima nectar en pollen en het is eens wat anders dan Phacelia. Bijkomend voordeel is dat het komkommerkruid zichzelf goed verder zaait waardoor kan verwacht worden dat eenmalig inzaaien volstaat voor meerdere jaren tuin- en bijenplezier. Het sierlijke blauwe bloempje kan vers verwerkt worden in salades.

Het bloemenweide-mengsel is samengesteld uit eenjarigen met bijzondere nectar- en pollenproducerende bloemen. Zo'n 8 weken duurt het eer het zaad de eerste bloemen voortbrengt. Door de aanhoudende vries zullen de open-tuin-bezoekers (eerste weekend juni) helaas het resultaat niet in volle pracht kunnen zien. De reuze-zonnebloemen ga ik in een potje voorzaaien en in mei uitplanten in de voortuin. Het blijven magnifieke bloemen, een wonder van de natuur. Ze geven een tuin ogenblikkelijk een natuurlijke en ecologische look.

De voorbije winterperiode heeft me ook geleerd dat wilde vogels niets liever hebben dan zonnebloempitten. Ik hoop dan ook op een goede oogst en de vele vogels te kunnen verwennen met zelfgewonnen zaad. Rest me nog ergens klimmende Oost-Indische kers te vinden om tegen een kastanjehek te laten groeien. Moest het een succes worden en passen in onze ecologische tuin - het is deze eerste keer een nogal impulsief experiment - wordt het zaaien van Tropaeolum een jaarlijks ritueel. Als het bij de kinderen in de basisschool lukt, zou het bij mij ook wel eens kunnen aanslaan.

Update: zonet heb ik nog 3 variëteiten Oost-Indische kers gevonden, 2 daarvan zijn klimmende soorten. Vooral die Black Velvet staat me wel aan. Blijkt nu dat die dingen ook Capucijnen genoemd worden. Weer wat bijgeleerd uit de zaaibranche.




29 maart 2013

Diestse begijnhofkerk in de steigers

De begijnhofkerk van Diest (Unesco) wordt eindelijk gerestaureerd

Terwijl vlakbij het Diestse begijnhof de Demer terug door de stad wordt getrokken, werd nu ook de begijnhofkerk in de steigers gezet. Eindelijk, want het restauratiedossier sleept al zo'n 25 jaar aan. Deze 14de eeuwse gotische Sint Catherinakerk is in zeer slechte conditie. Al jarenlang wordt de linkergevel door stevige ijzeren 'steunberen' rechtgehouden. Ook de ijzerzandsteen waarmee de kerk grotendeels werd opgetrokken, is flink geërodeerd. De moerassige ondergrond (Demervallei) waarop de kerk is opgetrokken, zorgt dan weer voor ernstige verzakkingen.

Sinds 1998 behoort het Diests begijnhof tot het Unesco cultureel werelderfgoed. Dat was helaas niet aan de kerk - toch het kernelement van het begijnhof - te zien. De Sint Catherinakerk verdient beter. Daarom is het heuglijk nieuws om de indrukwekkende stellingen rond de kerk verankerd te zien (zie foto). 2 miljoen euro overheidssteun zorgt ervoor dat de meest dringende restauratiewerken van start kunnen gaan. De funderingen, de gevels en het dak zullen worden aangepakt en de ijzerzandsteen zal met een beschermende kaleilaag worden bezet.

De kans is groot dat er na de restauratie geen misvieringen meer gaan plaatsvinden. Er wordt aan gedacht om de religieuze ruimte een culturele herbestemming te geven. Eerder werd ook al de infirmerie omgebouwd tot het cultureel centrum.

(Ook interessant: Open Monumentendag in Diest)


vroege lente versus late lente

 29 maart 2013


19 mei 2012


26 maart 2013

afwachten op de bodem

Op 21 maart 2012 was ik er getuige van hoe een pad, met een mannetje op haar rug,  een sliert eitjes rond de wortels van een oeverplant draaide. Zonet ben ik even in dezelfde vijver gaan kijken of er op amfibievlak al nieuws te melden valt. Met de nachtelijke vriestemperaturen zou me dat verbazen. Geen eitjes maar op 1,40 meter diepte zit toch een koppeltje padden roerloos een geschikt moment af te wachten om in actie te treden. Ze zitten daar sinds de paddentrek op gang kwam - de eerste week van maart - en dat zijn toch al 3 volle weken. Bewondering voor het vrouwtje dat al die tijd dat mannetje torst. Wat ik me hierbij afvraag: zouden die beesten met elkander overleggen of gewoon over iets leuteren? Of zwijgen die al 3 weken daar diep in 't water?

koppeltje padden (op 1,40 meter diepte in de zwemvijver), wachtend op zonnewarmte.


de positieve kant

Ik had ook liever gehad dat die koude wind achterwege bleef. Dat er een warm, deugddoend zonnetje voor in de plaats kwam. Maar van de vele weerpraatjes de voorbije tien jaar onthoud ik één ding: we leven in een periode waarin volop records, uitzonderlijkheden en extremen genoteerd worden. Niets is nog zeker, laat staan voorspelbaar. We kunnen er over mopperen of kijkersbrieven sturen naar Frank en Sabine maar dat helpt niet.

