30 september 2011

kastanje-zevenling

enkele opgeraapte bolsters met kastanjes

De kastanjes van onze vier tamme kastanjes zijn volop aan het vallen. In principe zijn ze eetbaar, je kan ze roosteren of je kan ze na het koken verwerken tot een mousse. Maar hier worden ze niet opgeraapt omdat er eigenlijk niemand van de zes is die een kastanje echt lekker vindt. Toch vond ik deze week een bijzondere bolster. Daar waar er normaal drie kastanjes in één bolster huizen, bevat het gefotografeerd exemplaar (boven midden) er maar liefst zeven. Een zevenling met stuk voor stuk volwaardige kastanjes, geen verlepte of graatmagere vruchten maar gezonde 'boorlingen'. Er kwam geen kunstmatige inseminatie aan te pas, ook geen photoshop en een vergroeiing van twee bolsters zou nog maar zes kastanjes opleveren. Een speling van de natuur dus. 

Voor de bio-puristen: bij de tamme kastanje gaat het strikt genomen niet om een bolster maar wel om een groot napje met stekels. Maar wie ligt daar van wakker? Ik alvast niet.

28 september 2011

Hannibalgewijs

een opengereten spitsmuisje

Net gevonden, vlakbij het bord waarin we onze kat haar eten leggen. Een volledig opengehaald spitsmuisje. Dit onfortuinlijk insectenetertje werd waarschijnlijk gepakt en bespeeld door onze (of een andere) kat. Ze worden gedood maar nooit opgegeten omdat katten spitsmuizen niet lusten. Ik schrik wel van de inboedel die tevoorschijn is gekomen.  Er moest binnenin toch maar eens iets eetbaars verscholen zitten. Iemand zin in gestoofde cloaca?

de burcht van Beersel

Het voorbije weekend moesten onze twee oudsten gaan pingpongen in de sporthal van Groot-Bijgaarden vlakbij de Brusselse Ring. Ik was gevraagd om de ploeg naar ginds te vervoeren en had hierin toegestemd. Zonder chauffeur, geen tafeltennis en forfait. Maar met het heerlijk zonnetje in de lucht was er geen haar aan mijn hoofd dat er aan dacht om tijdens de wedstrijd binnen in een muffe en verduisterde sporthal te gaan zitten. Dus nam ik mijn kodak en die van ons mee en brachten we een bezoek aan de bekende burcht van Beersel, zo'n 15 km verder de Ring op.

Het kasteel van Beersel in Suske en Wiske nr. 25 uit 1952.

Ik was er nog nooit geweest in dat kasteel uit Suske en Wiske. De ganse Zennevallei is voor mij in feite nog onbekend gebied. Toch had ik er ooit een glimp van opgevangen terwijl ik op de Ring aan het bollen was. De drie bijzondere torens vielen me meteen op, aan de buitenkant zijn ze rond maar aan de zijde van de binnenkoer dan weer recht. Mijn voornemen om het kasteel een bezoek te brengen werd toen genomen, voorbije zaterdag stapten we ter plekke af. Om twee uur ging de toegangspoort open. Met de lerarenkaart konden we gratis binnen.

weerspiegeling in de zonnebril van die van ons

Vlakbij de ingang is er een paviljoen opgericht waarop je de hele geschiedenis van de burcht en zijn restauratiefasen kunt navlooien. Zoals ik dat meestal doe, fotografeer ik de belangrijkste zaken en lees ik ze thuis rustig door. Toch wel indrukwekkend is dat het waterslot dateert van omstreeks 1300. Dat is dus wel heel lang geleden. Ze werd in de moerassige Zenne-vallei gebouwd als vooruitgeschoven vesting ter verdediging van Brussel. Op het einde van de 18de eeuw bleef er door verwaarlozing nog slechts een ruïne over. Gelukkig werd de burcht van de complete ondergang gered toen het militair complex in 1928 geschonken werd aan "de vrienden van het kasteel van Beersel" en met de restauratie ervan begonnen werd.