Beter zou zijn dat men, de slimme mensen in het bijzonder, eens ernstig bekijkt in hoeverre menselijke invloeden aan de basis liggen van dat grillig weer. Arctica dat zienderogen wegsmelt, om maar één ding te noemen, ... dat is toch niet normaal? Me dunkt dat meer respect voor de natuur en het leefmilieu soelaas kan bieden.

Intussen probeer ik deze aanhoudende winter langs de positieve kant te bekijken. De voordelen liggen niet hoog gestapeld maar ze zijn er wel. Geen hordes wielertoeristen op de baan, weinig of geen geronk van grasmachines, de te klein geworden T-shirts die in de kast kunnen blijven liggen, studeren voor de examens zonder verlokking van zon en rokjes, de drank blijft ook buiten de frigo koel, .... en interessant voor huismussen gelijk ik: de wegtrekkende vogels zoals kepen en sijzen, blijven rond het huis hangen.

Ideaal weer om ze gade te slaan en er foto's van te maken. Doen, want het is niet zeker dat ze er volgend jaar weer zijn, tenzij.... de koude nog enkele maanden aanhoudt en het voor de trekvogels geen zin meer heeft om nog even naar Scandinavië terug te vliegen.

keep met boomklever 

keep in voederbak (in de zomer kan er een plantje in)

2 typische wintergasten: sijs en keep (let op rechterpoot, deze keep is geringd)

Vanachter mijn versleten laptop zie ik de huismussen en merels verder bouwen aan hun nesten. Met volle snavels vliegen ze weg. Dat is een geruststelling. Nog even en alles valt terug in de plooi.



25 maart 2013

dode spitsmuis

dode spitsmuis
spitsmuisje zaliger

Met mijn sjaal dubbel gevouwen in de nek ging ik bij de konijnen even checken of alles oké was. 2 meter buiten de deur lag een stijf lijkje. Een spitsmuisje, één van onze inheemse insecteneters. Met de staart nam ik het onfortuinlijk beestje van de grond en legde het in mijn handpalm. Duidelijk geen geval van bevriezing maar gepakt, met fatale gevolgen. In de onderbuik gaapt een wonde. In de grijze pels hangt wat bloed. Mond-op-mondbeademing heeft geen zin meer. 

Vooraleer het beestje terug toe te vertrouwen aan de natuur heb ik het even op zijn rug gelegd om er een foto van te maken. Slechts één motief: jullie te tonen hoe lief zo'n beestje is. Kijk naar die schattige voetjes en handjes, de neushaartjes en de oren. Verschillend met de meeste andere zoogdieren is dat de uitgangen van het spijsverteringsstelsel en het voorplantingsstelsel niet gescheiden zijn maar verlopen via een cloaca, op de foto te zien net boven de staart. 

RIP.

(interessante link: wat vangt de kat?)


24 maart 2013

huismus

mannetje huismus
huismus (mannetje) aan de voedersilo

In vergelijking met de passages van de kepen en de sijzen is de huismus hier niet spectaculair. We hebben het geluk om al jarenlang een kolonie van zo'n 10/12 huismussen (Passer domesticus) rond ons huis te hebben. Daardoor komt het dat ze ook zelden of nooit gefotografeerd worden, omdat ze zo 'gewoon' zijn. Fair is dat niet want de vogels die het jaarrond voor getsjilp en leven in de keet zorgen, verdienen in feite meer aandacht dan opvallende opportunisten die in de winter eten komen zoeken.

Onze huismussen zijn echte lawaaimakers. Ze tsjilpen de hele dag maar vooral 's morgens zijn ze bijzonder actief. Ze verblijven het liefst in de taxus- en hulsthagen, in het bijzonder omdat ze zich daar veilig voelen. Ze eten bijna alles: uit het bord van onze kat, etensresten zoals brood en kaas dat we buiten gooien, gemorste granen van de konijnen en uit de voedersilo zoals op de foto te zien is. Hun nesten bouwen ze gegarandeerd onder ons kleipannendak. Ze vinden in de onderste rij pannen, vlakbij de dakgoten, holtes die voldoende groot zijn om aan de slag te gaan. Blijkbaar met succes want de kolonie wordt jaarlijks verjongd.

Ringmussen, die er fel op lijken, zitten hier niet. Blijkbaar is dat normaal: waar er veel huismussen vertoeven zie je geen of nauwelijks ringmussen. Ringmussen hebben een duidelijke donkere vlek op de wang en een witte ring in de hals. Hun mannetjes en vrouwtjes gelijken op elkaar terwijl dat bij de huismus wel even anders is. Daar heeft het vrouwtje een vele bleker verenkleed, waarmee dan weer verwarring ontstaat met het vinkenvrouwtje.  Ik had het er in het begin ook moeilijk mee maar met geoefende ogen zijn de verschillen toch erg duidelijk.

Op 20 en 21 april vindt het mussentelweekend plaats. Op de website van Vogelbescherming vind je hierover alle uitleg. Alhoewel er hier weinig of niks van te merken valt - ongetwijfeld mede dankzij de rommelige en natuurrijke tuin - gaat de huismussenpopulatie er nog steeds op achteruit.


de vierde lentedag

winterbeeld
24 maart 2013, proeven van de lente vanuit het slaapkamerraam

* Het zou geleden zijn van maart 1952 dat het nog zo laat in het voorjaar gesneeuwd heeft. Wat mij betreft, de eerste maal in mijn leven dus. Zullen we dan maar gaan juichen?