de torens zijn bij mooi weer ook in de ringgracht te bewonderen

Het kasteel zoals het te bezichtigen is zou redelijk conform zijn met het uitzicht van de 15de eeuw. Alle elementen van een middeleeuwse vesting zijn aanwezig: de watergracht, een ophaalbrug, schietgaten, schietgleuven voor kruisbogen, stortgaten (pek en pispot ?) en ringmuren. Zelf vind ik de drie torens het mooist. Op de binnenzijde zijn het gewoon rechte muren met trapgevels, zoals je die ook op de stadsmarkten kan tegenkomen, maar aan de buitenzijde zijn het ronde torens.  Wanneer je de torens via de natuurstenen wenteltrappen beklimt, kan je het knap uitgevoerde daktimmerwerk bewonderen dat die bijzondere vormgeving met zich meebrengt. Vanuit de torens heb je ook een mooi uitzicht op de binnenkoer en de ster die de kasseileggers hebben gemaakt.

de binnenkoer en de rode gloed van baksteen

Een groot deel van de binnenkoer ligt nog open. Er zijn keldergewelven te zien en vermoedelijk maken ze deel uit van een woning die (blijkbaar) niet gereconstrueerd wordt. In feite is er nog heel wat werk aan het kasteel van Beersel. Toch is een bezoek de moeite waard. Wie de kinderen meeneemt, moet wel uiterst voorzichtig zijn. Erg veilig is het allemaal niet. Zo zijn de wenteltrappen bovenaan niet afgeschermd met een ballustrade of stevig touw en ook de stortgaten zijn groot genoeg om een klein kind te 'verslinden'. Hou ze dus goed bij de hand. Aan de buitenkant van de slotgracht loopt een wandelpad waar je mooie foto's kan maken en eendjes en wilde bloemen kunt bewonderen. Bij goed weer zie je de vissen aan het wateroppervlak komen. 

het erg fraaie kasteel van op het wandelpad

Na het bezoek aan het kasteel dronken we samen nog iets op het terras van de nabijgelegen herberg. Ik koos voor een witbier met kriek. Erg lekker, maar de Mystic bleek achteraf toch geen typisch streekbier te zijn maar een fruitbier van brouwerij Haacht. Die enkele uren dat we in Beersel rondliepen, besloot ik ook om ooit eens de Zennevallei en de Brusselse rand te gaan verkennen. Het lijkt me wel de moeite. Al lees ik wel dat de week voor ons bezoek aan Beersel er door de NVA met balletjes gegooid werd naar Elio Di Rupo. Laat me van die ellendelingen verlost blijven als ik aan mijn wandeling bezig ben.

25 september 2011

sedum maakt naam waar

De Sedum spectabile heeft vandaag met glans aangetoond dat hij een prima vlinderplant is. In de herfsttuin is hij als nectarbron een onmisbare plant. Ook de asters worden veel bezocht maar het is overduidelijk dat de vlinders de Sedum beschouwen als een Grand Cru.

de atalanta 

de dagpauwoog

de gehakkelde aurelia

Een twintigtal vlinders vulde vandaag het buikje in het gemengde boshoekje met hemelsleutel (sedum) en asters (een 4-tal soorten waarvan het merendeel 'Asran'). Een grote groep dagpauwogen, een klein koolwitje, een bont zandoogje, een drietal gehakkelde aurelia's en een kleinere groep atalanta's waren van de partij. Tijdens de zomer heb ik dit jaar nooit zoveel vlinders gezien als vandaag. Toch valt het me op dat er dit jaar weer geen distelvlinders te bespeuren zijn. En helemaal slecht gaat het met de kleine vos (met het blauwe randje onderaan de vleugels). In de moestuin van Palac Lenno (Polen) heb ik er nog gezien, maar in de eigen tuin is het misschien al 10 jaar geleden. 


de drietandesdoorn

Ik heb me dit weekend nog eens getrakteerd op een nieuwe esdoorn-soort. Niet dat ik er speciaal naar op zoek was, neen, ik kwam hem toevallig tegen op een kwekerij terwijl ik eigenlijk een groenblijvende solitair wou vinden. In een uithoek van de verkoopsruimte bij Houtmeyers (Eindhout) viel mijn oog op 2 struiken met een geel-rode herfstverkleuring. Aan de zaden te zien ging het om esdoorns. Dat bleek ook te kloppen, op het etiket stond  Acer buergerianum, een esdoorn uit Japan maar iets helemaal anders dan de Acer japonicum of de Acer palmatum die je tegenwoordig in haast iedere tuin kan vinden. In ieder geval toch bij tuiniers die kicken op bijzondere herfstverkleuringen.

deze tak heeft vooral rood gekleurde bladeren.