23 maart 2013

konijnenpad

Vlakbij het terras wonen onze drie konijnen. Zoals je op de linkse foto kan zien, schiet er van het oorspronkelijke gras niet veel meer over. Ik kreeg daar klachten over. Als de kinderen de konijnen eten moesten geven of als het binnendoorpaadje werd gebruikt om naar de fietsenstalling te gaan, hingen de schoenen vaak vol met modder. Je kent kinderen, mij inclusief, dat komt met vuil schoenen binnen en op heel lange termijn krijg je buiten een holle weg en binnen een berg smurrie, moest er niet regelmatig gekeerd worden.... door de klachtindienende partij.

Tegen mijn eigen ecologische tuinvisie in, zijnde het milieuvriendelijkste pad is geen pad (ik durf mijn visie nogal eens laten bepalen door het recht op luiheid),  heb ik eergisteren de bouwvakker in mij terug wakker geschud en ben ik een pad beginnen aanleggen. Het konijnenpad zo je wil.

De eerste dag heb ik de beide boorden geplaatst en de grond op diepte uitgeschoffeld. Hierbij werd de bestaande grondslag zoveel mogelijk gerespecteerd wat betekent dat de waterpas achterwege bleef. Omdat de verharding zou worden opgebouwd uit restmaterialen (overschot bouw kapel en uitgebroken klinkers van de inkomhal) werd de breedte van het pad bepaald door 6 x de breedte van de betonklinkers of ook 3 x de lengte van de kleiklinkers). 

Gisteren heb ik dan het pad in mekaar gepuzzeld. Omdat er niet meteen auto's of camions in onze tuin verwacht worden, volstond een bedje van Mols witzand. Geen mengeling met cement dus waardoor het water goed weg kan en de voegen kunnen bewoond worden door wat gewoonlijk onkruid en vuiligheid genoemd wordt. Met een zware hamer werd steen voor steen in het zand geklopt. Hiermee kan je een speels effect verkrijgen en wat meer is, je kan lawaaierig en stofferig slijpwerk vermijden. Hiertoe werk je volgens het karrewielmodel - ik verzin dat model hier terplekke - wat betekent dat je aan de binnenkant van de bocht de stenen dicht tegen mekaar legt en dat je de voeg alsmaar laat verbreden naar de buitenkant toe. Op deze manier kan je met rechte stenen toch een bocht maken.

Bij het leggen, gezeten met de knieën op de grond, werden de voegen meteen een eerste maal dicht gestrooid. Als de puzzel klaar was, werd dit alles met emmers water aangegoten zodat de stenen goed vast kwamen te liggen (zie resultaat op de onderste foto). Vandaag worden de stenen een tweede maal met fijn zand ingeborsteld en klaar is kees. Volgende week worden nog wat planten gezet die gelijdelijk aan over de rand groeien.

het nieuwe tuinpad nadat het zand met water werd begoten


20 maart 2013

daslook


In het Poolse Wlen, waar we al een paar keer op vakantie geweest zijn, staat vlakbij Palac Lenno een middeleeuwse donjon. De heuvelflanken van de rots waarop deze woontoren is neergepoot, zijn bijna volledig veroverd door daslook met hier en daar partijen bosanemoon en holwortel. Er hangt een subtiele lookgeur in het bos. Men vertelde mij dat deze daslook oorspronkelijk beperkt bleef tot een bedje in de moestuin van de kasteeldame maar ondertussen een vrijelijk leven leidt in de natuur. Bezitters van daslook zullen dit moeiteloos geloven want de daslook zaait zich erg gemakkelijk uit, zelfs hier op onze Kempische zanderige bosgrond.

Het is in dit Pools natuurrijk kader dat ik voor 't eerst het loof van daslook zag plukken om het in de keuken te gebruiken. Meer zelfs, hier at ik het ook voor 't eerst. Sindsdien weet ik met zekerheid dat je er niet van doodgaat of er een flinke maagpijn aan overhoudt. Ja, ik ben eerder terughoudend bij het opeten van wilde planten, 't is te zeggen,  ik geloof bijlange niet alles wat er in de kruidenboeken geschreven staat. De mensen zouden allemaal 150 jaar oud worden met al die "gezonde" en "heilbrengende" planten. Op dat vlak ben ik ongetwijfeld een atypisch lid van VELT.

Net als bij de ui, de look en bieslook mag je er bij deze telg uit de lookfamilie evenwel met zekerheid van uitgaan dat het zonder risico kan gegeten worden, zolang de plukker tenminste betrouwbaar is. Daarom dat ik deze week het Poolse voorbeeld heb gevolgd en -alweer een primeur, alhoewel miljoenen mensen me zijn voorgegaan- verse daslookbladeren in onze tuin geplukt heb. Deze keer kwamen ze versnipperd in een groentensoep terecht maar bij de volgende spaghettisaus die ik maak, wandel ik opnieuw eens door de tuin.