Deze eerder gedrongen esdoorn kende ik nog niet. Al bleek thuis dat de A. buergerianum als allereerste esdoorn in mijn bomengids stond afgebeeld. Wat zoekwerk op het internet leerde me dat bonsailiefhebbers deze esdoorn wel eens onder handen durven te nemen. Dat levert dan prachtige resultaten op. De boom is uitstekend wintervast en wordt niet hoger dan 5 meter. Prima voor de plek die ik voorzien heb en een origineel alternatief voor de conifeer (Juniperus communis of Taxus baccata) die ik oorspronkelijk in mijn gedachten had. Naast de herfstverkleuring bekoorde deze drietandesdoorn me vooral vanwege zijn miniatuurblad. Ze deden me meteen denken aan een mini-tulpenboomblad. 

aan deze tak groeien dan weer geel getinte bladeren en 'helikoptertjes'

Alhoewel ik zeker geen plantenverzamelaar ben, durf ik voor de esdoornfamilie wel een uitzondering maken en redelijk diep in de geldbeugel gaan. Ik ben hierin zeker niet de enigste want zeker ook in Engeland lopen heel wat tuinliefhebbers wild voor de "maples". De vele blad- en schorsvariaties, de unieke herfstverkleuringen en het feit dat esdoorns  erg gemakkelijke bomen zijn, zijn voor mij sterke troeven van deze familie.

Zo'n traktatie aan jezelf kan ik iedereen aanraden. Het kan deugd doen iets van jezelf te krijgen. Dan toch iemand die waardeert waarmee je bezig bent.

18 september 2011

vlinderweer

Wie in zijn tuin herfstasters of partijen sedum staan heeft, zal bij het zonnige weer van vandaag met grote waarschijnlijkheid vlinders waargenomen hebben. Vlinders vinden bij deze nazomerbloeiers nog lekkere nectar. Ik telde vandaag een gehakkelde aurelia en een groep van 7 dagpauwogen. Aan de kleurenpracht en de gaafheid van hun vleugels te zien moeten het nog  jonge exemplaren geweest zijn. De 4 ogen in de vleugels verklaren meteen waaraan  deze vlinder zijn naam ontleend heeft.

 dagpauwoog op Sedum in volle bloei

Deze vlinders hebben het duidelijk naar hun zin. Ze zijn zo geconcentreerd bezig met hun culinaire bezigheid dat ze zich gewillig laten fotograferen. Iets wat ik jammer genoeg niet kan zeggen van de vele schitterende libellen, groene en blauwe, die zo zenuwachtig tekeergaan dat ik er in de verste verte niet in slaag om ze scherp op een foto te krijgen. 

Maar nog beter dat dan de luiwammessen die ik enkele dagen geleden ontmoette in de ringgracht nabij recreatiedomein De Halve Maan in Diest. Zat daar toch wel een tweetal roodwangschildpadden te zonnen op een omgevallen boom in het water zeker? Mooi op het eerste zicht maar wat doen die beesten uit Amerika en/of Mexico in Vlaams-Brabant?

roodwangschildpad in het wild 
vlakbij de Halve Maan in Diest

Ongetwijfeld betreft het hier weer gedumpte exemplaren. Waarschijnlijk ooit gekocht in een of ander tuincentrum of dierenwinkel en dan, als 't beestje te groot geworden is of het plastieken bakje te klein, maar in de natuur achtergelaten. Ook in het kanaal Leopoldsburg-Blauwe Kei Lommel krioelt het van deze schildpadden. Ik dacht dat de verkoop van deze exoten verboden is maar toch kom ik ze nog steeds in tuincentra tegen. Wie maakt eindelijk eens komaf met deze bedenkelijke commerce?