't Is nu dat de bladeren op hun lekkerst schijnen te zijn, voordat de bloemen erin komen. Behalve lekker is de daslook zeker ook mooi. Dat geldt evenzeer voor de ordinaire ui, de look en bieslook. Steek maar eens bol of wat teentjes in de grond en je zal versteld staan hoe mooi de bloeiwijze ervan is. Niet voor niets dat hun familiegenoten, de sieruien,  heel wat tuiniersharten hebben veroverd. Er zou zelfs daslookhoning bestaan. Die combinatie van zoet en lookerig zou ik weleens willen proeven. Zou het zoiets zijn als het tongzoenen van een zatte vrouw?

19 maart 2013

poelslakken bij de vleet

poelslak
poelslak drijft omgekeerd op het water

In onze waterleliepoel, die tevens dienst doet als amfibiepoel, krioelt het van de poelslakken. Vijanden hebben deze huisjesslakken hier blijkbaar niet want hun aantal neemt gestaag toe. Ik zou ze heel gemakkelijk met een schepnet kunnen verwijderen maar ik laat ze met rust. Het is best interessant om ze te bekijken want als de zon schijnt, zijn ze behoorlijk actief.

Het feit dat ze hermafrodiet zijn, tegelijk mannelijk en vrouwelijk, vind ik zo'n bijzonder gegeven. 2 slakken die mekaar tegenkomen zijn altijd in staat om te copuleren. Meer zelfs, in de informatie die ik doornam, las ik dat ze - godbetert - ook zichzelf kunnen bevruchten. 't Zal wel zijn dat de populatie alsmaar toeneemt.

Mooi om zien is hoe deze poelslakken de rottende stengels van de waterlelies opeten en de vijver 'proper' houden. Om dit reinigingsvermogen zijn er zelfs mensen die poelslakken in hun aquarium houden. Een fenomeen dat ik eerst niet begreep, is dat deze slakken vaak ondersteboven onder het wateroppervlak hangen (zie foto). Zo komen ze adem happen, via een gaatje wordt de longinhoud gevuld met lucht. Volgens mijn eigen waarnemingen gebruiken ze deze houding ook om zich al drijvend te verplaatsen. Als er gevaar dreigt, laten ze zich als een duikboot meteen tot op de bodem zakken.

18 maart 2013

plantenruildag

molen van Tessenderlo
De draaiende wieken van de Looise standaardmolen op de Berg vormden een mooi decor voor de jaarlijke plantenruildag van de lokale imkervereniging. Vooraleer een bezoek te brengen aan de plantenstands en het café, klommen we op de molen temeer omdat een familielid er molenaar is.

In 1983 werd deze molen als monument beschermd. De oudste vermelding gaat terug tot 1301. Toen was de molen eigendom van de graaf van Loon, Lodewijk IV. In 1336 werd hij geschonken aan de abdij van Averbode. De molen zoals die vandaag kan bezocht worden, dateert van ca 1750. Samen met het aanpalende molenhuis werd hij in 1980 door de gemeente Tessenderlo aangekocht.

Op zondag kan hij door het publiek bezocht worden, wat een aanrader is. Let vooral op de imposante eiken balk die gans de molen rechthoudt. Ook het tandrad van de wieken, de rem ervan en de omzetting van het verticaal draaiende rad naar een horizontale kracht (molensteen) moet je zeker eens van dichtbij bekijken.

plantenruildag imkers Tessenderlo 2013
Het plantenruilgebeuren gezien vanuit de molen, heel ver zie je de windmolens van Nike.

Omdat we zelf geen plantgoed mee hadden, was onze aanwezigheid vooral een kwestie van de imkers wat te steunen. Hun honingbijen leveren zeer verdienstelijk werk in de bestuiving van onze planten en, zoals je weet, kampt hun bijenvolk met gezondheidsproblemen. Gifspuiterij, de verarming van de biodiversiteit en de varroamijt - je kent het verhaal wel - liggen aan de basis hiervan.

In het cafétaria dronken we een koffie en die van ons smulde ook nog een stuk vlaai. Er was tevens een infostand over compost en eentje omtrent biodiversiteit waar we enkele bijzonder interessante brochures meekregen. Alle aanwezigen kregen van de imkers nog een mooi passend geschenk mee: een voor mij onbekende Euodia daniellii, tegenwoordig aangeboden als Tetradium daniellii

Volgens de gegeven uitleg is het voor de bijen een waardevolle plant omdat hij in de nazomer/herfst bloeit. Imkerpedia geeft deze plant uit de Rutaceaefamilie de Nederlandse naam bijenboom (of stinkes) mee en quoteert hem met een maximale nectar- en pollenscore. Na 4 of 5 jaar zou deze aromatische plant al in bloei moeten komen. We zullen zien, de foto's op internet zien er alvast veel belovend uit.


17 maart 2013

pril begin

ontluikende sterhyacint
ontluikende sterhyacint

De sterhyacinten hebben geen zin meer om nog langer ondergronds te wachten op beter weer. Hier en daar zijn al ontluikende blauwe bloempjes te zien tussen het lover. 

Het zijn boeiende tijden voor de tuinier die met bollen aan de slag is. Plezant zijn de ontdekkingen waar de natuur zelf zijn gang is gegaan. In onze voortuin staan zo de blauwe anemoontjes (Anemone blanda) al volop in bloei en ze breiden zich alsmaar verder uit. Zelfs meters buiten ons perceel, aan het fietspad, komen de sierlijke anemoontjes de boel wat opkleuren. Ook onze 3 hondstanden hebben zich goed vermeerderd. Dat is goed nieuws want het zijn prachtige planten en de knollen ervan -  in de vorm van een tand - zijn redelijk prijzig.

lente-kracht


In het najaar heb ik rond de pas gebouwde veldkapel heel wat zakjes nieuwe bollen in de grond geduwd. Hier en daar een specialletje ertussen zoals de Fritillaria persica maar ik plant alles flink door mekaar, zonder structuur of enig plan, zodat ik me niet altijd met zekerheid herinner wat er zich daar door de grond aan 't duwen is.

Zo zag ik gisteren deze stevige knaap zich op 'lentekracht' omhoog stuwen (foto links) maar op dit moment weet ik nog niet welke bol of knol daar aan het werk is. Even afwachten maar het ziet er alvast heel belovend uit.  Dat maakt het spannend. Even verder gaapt een gat. Hier is duidelijk een bollendief gepasseerd. Niet erg want ook dat maakt deel uit van de wisselwerking tussen planten- en dierenrijk. Al hoop ik wel dat het net niet die ene Fritillaria is.

16 maart 2013

de bijenverwennende vleesbes

Samen met de kerstrozen stelen de toverhazelaars nog steeds de show in onze tuin. Vooral de roodbloeiende Rubin en de oranje Aphrodite (foto) tonen vandaag waarom het echt wel de moeite is om een aantal bloeiopvolgende Hamamelissen aan te planten. Dit kleur- en geurfestijn duurt nu toch al verscheidene maanden, in feite een heel seizoen lang.

Er wordt soms gesteld dat toverhazelaars weinig natuurwaarde hebben maar de denkfout zit hem erin dat men vergeet dat de mens niet boven of naast de natuur staat maar er ook deel van uitmaakt, net als de andere dieren. Regelmatig zie ik hommels naar de bloemen vliegen maar zelf ben ik er helemaal niet van weg te slaan. Mensen worden er vrolijk van en ze leggen tientallen kilometers af om de zinneprikkelende geuren op te kunnen nemen. Men vermoedt zelfs dat mensen (Homo sapiens sapiens) onderling communiceren om soortgenoten de weg naar de toverhazelaars te tonen.

hamamelis
Hamamelis x intermedia 'Aphrodite' - onder voorbehoud want gekocht met twijfelachtig etiket

Om de bijen en hommels te plezieren heb ik nog een nieuwe plantje aangekocht, een Sarcococca. De Nederlandse naam is wat gemakkelijker om te onthouden, namelijk vleesbes. Volgens de imkers is dit een prima plant, zowel de nectarwaarde als de stuifmeelwaarde is 5, wat het maximum is. Hiermee staat de vleesbes op gelijke hoogte met de linde, de esdoorn, het wilgenroosje, de zonnebloem,... en zijn familiegenoot de buxus (palmboompje). - ontdek/raadpleeg deze lijst op Imkerpedia.

bijenplant vleesbes
De vleesbes is een winterbloeier. De bloemen geuren enorm. Het is ook met mijn neus dat ik het plantje ontdekte op de kwekerij; ik wandelde er voorbij en mijn aandacht werd er als het ware naar toe gezogen. Toen ik er ook nog bijen zag op zitten, wist ik  dat het een waardevolle plant was. Thuisgekomen bleek mijn vermoeden -volgens de boeken- te kloppen.

De vleesbes is winterhard maar er wordt aangeraden om hem toch beschut te zetten. Interessant is dat de plant, behalve groenblijvend, zelf uitlopers vormt waarmee het erg gemakkelijk is om nieuwe planten te kweken (en vrienden te plezieren). Als je plantje al wat volgroeid is, kan je wat takken binnen zetten. Je kamer zal, net als mijn auto, snel doordrongen zijn van het 'hemels aroma' van deze plant.

15 maart 2013

hulp in de keuken



Je keukenruimte opleuken is echt niet moeilijk. En bommen geld hoeft al helemaal niet te kosten. Ik stel je mijn sierlijke keukenhulp even voor:

Gerard, onze Franse eend is er na 3 maanden intensieve training eindelijk in gelukt om me te helpen bij het prepareren van de spaghettisaus.
Franciscus, ons roos varken, wil natuurlijk niet achterblijven en demonstreert dat hij ook een (s)teentje kan bijdragen.
Billy, ons porseleinen konijn, denkt steeds dat ik aan de tomatensaus boontjes toevoeg. Hij verwart spaghetti keer op keer met salade Niçoise. Zijn 2 zussen wonen daar, vandaar.
En tenslotte heb je rechtsboven nog Johnny onze salamander. Vergis je niet, hij verzet geen poot in de keuken. Hij rijdt puur voor zijn plezier op de witloof.

Men zegt wel eens dat mensen die loopbaanonderbreking nemen zoals ik, wegkwijnen in eenzaamheid. Alle sociale contacten die wegvallen en zo. Als je je fantasie gebruikt valt dat best allemaal mee. En je hebt een zee aan tijd ... maar ik kan niet meteen een voorbeeld aanhalen om dat te staven.