In onze contreien heeft deze schildpad geen natuurlijke vijanden tenzij men binnenkort ook begint met het dumpen van krokodillen of grote roofvogels. Ze worden piepklein verkocht en doen kinderhartjes smelten. Toch worden het grote beesten die absoluut niet thuishoren in een aquarium, een tuinvijver of in onze grachten en rivieren. Zet dan liever een aantal vlinderlokkende struiken en bloemen. Spektakel verzekerd en wat agressiviteit (een schildpad heeft stevige kaken), kak, aangepaste diëten en mogelijke ziektes betreft, duizend keer een betere keuze. Niet al wat fotogeniek is, is een goede zaak.

Wroclaw

Een stukje bloggen met als titel 'Wroclaw', dat is roepen om niet gelezen te worden. Maar ik doe het toch omdat deze hoofdstad van Neder-Silezië -het stukje Polen waar we dit jaar onze vakantie doorbrachten- het verdient om bekend en geliefd te zijn. Wroclaw, het vroegere Breslau, werd reeds in de 10de eeuw gesticht en werd op het einde van de tweede wereldoorlog voor driekwart van de kaart geveegd. Ondertussen is zowat alles terug opgebouwd en is deze schitterende stad aan de Oder, samen met Krakow, van een niet te missen niveau voor diegenen die Polen bezoeken. Nieuwsvreters weten dat Wroclaw deze maand ook de thuishaven is van de Europese top onder Pools voorzitterschap.

aan de voet van Hempels stalen naald

Tijdens onze vakantie brachten we een blitzbezoek aan Wroclaw toen we onderweg waren naar Krakow en Auschwitz. Omdat we nogal krap zaten met de uitgetrokken tijd koos ik ervoor om eerst en vooral halt te houden bij de Hala Ludowa (de volkshal), de Poolse versie van ons Eeuwfeestpaleis aan de Heizel. Deze Volkshal staat sinds 2006 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco, altijd een goede indicator voor kwaliteitsvolle bezienswaardigheden. Het is ook hier, in deze Hala Ludowa, dat de Europese top vergadert. Een goede smaak hebben ze alvast.

De Hala Stulecia behoort tot Unesco's Werelderfgoed

Deze Volkshal werd gebouwd in 1911-1913, net voor het begin van de eerste wereldoorlog. Max Berg tekende voor het ontwerp. Het betonnen gebouw gold in die tijd als een van de mooiste moderne gebouwen van Europa. De centrale koepel (zie foto)  heeft een diameter van maar liefst 65 meter. De zaal biedt plaats aan 5000 mensen en wordt tegenwoordig vooral gebruikt voor sportevenementen en beurzen. 

De schoonheid van het gebouw wordt vooral duidelijk vanuit de lucht of tijdens een bezoek binnenin. Helaas had ik mijn vliegtuig niet op zak en waren ook de deuren van de Hala Ludowa (of Hala Stulecia) gesloten voor het publiek. De Eeuwhal werd immers net op het moment van onze vakantiestop grondig gerenoveerd. Het interieur was herschapen tot een grote bouwwerf. Deze renovatie zou duren "tot 31 augustus 2011", een week voor de aanvang van de Europese top, zo blijkt nu. Ik weet dus waarom ik daar in Wroclaw op mijn honger bleef zitten. 

de centrale koepel van gewapend beton

Er zat niks anders op dan mijn frustratie wat te milderen met de aankoop van enkele zichtkaarten en het voornemen om ooit nog eens terug te komen. Gelukkig bracht de nabije omgeving ook wat troost. Rond de Volkshal liggen enkele paviljoenen van de Historische Tentoonstelling (voor de historici: de Volkshal was het paradepaardje van het eeuwfeest waarmee de overwinning op Napoleon in Leipzig herdacht werd). Zeer mooi is de vijver met computergestuurde fontein en de sierlijk begroeide pergola die aan de buitenrand de site omboordt. Voor de ingang staat ook nog de stalen naald van Stanislaw Hempel (1948). De punt ervan bereikt een hoogte van 96 meter. Ook het wandelpark en de nabijgelegen Odra zijn de moeite waard.