12 maart 2013

zanglijsters zonder lied

zanglijster

zanglijster

zanglijster


De 30 kg vogelvoer is op en daar is de winter weer. Om de vogels niet volledig aan hun lot over te laten heb ik dan maar graan van de konijnen, wat broodresten en fruit op de grond gegooid. Terwijl de gewone vinken en de merels het lekkerste graan eruit zoeken heeft het fruit 2 zanglijsters weten te verleiden. Zingen aan mijn vensterraam doen ze niet daarvoor zullen de ijzige wind en de sneeuw er teveel aan zijn. Het mooie aan de komst van de zanglijsters is dat ik ze niet éénmaal heb gezien toen er vooral zonnebloempitten gegeven werden maar nu er fruit (vooral appels, 1 peer en 1 meloen) op het menu staat, zijn ze er meteen. Net zoals in de boekskes staat.


10 maart 2013

verse kikkerdril

De eerste kikkerdril van dit seizoen is er. Ik zag het pakket drijven in het plantengedeelte van de zwemvijver. De dril is ongetwijfeld in de vijver zelf gelost maar door de geringe stroming in het water richting helofytenfilter is de klomp daar naar toe afgedreven.
Ik ga nu wel eens in de gaten houden wat het effect gaat zijn van de aangekondigde vriestemperaturen. In hoeverre beschermen die gelatine-achtige omhulsels de embryo's tegen ijzige koude? Ook is het uitkijken naar het gedrag van de vogels die op dezelfde plek regelmatig komen drinken en een bad nemen. Lusten zij deze bruine-kikkers-in-wording?

Een paddensnoer heb ik nog niet gezien. Dat komt nog wel. Ik zie de koppeltjes over de vijverbodem kruipen. Mooi om zien allemaal.

Update: op aanraden van Bart heb ik de dril in een emmer gezet om hem deze week binnen te laten 'overwinteren'. Als de winterprik voorbij is, zet ik hem terug op de vijver. Dus, geen experiment maar gekozen voor maximale overlevingskansen.


9 maart 2013

Alleen door natuurgebied Asdonk-Dassenaarde

Asdonk
Een dreef waar je als wandelaar stil en bescheiden van wordt.

Het was muisstil en de nevel plakte nog aan de weilanden toen ik in de buurt van de Kiewithoeve mijn wandeling door Asdonk-Dassenaarde aanvatte. Volstrekt eenzaam was het niet want de zanglijster, het roodborstje en de bonte spechten lieten frivool horen dat ze er ook bij waren. Ze begeleidden me op mijn 9 km-lange tocht door de bossen en velden op de zompige scheidingslijn tussen de Kempen en het Hageland. 

Aan het bolhuiskapelletje brak de zon door waardoor het landschap kleur en diepte kreeg.  Het werd een heerlijke voormiddag - nog enkele weken te vroeg voor de voorjaarsbloeiers, dat wel - maar de statige dreven en de vele waterrijke beken en grachten van de Demervallei zorgden toch voor een indrukwekkende natuurbeleving. 

Op de pijnlijk verkavelde Eikelenberg na loopt de uitgestippelde wandeling over onverharde en trage wegen. Ik vulde er mijn longen met gezonde lucht en nam mijn tijd om her en der stil te staan om het landschap te bewonderen en foto's te nemen. Het mooiste wat ik zag, wil ik graag met je delen. Hier vind je een reeks van 13 natuurfoto's die ik voor je samenstelde. Je kan ook op onderstaande foto klikken, veel plezier.

Asdonk
Ringgracht rond Groot Asdonk, een kasteeltje met tuin in Engelse landschapsstijl


7 maart 2013

alles op zijn tijd

Een selectie van 5 kerstrozen uit de tuin 

De hunker naar de lente en hele dagen warmte is zo groot dat men vergeet dat het volgens de schoolboekjes nog minstens 2 weken winter is. Alles komt op zijn tijd. Geniet van wat de natuur nog aan winterpracht te bieden heeft. De lentebloesems komen wel maar eerst nog wat vries en wie weet... een laag sneeuw. 

In onze tuin zou het plaatje van bibber en bevroren grond nog steeds kloppen. De winterakonieten bloeien nog, de krokussen staan nog maar pas open, de toverhazelaars hebben nog voor enkele weken bloemknoppen, de sneeuwklokjes zijn nu op hun hoogtepunt en ook de kerstrozen hebben het maximum aan schoonheid deze week bereikt. Er zijn nauwelijks verdwenen vaste planten die al komen piepen, al is de gele monnikskap ook dit jaar weer de spitsenloper. Dat aconitumgif werkt als EPO, dat kan niet anders.

De lenteschoonmaak kan hier nog wat wachten. Ik ga het voorbeeld van het takjesrapende vogelvolk nog niet volgen. Intussen heb ik wel een aantal nestkastjes gerenoveerd en het merendeel proper gemaakt. Ook een nieuw halfopen kastje van betonhout werd tegen de oostergevel geschroefd. Het is mooi om zien hoe snel de mezen op verkenning gaan. Ze zouden in de gaten kruipen terwijl je nog aan 't nagelen bent. Voor wie het zich afvraagt: de kepen zijn al geruime tijd weg en van de knappe sijsjes is slechts een handjevol blijven plakken.


6 maart 2013

frit-art


Frit-art, Tessenderlo 6/3/2013
werk met patatten, vet, ei en biologische kruiden

Ooit waren er mensen die een ketel mosselen schilderden of een blik tomatensoep. Dat eten op doek is intussen ongelofelijk veel geld waard. Dat bracht me op een idee: laat me eens de overschot fritten van zonet en het met vet bekladde inpakpapier samen met het puntzakje en het dekseltje van de tartaar op één foto zetten. De kans moet dan toch bestaan dat ik vanaf nu helemaal niet meer hoef te werken? Of zie ik dat fout? En als ik één van mijn oren afsnijd? Of er "Tuymans" onder zet? Dat gaat lukken, ik voel het. 

Een bod uitbrengen kan via het gebruikelijk e-mailadres of via mijn zakenvertegenwoordiger (hetzelfde e-mailadres).

Goed nieuws voor eenieder die er naast grijpt (wegens te kleine spaarpot of te laat): een nieuw werk met een bokaal Marie Thumaserwten is in de maak. Ik twijfel evenwel nog over de juiste compositie. Vooral de positionering van het dekseltje vind ik moeilijk. Binnen enkele weken zal ik de knoop wel doorgehakt hebben. Een kunstenaar moet voor zoiets zijn tijd nemen.

(Indien de klant dit wenst, ben ik bereid om enkele druppels frituurolie op de foto te spatten, tegen een geringe meerprijs wel te verstaan. Spat-art heeft nu eenmaal zijn prijs!)


5 maart 2013

Van abdij tot kasteel

Norbertus van Xanten (+1134), de stichter van de Norbertijnen of de Premonstratenzers, ligt aan de basis van een reeks indrukwekkende religieuze bouwwerken in België en heel zeker ook mijn eigen regio. Een duik in de geschiedenisboeken leert me dat de Norbertijnen op één decennium het Vlaamse landschap een heel ander uiterlijk meegaven: in 1124 stichtte Norbertus de Sint Michielsabdij in Antwerpen (verdwenen), in 1129 is er de stichting van de Abdij van 't Park (Leuven), in 1130 de stichting van de abdij van Tongerlo en in 1134 wordt begonnen met de uitbouw van de abdij van Averbode. Grimbergen, Leffe en Postel,... ook zij zijn van de Norbertijnen.

abdij Tongerlo
de eeuwenoude lindendreef leidt je tot aan de abdij van Tongerlo

In het geroemde wandelgebied van de Merode spelen de abdijen van Averbode en Tongerlo een glansrol. Het zijn de gedroomde uithangborden voor de streek en mede daardoor ook prachtige vertrekplaatsen. In het wandelknooppuntennetwerk hebben ze om deze reden ook een speciaal nummer meegekregen: de abdij van Averbode is 100 en de adbij van Tongerlo werd bedacht met de 1. 

Het voorbije weekend vertrokken we aan de schitterende abdij van Tongerlo, het meest noordelijk punt van het wandelgebied, voor een 2 uur durende wandeling. Uiteraard nadat we eerst de abdijsite (13ha) via het binnenplein en rondom de vestingsgracht grondig verkenden. Bomenliefhebbers hebben meteen door dat de lindendreef die naar de toegangspoort leidt, eeuwenoud is. De gezondheid van heel wat linden laat evenwel te wensen over maar verwonderlijk is dat niet want deze dreef werd in 1678 aangeplant.

abdij Tongerlo
links van de toegangspoort heb je dit mooi middeleeuws beeld

Wie via de toegangspoort uit de 14de eeuw het binnenplein betreedt, zal opmerken dat de gebouwen bestaan uit een bijna potsierlijke mengelmoes aan stijlen.  Bij mijn vorig bezoek stonden hier ook nog imposante rode beuken maar deze werden blijkbaar gerooid. Het verlies aan lommerte wordt gecompenseerd door een mooier en ongehinderd zicht op de gebouwen, is de uitleg. Die stijlenmix heeft uiteraard alles te maken met de gewelddadige geschiedenis van deze en vele andere kerken en abdijen. Tijdens het Franse bewind werden vele gebouwen, waaronder ook de oorspronkelijke abdijkerk van Tongerlo, met de grond gelijkgemaakt. De kloosterlingen zelf werden verdreven.

abdijkerk Tongerlo
de neogotische abdijkerk met de rare toren

In de abdij van Tongerlo bevindt zich de oudste replica van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci. Deze replica op doek is in betere conditie dan de oorspronkelijke muurschildering waardoor heel wat details te bewonderen vallen die in Milaan verdwenen zijn. Van de neogotische abdijkerk (zie foto) werd de eerste steen gelegd in 1852. Het ontwerp is van de Antwerpse architect Paul Stoop. Op het binnenplein vind je ook nog een tiendenschuur waar een permanente tentoonstelling over de abdij en de Norbertijnen is ingericht. Het loont zeker ook de moeite om rondom de abdij te wandelen. Heel de site is ommuurd (1479-1482) en met een ringgracht omgeven. We zagen er heel wat wilde eenden en waterhoenen. Je vindt er ook een geslaagde imitatie-Lourdesgrot.