luchtfoto van de volkshal en vijver

Het voornemen was om na dit Unesco Werelderfgoed ook het Marktplein, het Stadshuis en Ostrow Tumski te bezoeken. Het Marktplein is, na dat van Krakow, het grootste van Polen. Het Stadshuis is dan weer éen van de belangrijkste voorbeelden van gotische architectuur in Centraal- en Oost-Europa. Zelf ben ik nogal wild van de typische puntgevel ervan. Maar ook dit voornemen moest worden uitgesteld tot een later bezoek aan Polen. De tijd was ondertussen zodanig ver gevorderd en de verkeersdrukte in Wroclaw viel zodanig tegen dat we besloten om een camping te gaan zoeken vlakbij Krakow, toch nog zo'n drie uur rijden over de autoweg. 

Hoe jammer het ook was om Wroclaw veel te vroeg achter ons te laten, dankzij onze beslissing konden we toch maar onze ruime tent neerpoten op het allerlaatste vrije plekje op de camping. Soms valt het een keertje mee. Maar Wroclaw ziet ons zeker snel terug. Het is altijd een fijn gevoel iets te hebben om naar uit te kijken.

14 september 2011

Openmonumentendag, de parels van Diest

Diest ligt op iets meer dan 10 km van mijn deur. Al meer dan eens heb ik op mijn blog de loftrompet gestoken over deze bijzondere stad aan de Demer. Ondanks mijn vele ontdekkingstochten langs de talrijke Diestse monumenten die ik al ondernam, kwam de Openmonumentendag van vorige zondag als een geschenk uit de hemel. Eindelijk was ik in de mogelijkheid om Fort Leopold en de citadel te bezoeken. Uitzonderlijk werden deze kroonjuwelen van vestingstad Diest voor het publiek opengesteld.

deel van de Schaffense poort

Samen met Ieper is Diest zowat de enige Vlaamse stad waar fortificaties het stadsbeeld zo indrukwekkend hebben bepaald. Naast het fort Leopold in de Lazarijberg en de Citadel in de Allerheiligenberg was Diest ooit helemaal omwald en beschermd met grachten en weilanden die moedwillig blank konden worden gezet. De oorsprong ervan gaat niet zo ver in de geschiedenis terug. België werd onafhankelijk in 1830 en onze koning Leopold I zijn eedaflegging was nog niet koud geworden of de Hollanders ondernamen reeds een poging om België terug in handen te krijgen. Zij slaagden erin om onverwachts via de Kempen tot voorbij Diest te komen maar met behulp van de Fransen werden ze terug weggejaagd.

de toegang tot Fort Leopold

Door deze gebeurtenis werd het plan opgezet om van Diest een vestingstad te maken. Alle wegen vanuit het Noorden (Holland) naar het centrum van het land passeerden immers Diest. In 1837 werd begonnen met de 'kernvesting' Diest -een dubbele omwalling met grachten rondom Diest met versterkte toegangspoorten-, in 1841 startten de werkzaamheden aan het Fort Leopold en 5 jaar later werd ook met de citadel begonnen. Op 16 jaar tijd werd dit immens werk voltooid. Een huzarenstuk, militair-strategisch doordacht en uitgevoerd  in meesterlijk metselwerk. De hoeveelheid bakstenen die hiervoor over de Demer vanuit de Rupelstreek werd aangevoerd, lijkt mij ontelbaar maar moet zich ergens in de buurt van oneindig situeren.

Helaas schiet van de kernvesting niet veel meer over. Stadsuitbreiding, nieuwe wegen, het dumpen van afval in de grachten en het gebrek aan monumentenzorg - en liefdeloosheid voor de eigen stad- zijn er de oorzaak van dat de meeste wallen, grachten en stadspoorten vernield werden. Gelukkig is er nog de schitterende Schaffense poort die, niettegenstaande dringende conserveringswerken zich opdringen, bezoekers niet onberoerd kan laten. Ook de vlakbij gelegen sluisspoort, waar ooit de Demer de stad invloeide, illustreert het vakmanschap van de metsers van die tijd en de vindingrijkheid van de ontwerpers.