abdij Tongerlo
de abdijkerk van Tongerlo en de indrukwekkende muur

De wandeling die wij deden start met een trip rond de abdij. Wij volgden volgende knooppunten: 1-342-178-67-380-341-346-340-3-4-5-6-21-20-5-343-1. Deze route brengt u ook langs de gekende Sporta-terreinen en de jeugdherberg van Westerlo (5), het zogenaamde boswachtershuis. In de bosrijke omgeving van de jeugdherberg zagen en hoorden we drie verschillende boomklevers. De gezonde lucht brengt ook heel wat joggers en wandelaars naar deze plek. 

kasteel Jeanne de Merode
het kasteel van gravin Jeanne de Merode, nu het gemeentehuis van Westerlo

Wanneer je op knooppunt 5 aangekomen bent, zou het zonde zijn om geen klein ommetje te maken naar het gemeentehuis van Westerlo. Sinds 1972 is het gemeentehuis gevestigd in het kasteel van Jeanne de Merode. Dit kasteel is nog vrij jong (1909-1911) en is omgeven door een mooi park. Voor het gemeentehuis is er een vijver met een fontein van de betreurde beeldhouwer Rik Poot (1995). Boven de ramen van het neogotische kasteel vind je charmante motieven van wilde kastanje. 

Rik Poot Westerlo
De fontein van Rik Poot voor het Westerlose gemeentehuis

Dit kasteel mag je niet verwarren met het enige, echte kasteel van Prins de Merode aan de Polderstraat. Dit middeleeuws kasteel werd opgebouwd rond een donjon of woontoren. Jammer genoeg is dit indrukwekkend bouwwerk enkel toegankelijk tijdens de jaarlijke kasteelfeesten

Het is deze adellijke familie de Merode - ooit ook de eigenaar van de kastelen van o.m. Beersel, Pietersheim, en Horst - die het uitgestrekt wandelgebied haar naam gaf. De Vlaamse overheid kocht immers in 2004 zo'n 1500 ha bossen en landerijen van de familie de Merode. In de abdij van Averbode werd tussen de verschillende partners het charter de Merode ondertekend (29/3/2004) waarin afgesproken werd om de eenheid van het gebied te bewaren en het open te stellen voor het publiek. De waardevolle natuur en het landschap werden eveneens met dit charter beschermd. 

Na het bezoek aan het gemeentehuis arriveer je terug op knooppunt 5 (boswachtershuis met speeltuin, aan de rand van natuurgebied De Beeltjens) van waar het nog zo'n half uurtje stappen is naar de parking voor de abdij van Tongerlo. Er zijn diverse drankgelegenheden in de buurt om je honger en dorst te stillen. Wie de sfeer van de norbertijnen nog wat wil verlengen, kan op amper 10 kilometer, de abdij van Averbode bezoeken. In de zomer kan je er over de koppen lopen, niet zozeer die van de pelgrims maar wel van de ijslekkers. De abdijen van Averbode en Tongerlo behoren tot de mooisten van het land.


4 maart 2013

leven in de vijver

amplexus bruine kikker
Eén van de drie koppeltjes die ik vandaag zag

Deze voormiddag zag ik een dagpauwoog door de tuin fladderen. Toen ik poolshoogte nam bij onze zwemvijver, jaarlijks de afzetplek van enkele slierten paddeneitjes en klompen bruine-kikkerdril, zag ik op de bodem een drietal koppeltjes. Voor de foto haalde ik er voorzichtig eentje uit met het schepnet. Uiteraard werd het verliefd koppeltje (bruine kikkers) na een tweetal minuten en wat gekwaak terug in de vijver losgelaten. 

amplexus bruine kikker
Nog een tweede foto, let op de stevige armklem bij de amplexus (paargreep)!
Soms zie je ook mannetjes die zich aan dode vrouwtjes vasthouden.


1 maart 2013

slangenesdoorn

Acer capillipes
de Acer capillipes heeft een mooi gestreepte bast

Onze slangenesdoorn, ook wel slangenhuidesdoorn genoemd, kocht ik ooit als zaailing van enkele centimeters hoog in een P9-potteke. Het was op de (intussen opgedoekte) plantendag van de Vlaamse Vaste Planten Vereniging op de terreinen van de windhondenraces in Beringen. Ondertussen is het tere plantje uitgegroeid tot een meerstammige boom van zo'n 5 meter. De slangenesdoorn doet de goede naam van de esdoornfamilie alle eer aan.

Deze esdoorn behoeft nauwelijks zorgen -af en toe haal ik er een dode tak uit - , hij verkleurt mooi naar het rode in de herfst, hij produceert van die dubbele schroef-helikopters als zaad en hij heeft wel een heel aparte, gevlamde bast die hem ook zijn Nederlandse naam gaf. Eerst stond hij in de schaduw van een zelf opgekweekte moeraseik maar om de slangenesdoorn maximale ontplooiingskansen te geven heb ik van mijn eik stamrolletjes gemaakt. 

Er zijn nog heel wat bomen met een prachtige bast of schors. Bij de aanschaf van onze bomen was dit één van de eigenschappen die zeker meetelde. Zo waren we gecharmeerd door de diep gegroefde kurkbast van de amberboom en ook bij de aankoop van de Acer griseum was het de afpellende schors die de doorslag gaf. En hoeveel charme zou de berk niet verliezen zonder zijn witte bast of de plataan zonder afbladderende schors?