Fort Leopold: mooier dan een sprookjeskasteel

Op het fort Leopold, vlakbij het Diestse treinstation, ben ik meteen verliefd geworden, al van bij de eerste aanblik. Moest ik er het geld voor hebben, ik zou het zo kopen. Al mijn interessegebieden komen hier samen: architectuur en metselwerk, militaire geschiedenis en de wilde natuur. Wat je hier ziet is -gek genoeg voor een bouwsel uit de 19de eeuw- erg gelijkend met hoe ik het wonen in de toekomst op de tekentafel zou schetsen. Het fort is volledig ingebed in de natuur, van op de straat merk je er gewoonweg niets van. 

Op het dak groeien gras, wilde bloemen en struiken. Klimop en wilde wingerd kruipen langs de gevels richting zon. De groendaken die tegenwoordig aangeprezen worden omwille van hun isolerende werking en het insectenvriendelijk karakter ervan, werden hier,160 jaar geleden, reeds gerealiseerd. De combinatie van de rode gebakken kleistenen (cultuur) en het levende groen in alle variëteiten (natuur) spreekt me immens aan. De vergelijking met mijn adoratie voor het Weense Hundertwasserhuis is evident. Hopelijk beseft ook de eigenaar, het ministerie van landsverdediging, dat daar in Diest een parel blinkt die gekoesterd en beschermd moet worden.

de Citadel van Diest

Die schoonheid kan je ook ervaren in de vijfhoekige citadel van Diest. Dit militair bouwwerk aan de Leuvense poort herbergde tot voor kort nog de paracommando's van Diest en in de tweede wereldoorlog werd het ingepalmd door de nazi's.Tegenwoordig staat deze kazerne, ook gekend als het kwartier luitenant Limbosch, leeg en wordt er hard nagedacht over welke bestemming er in de toekomst best aan gegeven wordt.  Het zal je niet verbazen dat ik hoop dat de citadel als historisch- en natuurmonument in ere én vooral toegankelijk wordt gehouden. 

Volgens mij is het echt niet nodig om de site te heractiveren (universiteitsafdeling, asielcentrum of wat dan ook) en schuilt er voldoende schoonheid en aantrekkingskracht in de citadel om er een succesvolle toeristische trekpleister van te maken. Hier en daar zou ik wat late en mijns inziens storende toevoegingen verwijderen, ook het museum verdient een financiële input en de natuurontwikkeling op en rondom de citadel moet zeker behouden blijven. Architecten, natuurliefhebbers, historici, soldaten, ... ze kunnen er allemaal hun vingers aflikken.

een prachtige symbiose tussen architectuur en natuurontwikkeling

Met het fort Leopold, de citadel en de restanten van de stadsomwalling heeft Diest een uniek relict op zijn grondgebied. In het verleden werd er voor gekozen om te vernielen en te dempen. Mag ik hier een oproep doen om het vanaf nu beter te doen? Bewaar deze 'parels van Diest' en voorkom te alle prijze dat vestingstad Diest alleen nog maar te bewonderen valt op postkaarten of foto's op zonderlinge blogs.

11 september 2011

hortensia's

Het zonnige weer gisteren stuurde me naar de plantenkwekerij om een 13-tal hortensia's uit te kiezen zodat ik de zone rond mijn nieuwe 'ecoduct' kon begin aan te kleden. De nazomer of begin herfst is het beste moment om de Hydrangea paniculata (pluimhortensia) naar kleur en bloeiwijze te selecteren. Met instemming van mijn wederhelft koos ik voor een mengeling van 5 verschillende soorten. Ongebruikelijk in de tuinarchitectuur maar het biedt ons wel een langere bloeiperiode en een hoop variaties in de kleuren limoen-wit-roze-rood.

een mengeling van 5 soorten hortensia

Onze keuze bestond uit 3 H.p. Limelight, 3 H.p. Phantom, 3 H.p. Pinky Winky, 3 H.p. Kyushu en 1 H.p. Unique. Vlakbij de ecoduct heb ik 15 jaar lang mijn composthoop gehad. Op deze plek is de grond hierdoor heel wat verbeterd zodat de hortensia's het hopelijk naar hun zin hebben. Ik ben tevens begonnen met de mest (stro en keutels) van het konijnenhok rond de hortensia's uit te spreiden zodat ze zeker geen voedingsstoffen te kort zullen komen.

De Hydrangea paniculata is mijn voorkeurshortensia. In tegenstelling tot de overpopulaire H. arborescens Annabelle kunnen de takken van deze groep van elegante sierstruiken  het gewicht van de bloeiwijze wel torsen en hoef je in principe niet op te binden of te stutten. Ze zijn goed wintervast en snoeien is erg gemakkelijk: vermits de pluimen verschijnen op het nieuwe hout volstaat het om in het voorjaar de takken in te korten op 30 à 40 cm. hoogte. Heb je graag hogere struiken dan verhoog je ieder jaar deze snoeihoogte.

Wat ik ook mooi vind aan sommige van deze hortensia's is de aanwezigheid van zowel steriele (de grote bloemen) als fertiele (de kleine) bloemen.  Het is leerrijk om te zien hoe deze planten hun onopvallende vruchtbare bloempjes compenseren met grote lok-bloemblaadjes. Niet alleen de insecten worden zo aangetrokken maar blijkbaar ook de plantenliefhebbers. Deze truc komt echt vaak voor in de natuur, zowel bij bloemen als bij dieren (bvb. de pauwenstaart) als ... bij mensen. Opvallen is de boodschap.


7 september 2011

klaar is kees

De voorbije weken berichtte ik over mijn zieke mispel, het rooien van deze stekelige struik, het aanleggen van een avondterras met donkere kleiklinkers op de vrijgekomen plek en het aanplanten van de randen. Er ontbrak uiteraard nog een heel belangrijk detail: tuinmeubels. Even hebben we getwijfeld: kiezen we voor een tafel met stoelen of opteren we toch eerder voor ligzetels. Voor beide opties was heel wat te zeggen. Uiteindelijk hielden we vast aan ons oorspronkelijk idee, namelijk een extra feesttafel waar de baas des huizes ook zijn gazet kan lezen.

Zes stoelen en een tafel op het avondterras
Bij de tweede meubelwinkel in het Geelse vonden we meteen wat we nodig hadden. Dat op alle tuinmeubels 40% korting was, maakte de beslissing des te makkelijker. Ik koos een oerdegelijke en stevige tafel (bijna 70 kg.) van gerecycleerde teak met FSC-label. Voor de zes stoelen probeerden we zowat alle modellen uit, in teak, van metaal, van textileen en van pvc-vrije kunststof. Deze laatsten zaten veruit het meest comfortabel. Bovendien waren ze te verkrijgen in de zomerse kleuren rood en oranje, perfect te combineren met onze border vol Echinacea's en de rijpe appels vlakbij. Wie het zich nog herinnert, dezelfde kleuren hebben we ook gekozen voor onze eetkamer. De binnenruimte en de buitenruimte zijn zo op mekaar afgestemd.

uitzicht op de zwemvijver 
Vanop dit nieuwe terras hebben we nu een mooi uitzicht op het leven in en rondom de zwemvijver. En als de avond valt, duiken plots de vleermuizen op en zoeven ze een aantal keren rondom onze kop. Ook de vele vogels die een fris bad komen nemen, hebben voortaan gluurders tussen het struikgewas. Misschien nog het magistraalst van al: gezeten van op het plekje waar bovenstaande foto is genomen, kunnen we, als het weer wat meezit tenminste, genieten van alle fasen van de zonsondergang.

Nu dit hoekje klaar is, kan ik beginnen aan de aankleding van mijn mini-ecoduct. Om maar te zeggen dat ik blijkbaar werk blijf vinden. Is er iets plezanters dan dat? Hoor ik daar de burgemeester van Aalst, aka Ilse Spruitenpreut, roepen van wel? Het is je gegund burgemeester.